Wie is mijn naaste?

Zondag stelt in het evangelie een wetgeleerde de vraag aan Jezus; “en wie is mijn naaste?”. Voor velen van ons is het antwoord op deze vraag niet eenvoudig. Wij zoeken dan eerst in onze eigen kring van naasten, je familie, je medemensen met wie je het dagelijks leven deelt. Het is heel menselijk om allereerst om je heen te kijken naar hen die je al kent. Een antwoord op de vraag wie mijn naaste is vinden we in de regel voor monniken van de h. Benedictus, en wel in hoofdstuk 53 ‘hoe men gasten moet ontvangen’.
‘Alle gasten die aankomen moeten worden ontvangen als Christus zelf, want Hij zal eens zeggen “Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen”. Aan ieder wordt de eer bewezen die men hem verschuldigd is, maar heel in het bijzonder aan de geloofsgenoten en aan de vreemdelingen.’ En iets verder zegt hij; ‘Vooral aan het opnemen van armen en vreemdelingen moet men de grootste zorg besteden, omdat men in hen Christus meer in het bijzonder ontvangt.’
Misschien zegt de h. Benedictus als navolger van Jezus Christus wel ‘wie is mijn naaste niet?’. Is niet ieder mens een naaste?, in de kerk worden wij aangesproken met broeders en zusters, en dat zijn wij toch ook! Ook in het eucharistisch gebed 2C bidden we; “Zo delen wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U dat wij door de heilige Geest worden vergaderd tot een enige kudde.”
In alle eucharistische gebeden staat een bede om eenheid, in 3B staat bijvoorbeeld; Vervul ons van Zijn heilige Geest opdat men ons in Christus zal zien worden tot een lichaam en een geest.
Gastvrijheid is een groot goed, en mooi om te zien hoe velen in Nederland meehelpen met de opvang van de vluchtelingen uit de Oekraïne. We leven massaal mee en zijn bereid om te helpen. Soms denk ik weleens hoe het komt dat de opvang van vluchtelingen en asielzoekers vanuit andere landen zo moeilijk is en de opvang zo moeilijk te organiseren is. Waar komt de weerstand vandaan om de naaste te helpen?
Op de achterzijde van het boekje ‘de zondag vieren’ van Berne Media staat deze zondag een tekst van de h. Titus Brandsma; “De hoeder van mijn broeder? Ik ken hem toch niet. Ik heb geen contact met hem….. Ja , je bent de hoeder van je broeder. Schep contact. Niet vragen. Niet omzien. Niet oordelen. Gewoon helpen.”
Ook ons gastenhuis, het Julianaklooster, is een plaats van gastvrijheid. Naast de opvang en huisvesting van 30 mensen uit de Oekraïne gaan ook de gewone activiteiten door. Dit weekend is er een Talitakumi weekend en binnenkort is er het vakantiekamp voor tieners ‘Break Out’. Ook andere bijeenkomsten zoals de retraite voor de studenten van het Bonifatiusinstituut en bezinningsdagen gaan gewoon door. Het Julianaklooster is een plek van ontmoeting en waar plaats is voor velen, ook voor u.
Net als de h. Benedictus zegt de h. Titus Brandsma in dezelfde tekst; Je moet je broeder helpen. Zonder dralen. Zonder dubbelzinnigheid. Je moet het Gelaat van Christus in hem eren.
Misschien een uitdaging voor ons om in de ander die wij ontmoeten Christus te ervaren
H. Benedictus, h. Titus Brandsma en heilige Maria Onze Lieve Vrouw ter Nood, Bid voor ons.
Anton Overmars pr.
Nieuwste overwegingen

Retrouvaille
oktober 01, 2023

Hoop
september 27, 2023

Het Kruis, een feest?
september 18, 2023