De Kersttijd

doopsel-jezus-johannes-doper-jordaan-olv-ter-nood-heiloo

Vandaag, zondag 12 januari 2020, sluiten we de Kersttijd af met het feest van de Doop van de Heer. Met miljoenen mensen wereldwijd hebben wij op 25 december 2019 de geboorte van Jezus, Zoon van God, Mensenzoon en Zoon van David gevierd. Het ontroerende tafereel in de stal van Bethlehem wordt daarbij uitgebreid uitgebeeld. Ook op het St. Pietersplein in het Vaticaan staan sinds 1982 een enorme kerststal en kerstboom. Onze paus Franciscus hield er dit jaar nog een mooie meditatie bij.

Een van de vele tekenen dat het met Kerstmis gaat om een ingrijpen van God in deze wereld is wel dat Kerstmis al eeuwenlang blijft inspireren en ontroeren. Het wordt nooit saai of ouderwets. God komt naar de mensen toe om hun het leven en het geluk aan te reiken, waarnaar elk mensenhart van nature verlangt. Op deze eenvoudige maar wonderbaarlijke geboorte van Gods eniggeboren Zoon in de stal van Bethlehem gaat onze jaartelling terug. Verder hebben we in de Kersttijd op zondag 29 december het feest gevierd van de H. Familie, het feit dat Jezus als kind opgroeide bij zijn vader en moeder, waar Hij met de jaren toenam in wijsheid en welgevalligheid bij God en de mensen.” (Lc. 2,52). Op 1 januari vierden we het feest van de H. Maagd Maria, Moeder van God, en daarmee ook Moeder van de Kerk, en onze Moeder. Zondag 5 januari was het Hoogfeest van de Openbaring des Heren (Driekoningen), het eerste moment waarop vertegenwoordigers van andere volkeren werden getrokken naar de pasgeboren Koning der Joden. Hiermee gingen de vele profetieën van het Oude Testament in vervulling die zeiden dat de glorie van de Heer over Jeruzalem zal stralen, een licht dat haar beschijnt en dat vele volkeren zal aantrekken.

Met het feest van de Doop van de Heer wordt, zoals gezegd, de Kersttijd afgesloten. We maken een sprong in de tijd van ongeveer dertig jaar. Nu staat Jezus ineens als jongeman van ongeveer dertig jaar onder de duizenden die zich door Johannes de Doper laten dopen in de Jordaan tot bekering en vergeving van hun zonden. Ook Jezus treedt toe om gedoopt te worden. Johannes wilde Hem tegenhouden, maar Jezus verklaarde dat het passend was om het zo te doen. Als Hij opstijgt uit het water klinkt er een stem uit de hemel: “Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb Ik mijn behagen gesteld.” En de heilige Geest daalde neer in de gedaante van een duif. De drie-ene God openbaarde zich aan duizenden mensen.

De Doop van de Heer heeft alles te maken met ons eigen doopsel. Ook wij dalen met Christus af in het water van de dood, waar onze zonden worden afgewassen. En na ons met Hem te hebben ondergedompeld, stijgen wij weer met Hem op uit het water en horen wij − sterk en machtig – de stem van de Vader die zich ook tot ons richt in de diepte van onze harten, en voor ieder van ons een nieuwe naam verkondigt: “Beminde! In wie Ik mijn welbehagen vind.”

Pater Gerard Wijers s.s.s., Amsterdam

Delen

Lid van de congregatie van Sacramentijnen is pater Wijers woonachtig in de in Amsterdam bij de Begijnhof en assisteert heel regelmatig op het heiligdom.

Nieuwste overwegingen