Wat vraagt u voor Kerstmis?
Misschien denkt u wel: nou zeg, is die zuster nu ook al zo modern dat ze doet aan kerstcadeautjes in plaats van Sinterklaas? Of misschien wel allebei, en zou ze dan haar gelofte van armoede zijn vergeten? Heeft die zuster überhaupt niets beters om aan te denken in de advent dan aan kerstcadeautjes?
Of misschien heeft u het al wel door: de zuster bedoelt een heel bijzonder kerstcadeautje. Onze Heer wil ons namelijk met Kerstmis een bijzonder cadeau geven: aan u, aan mij, aan de vrijwilligers van het Oesdom, aan de rector, aan elk van ons. En dat cadeau is voor iedereen een beetje hetzelfde en toch heel verschillend: op Kerstmis, de dag dat wij vieren dat Hij de menselijke natuur heeft aangenomen, wil Hij ons doen delen in Zijn godheid. Hij wil ons iets van Zichzelf geven. Als God ons iets van Hemzelf geeft, ons in zekere zin doet delen in Zijn goddelijk leven, noemen we dat “genade”. En voor elk van ons, voor elk van U heeft God een bijzondere kerstgenade klaarliggen.
Maar God kan toch elke dag Zijn genade geven? Jazeker. Hij is in de eeuwigheid, voor Hem is er geen onderscheid tussen Kerstmis, Goede Vrijdag en Pasen. Maar Hij weet heel goed dat wij wel in de tijd leven. De Heilige Kerk, die als het ware een voortzetting van de Menswording is, de voortdurende aanwezigheid van Christus op aarde, beleeft daarom het liturgisch jaar waarin we in chronologische volgorde stilstaan bij alle gebeurtenissen uit Christus’ leven. Dat liturgisch jaar is dus niet gewoon een menselijk verzinsel, een praktische manier om geen enkel feest te vergeten. Nee, het is een uitvinding van God Zelf, die, hoewel Hijzelf zich buiten de tijd bevindt, zich in de tijd aan de mensen wil geven.
En dus heeft Hij op elk belangrijk moment van het liturgisch jaar een belangrijke genade voor ons klaarliggen. Sommige van die momenten zijn zó belangrijk en de genaden die Hij ons wil geven zó groot, dat Hij aan het feest een tijd van voorbereiding vooraf laat gaan. Het is namelijk met genaden zo dat wij mensen de limiterende factor zijn. Gods genade is oneindig groot, maar wij ontvangen ervan in de mate dat ons hart goed voorbereid is. Je zou de genade kunnen zien als een enorme plens water die God uit de Hemel stort. Hebben wij alleen maar een bekertje om die op te vangen? Dan ontvangen we een paar slokken en valt de rest op de grond. Maar als we nou een emmer hebben, of een badkuip, of een zwembad!
Deze laatste week die ons nog rest (want stel vooral uw hoop niet op de vierde week, dan zou u bedrogen uitkomen) kunnen we mooi gebruiken om van ons hart een zwembad voor de genade te maken. Of misschien wel een meer of een zee?
Eén van de methodes van God om het volk Israël voor te bereiden op de komst van de Verlosser, was hen te laten zien dat ze het zelf niet konden. Hoe meer zij hun nood begrepen, hoe meer ze begonnen te bidden om de komst van de Messias, en op die manier werden ze steeds beter voorbereid op Zijn komst. Want hoe groter het verlangen, hoe Meer Hij. Laten we hen nadoen: elk van u kan nagaan waar in uw leven u Hem nog meer nodig hebt, wat de zonden of zwakheden zijn waar u Zijn hulp nodig heeft. Vraag Hem met Kerst dáár te komen. En wees niet bang er een lang verlanglijstje van te maken. Hij wil niets anders dan ons zijn genade geven! “Bidt en u zal gegeven worden” (Mt 7:7), “Open wijd uw mond en Ik zal hem vullen.” (Ps 81:11)
Neem vandaag dus even de tijd om na te denken: wat vraagt u dit jaar voor Kerstmis?
M. Laetitia Dei
Nieuwste overwegingen
Samen of alleen?
september 06, 2024
Een nieuw jaar!
september 01, 2024
Wonder aller wonderen
augustus 24, 2024