OVER HET HEILIGDOM OLV TER NOOD

DOOR MARIA TOT JEZUS


Onze Lieve Vrouw ter Nood


Onze Lieve Vrouw ter Nood te Heiloo in Noord-Holland is de grootste Mariale bedevaartplaats in Nederland. De geschiedenis van het Heiligdom gaat terug tot het eind van de 14e eeuw. In de voorhof van de Genadekapel bevindt zich een put met heilzaam water. Tijdens de Reformatie werd de kapel verwoest en de put gedempt met puin van de kapel. In 1713, ten tijde van veepest, welde met kracht water op vanonder het puin. De geschiedenis leert, dat de dieren die dronken van dit water de veepest overleefden. Luister naar de Podcast Introductie Heiligdom Onze Lieve Vrouw Ter Nood.




Even voorstellen


Jeroen de Wit

Rector Heiligdom en Grootseminarie

Pr. Martin Barta

Priester assistent

Gerard Wijers sss

Priester Assistent

Blauwe zusters SSVM

Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará

Mariska Adrichem

Vrijwilliger communicatie en promotie

Inge Rikkers

Manager Programmering en Communicatie

Gert Verresen

Administrateur en Personeelscoördinator

Pieter Klaver

Fondsenwerver

Eveline van Arem

Coördinator zakelijke evenementen

Nancy Buisman

Coördinator secretariaat en evangelische evenementen

Wilma Dekker

Secretariaat

Ria Piet

Coördinator Oesdom

Monica Paloni

Chefkok

Stefano Pagani

Chefkok

Valentina Durzu

Kok

Marco Argiolas

Kok

Andrea Deiani

Kok

Mahari Tewelde

Medewerker keuken

Arnold Dijkman

Facilitair medewerker/gebouwbeheerder

Joris Verresen

Facilitair medewerker/gebouwbeheerder


Priesters


Het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood wordt bediend door meerdere priesters die verschillende taken en functies hebben. De priesters vieren de verschillende Heilige Missen, zijn beschikbaar voor het dagelijks biechthoren en leveren ook hun aandeel aan de catechese, rondleiding en meerdere andere taken op het heiligdom. Rector Jeroen de Wit is eindverantwoordelijke van het heiligdom en ook van de het Sint Willibrord seminarie, dat gevestigd is in het Julianaklooster dat bij het Heiligdom hoort. Dan zijn er twee priesters met een deeltijdsbenoeming voor het heiligdom: pastoor Anton Overmars en pater Gerard Wijers sss. In de bedevaartkapel is er dagelijks biechtgelegenheid van 14:00 tot 15.30 uur. Dan is er altijd een priester voor jou beschikbaar, voor het Sacrament van de Biecht of een persoonlijk gesprek. Meestal is dat een van bovengenoemde priesters en soms springt een andere priester bij.


Zusters


gezinsdagen-olvternood-heiloo-blauwe-zusters-familie

Op het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood zijn zusters werkzaam van het Instituut Dienaressen van de Heer en van de Maagd van Matará. Deze missiecongregatie, gesticht in 1988 in Argentinië, is sinds 2004 actief in Nederland en sinds 2006 ook in Heiloo. De zusters zijn actief op allerlei terreinen. Catechese voor volwassenen, tieners en kinderen, het ontvangen van groepen vanuit parochies of scholen, het (mede) organiseren van retraites en familiedagen, het zorg dragen voor de sacristieën van de kapellen, en natuurlijk hun gebed. De zusters hebben hun leven aan God gewijd door middel van de geloften van armoede, kuisheid, gehoorzaamheid en toewijding aan Maria. Ze willen door hun gebed en apostolaat zoveel mogelijk mensen dichter bij God brengen om zo bij te dragen aan de evangelisatie van de cultuur. Voor meer informatie: ssvmne.org.


VRIJWILLIGERS


De vrijwilligers zijn de vaak stille krachten achter het functioneren van alle verschillende dingen op het heiligdom. Het schoonmaken, onderhouden, tuinieren, verkopen in het Oesdom, koffie schenken, openen en sluiten, etc. Er zijn vele vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten en die natuurlijk grote waardering verdienen. Wil jij je als vrijwilliger inzetten voor het heiligdom? Neem dan contact op met rector J. de Wit.


VRIEND WORDEN?


De vriendenkring ‘Vrienden van Kapel’ bestaat uit mensen die het Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood een warm hart toedragen en het graag ook financieel willen ondersteunen. Vrienden van Kapel ontvangen drie keer per jaar een Vriendenbrief met informatie over het wel en wee van het Heiligdom. Iedere eerste woensdag van de maand wordt een Heilige Mis gelezen voor de levende en overleden leden van de Vriendenkring. De bijdragen van de vrienden worden gebruikt voor onderhoud en vernieuwingsprojecten.

