Tweede Zondag Veertigdagentijd
Op deze tweede zondag van de Veertigdagentijd horen wij twee wel heel verschillende lezingen. Abraham gaat, in gehoorzaamheid aan God, de berg Moria op om er Isaak, zijn enige zoon en erfgenaam, als een brandoffer aan God op te dragen.
In het evangelie horen we dat Jezus op een hoge berg, waarschijnlijk de berg Tabor, voor de ogen van drie van zijn leerlingen, in heerlijkheid verschijnt, samen met Mozes en Elia, de vertegenwoordigers van het Oude Testament (de Wet en de Profeten).
Toch zijn er meer overeenkomsten dan op het eerste oog lijkt. Jezus staat namelijk voor de bestijging van een tweede berg, de berg Calvarië, om er in gehoorzaamheid aan de Wil van God, zijn Vader en onze Vader, de kruisdood te ondergaan. Zowel Isaak als Jezus dragen zelf het hout waarop zij zullen worden geofferd de berg op.
Beiden zullen echter het leven hervinden als gevolg van hun gehoorzaamheid aan God: Op het laatste moment wordt Abraham door de engel van God ervan weerhouden zijn zoon Isaak te doden. Jezus zal wel sterven op het kruis, maar Hij zal op de derde dag verrijzen. Door beide offers van het eigen leven in gehoorzaamheid aan God komt zegen over alle volkeren van de aarde.
Op deze rijke zegeningen mogen wij ons deze Veertigdagentijd opnieuw bezinnen. Met de apostel Paulus mogen ook wij in vol vertrouwen zeggen: “Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen zijn?” Ook wij kunnen, op grond van ons rotsvast geloof in God, alles en iedereen loslaten, inclusief het eigen leven, als dat van ons gevraagd wordt, om daarna te mogen constateren dat God altijd alles ten goede leidt, ook al kunnen wij niet begrijpen hoe en wanneer. In het evangelie leert Jezus ons: “Weest niet bevreesd voor hen die wel het lichaam kunnen doden maar niet de ziel; vreest veeleer Hem die én lichaam én ziel in het verderf kan storten in de hel.” (Mt. 10,28)
Ook wij maken vreugdevolle momenten mee van intens licht en rotsvaste zekerheid. Denken wij maar aan het vinden van onze roeping, onze levensweg, in het huwelijk, het priesterschap of het religieuze leven, of anderszins.
Het lijkt wel of het altijd zo zal blijven en het nooit meer stuk kan gaan. Gewoonlijk echter duren die belangrijke en beslissende momenten maar kort. Drie tenten bouwen op de hoge berg, zoals Petrus voorstelt, is er niet bij. We hebben deze vreugdevolle momenten van grote zekerheid wel nodig om te kunnen blijven geloven, ook als we niet zien, als het lijkt of alle blijdschap en zekerheid van het begin verdwenen zijn.
Als het lijkt alsof ons huwelijk, ons priesterschap, of welke roeping dan ook, zonder inhoud en zonder betekenis zijn geworden, is het moment vaak daar om het leven te hervinden, en te ontdekken: God laat mij nooit in de steek en leidt mij naar het nieuwe Jeruzalem, waar Hij alle tranen van mijn ogen zal afwissen, en de dood niet meer zal zijn. (Openb. 21,2.4)
Pater Gerard Weijers s.s.s.
Nieuwste overwegingen
Hij komt!
november 30, 2024
Christus Koning
november 25, 2024
Een keten van gebed
november 15, 2024