Wil jij je opgeven als Vriend? Neem dan contact op met het secretariaat via 072-5051288 of stuur een e-mail naar  info@olvternood.nl. Je kunt je ook aanmelden door per bank of giro een gift over te maken op nummer: IBAN NL25INGB0000672168 o.v.v. Vriend van Kapel.

Voor onze activiteiten en het in stand houden van de kapellen en het park ontvangt het Heiligdom geen subsidies. De opbrengst van collecten en andere opbrengsten zijn niet toereikend om de uitgaven te dekken die nodig zijn voor onderhoud, renovatie en verbetering. Daarom is het Heiligdom aangewezen op donaties, giften en erfenissen/legaten. Het Heiligdom is een kerkelijke instelling. Schenken aan Kerkelijke instellingen biedt fiscale voordelen. Bovendien is er ter zake van schenkingen aan en verervingen naar het Heiligdom geen schenk- of erfbelasting verschuldigd. Het is ook mogelijk om geld te doneren via de donatiepagina.


HET SEMINARIE


rector-jeroen-de-wit-priester-olvternood-rechts

SINT WILLIBRORD SEMINARIE

Het Sint Willibrord seminarie is de priesteropleiding van het bisdom Haarlem-Amsterdam. Voorheen gesitueerd op de Tiltenberg is het nu gevestigd in het Julianaklooster op het heiligdom, waardoor de Bisschop de priesteropleiding nog meer in het centrum van het bisdom heeft gebracht. Op het seminarie studeren seminaristen van het eigen bisdom en van Redemptoris Mater om priester in ons bisdom te worden. Voor meer informatie kijk op de website van het grootseminarie.


BESTUUR

Mgr_Jan_Hendriks

Het Heiligdom is een zelfstandige rechtspersoon binnen de katholieke kerk en is als zodanig opgericht door de Bisschop van Haarlem-Amsterdam. De doelstellingen van het Heiligdom zijn de bevordering van de Mariale devotie, het verdiepen en toegankelijk maken van het katholiek geloofsgoed en het beheer en onderhoud van het Heiligdom. De Bisschop van Haarlem- Amsterdam benoemt de leden van het bestuur:

Voorzitter: Mgr. Dr. J.W.M. Hendriks (foto)
Secretaris: Ing. E.C. Groot Meng
Penningmeester: Drs. S.T.M. Reintjens
Bestuurslid: Rector drs. J.C.J. de Wit
Bestuurslid: Ing. H.R.A.L.M. Mastenbroek
Bestuurslid: Mr. M.C. Pedrotti
Adviseur: Mgr. J.G.M. van Burgsteden sss (Emeritus-hulpbisschop)
Adviseur: Moeder-overste Laetitia

Foto: Jan Peeters



maria-beeld-olv-ter-nood

De geschiedenis van het Heiligdom gaat terug tot het eind van de 14e eeuw. In die tijd vond een boer op zijn land een Mariabeeld. Hij nam dit mee naar huis, maar op miraculeuze wijze keerde het terug naar de plaats van vinding. Rond dezelfde tijd raakte een schip in nood voor de kust ter hoogte van Heiloo. In zijn nood bad de schipper tot God. Hij hoorde boven het gebulder van de golven en het geraas van de wind een heldere vrouwenstem die zei: ‘Als ge mij gaat eren zal de wind gaan keren’. De schipper herkende de stem van de Godsmoeder en beloofde zich voor haar verering in te zetten. Veilig aan land gekomen kwamen de beide verhalen bij elkaar en de plaats voor de bouw van de Genadekapel was daarmee gevonden. Uit 1409 is er een document bewaard in het archief van het Aartsbisdom Utrecht dat spreekt over de ‘capelle in de banne van Heiligenloo’.

In de voorhof van de Genadekapel bevindt zich een put met heilzaam water. Tijdens de Reformatie werd de kapel verwoest en de put gedempt met puin van de kapel. In 1713, ten tijde van veepest, welde met kracht water op vanonder het puin. De geschiedenis leert, dat de dieren die dronken van dit water de veepest overleefden.



Over het Heiligdom



KAPELLENGESCHIEDENIS

Bijna vergeten

houten-maria-beeld-olvternood-heiloo In de periode van 1573 tot 1909 was er geen kapel meer op de bedevaartplaats. Hoewel Onze Lieve Vrouw ter Nood bleef voortleven in de volksvroomheid was de bedevaartplaats van weleer, rond 1900, bijna geheel vergeten. Door de geloofsimpuls uit 1713 en als gevolg van de mondelinge overlevering was de devotie tot O.L.V. ter Nood in bepaalde families toch blijven voortleven. Zo ook in de familie van den Bosch uit Alkmaar. Een diepgelovige familie waarvan de moeder vroeg overleed. Vader van den Bosch hertrouwde en schonk met zijn tweede vrouw aan nog eens vier kinderen het leven. Binnen de diep godsdienstige familie van den Bosch werd het verhaal van de kapel en het putwonder doorverteld. Het verhaal maakte diepe indruk, met name op zoon Gerrit. Het liet hem niet meer los en toen hij 46 jaar oud was, besloot hij op zoek te gaan naar de plek waar eens de kapel had gestaan. Na geïnformeerd te zijn door de pastoor van Heiloo, Z.E.H. Seuter, ontdekte hij op 20 maart 1905 de door bomen en onkruid overwoekerde gedempte put en niet veel later ook de oude fundamenten van de kapel van weleer. Het jaar 1905 wordt daarom het jaar van de heropleving van de devotie genoemd. Hij vatte het plan op een nieuwe Genadekapel te bouwen, die in het jaar 1909 werd ingewijd.

De in 1913 gebouwde Bedevaartkapel

Mede als gevolg van de katholieke emancipatie in die tijd, bleek de nieuw gebouwde Genadekapel al spoedig te klein om de grote stromen pelgrims op te kunnen vangen die van heinde en ver naar Heiloo trokken om Maria te eren onder haar geliefkoosde naam, Onze Lieve Vrouw ter Nood. Statistieken uit het verleden tonen aan dat het aantal geregistreerde bedevaartgangers in het jaar 1911 al rond de 10.000 lag. Om het groeiende aantal bedevaartgangers en de grote groepen op te kunnen vangen werd daarom in 1912 besloten een noodvoorziening te treffen. Er werd een kapeltent geplaatst op het bedevaartterrein. De voorziening bleek werkelijk een ‘nood’-oplossing te zijn, want in hetzelfde jaar zou de tent door harde wind drie keer tegen de vlakte gaan.

De nooit gebouwde basiliek

Daar dit de devotie en de naam van de bedevaartplaats niet ten goede kwam, werd besloten in 1913 een eenvoudige, goedkope, uit hout opgetrokken kapel te bouwen, die dan te zijner tijd zou kunnen worden vervangen door een grote basiliek. De bouw van deze ‘tijdelijke’ bedevaartkapel, die plaats bood aan 900 mensen, werd toevertrouwd aan bouwbedrijf Smit uit Alkmaar en zou 18.000,- gulden kosten. Men plande dat deze tijdelijke voorziening er ongeveer 25 jaar zou staan om dan te worden vervangen door nevenstaande basiliek die in 1934 door architect Stuyt werd ontworpen. Doch het liep anders. De economische tegenwind in de jaren 30 zou aantrekken en een wereldwijde recessie veroorzaken waarop de Tweede Wereldoorlog volgde. Ook na de oorlog zou het benodigde geld voor de monumentale basiliek er uiteindelijk niet komen. Dit leidde er toe dat het grote plan letterlijk in de kast verdween en onze Bedevaartkapel, die haar charme ontleent aan de eenvoudige houten constructie, in 2013, haar 100e verjaardag heeft mogen vieren.

Tweede Genadekapel

Net voorafgaande aan de crisisjaren lukte het in 1930 wel nog de eveneens door Stuyt ontworpen nieuwe Genadekapel te bouwen die het zeer eenvoudige kapelletje uit 1909 zou vervangen. De fraaie muurschilderingen waarmee de nieuwe Genadekapel zoals wij die kennen is gedecoreerd, werden aangebracht door de kunstenaar Bijvoet, die in zijn dagen meerdere kerken van prachtige fresco’s heeft voorzien.


MIRAKEL VAN DE RUNXPUT

Gedenkplaat op de rand van de put

Zoals hierboven geschetst, zo was de situatie op de historische avond van 8 december van het jaar 1713, het jaar waarin Heiloo en omstreken door veepest geteisterd werden. Een veepest die maakte, dat de ziekte die de dieren trof, boeren beroofde van het schamele inkomen dat zij zich met hun beesten verwierven. Ten einde raad, geïnspireerd door de volksvroomheid van het voorgeslacht en ondanks de verboden van overheidswege, trokken katholieke boeren uit de omgeving van Heiloo, op het Hoogfeest van Maria’s Onbevlekte Ontvangenis, gezamenlijk op naar de plek waar de kapel en de put zich ooit bevonden, om daar de voorspraak in te roepen van Onze Lieve Vrouwe ter Nood, opdat de rampspoed ten goede gekeerd zou worden. Die avond, biddend op de plek waar ooit de kapel had gestaan, gebeurde het, dat terwijl de boeren zich op het kapelterrein in smeekgebed verenigden, achter hen met kracht water opwelde uit het puin waarmee de put in 1637 gedempt was. Ter herinnering aan deze gebeurtenis is op de rand van de huidige put een koperen plaat aangebracht met de tekst: “De Runxput werd tot Mariabron in de nacht van 8 op 9 december”.

Vreugde en dankbaarheid

Vol van vreugde en dankbaarheid werd de put vrij gemaakt. Met bussen en emmers werd het water meegenomen. De dieren die van dit opgewelde water dronken, bleven behouden. Ook kwam de toestroom van pelgrims die van wonderlijk voorval hoorden weer massaal op gang, tot grote ergernis van de protestante overheden. De put zou opnieuw gedempt worden en strenge straffen werden in het vooruitzicht gesteld voor diegenen die het waagden de plek ooit nog te bezoeken. Maar wat overheden ook probeerden om het katholieke volksgeloof uit te roeien, deze nieuwe, krachtige impuls aan het geloofsleven der katholieken maakte, dat hoewel de plek als zodanig meer en meer in de vergetelheid raakte, de devotie tot Onze Lieve Vrouwe ter Nood in de daarop volgende eeuwen zou overleven.

Runxput bovenaanzicht - Met vreugde zult gij water putten uit de bronnen van heil Genadekapel Onze Lieve Vrouw ter Nood

eucharistie-kleine-kapel-priester-anton-overmars-olv-ter-nood-heiloo

HISTORISCHE ACHTERGROND

De precieze datum van de oorsprong van de bedevaartplaats hebben we niet. Maar wat betreft de kapel is er in het archief van het Aartsbisdom Utrecht uit het jaar 1409 een geschrift bewaard gebleven waarin gesproken wordt over de ‘Onze Lieve Vrouwe capelle in de banne van Heiligeloo’. Deze eerste kapel werd met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gebouwd tegen het einde van de veertiende eeuw.

De overlevering leert ons, dat er in die tijd nabij de Runxput een houten beeld van Maria werd gevonden. Een beeld dat op miraculeuze wijze terugkeerde op de plaats van vinding. Dit herhaalde zich. Het was ook in die dagen, dat er voor de kust ter hoogte van Heiloo een schip in nood raakte. De schipper hoorde in zijn nood boven het gebulder van de wind een heldere vrouwenstem zeggen: “Als ge Mij gaat eren, zal de wind gaan keren”. De schipper herkende de stem van Maria, bad tot de Moeder Gods en beloofde zich te zullen inzetten voor haar verering. De wind keerde en veilig aan land gekomen, wilde hij zijn belofte gestand doen. De twee verhalen kwamen bij elkaar en de plaats voor een kapel ter ere van Onze Lieve Vrouw was gevonden.

Van toen af stroomden de mensen naar de kapel om troost te zoeken bij Maria, die men vereerde als Onze Lieve Vrouwe ter Nood, tot 1573, het jaar waarin de eerste kapel volledig werd verwoest.


KATHOLIEK GELOOFSGETROUW

Deze verwoesting vond plaats ten tijde van de 80-jarige oorlog tegen Spanje, kort nadat de protestante vrijheidsstrijders Alkmaar hadden bevrijd uit de Spaanse overheersing. Na de bevrijding van Alkmaar vernietigden de bevrijders letterlijk alles wat aan de Spanjaarden herinnerde, met name ook datgene van het katholieke geloof waartegen de hervormers zich hadden gekeerd, o.a. de devotie tot Maria. Het hoeft niet te verwonderen, dat behalve de kapel in Heiloo ook de Grote Kerk in Alkmaar en andere religieuze centra, zoals o.a. de Adelbertusabdij in Egmond, werden onteigend en/of verwoest.

Bijzonder is evenwel dat de katholieken ook na de verwoesting van de kapel, hoewel streng verboden door de protestante overheden, bleven komen. Wat nog herinnerde aan de gloriedagen van weleer waren de put en de ruïne van een prachtig Godshuis. Toch zou de katholieke geloofstrouw hard afgestraft worden door de protestante overheden die besloten een radicaal einde te maken aan de ‘lichtzinnige superstitiën (bijgelovigheden) der papen’. In 1637 werden de muurresten tot op het fundament weggebroken en de put gedempt met het puin. Na 1637 was er dan ook niets meer te vinden dat herinnerde aan de plek waar Maria door haar kinderen meer dan 200 jaar was geëerd. Toch leefde de devotie voort in de volksvroomheid en individueel of in kleine groepen werden nog wel pelgrimages ondernomen naar de bedevaartplaats, die meer en meer overwoekerd werd door bomen en onkruid.