VOLKSGENOOT EN VREEMDE
In het evangelie van vandaag horen we Jezus het gebod herhalen dat de kern vormt van heel onze geloofsbeleving en dat ook in het Oude Testament al bekend was: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf”. En deze naaste is niet alleen de volksgenoot. Nee: de naaste is ook de vreemdeling, zoals we in de eerste lezing uit het boek Exodus hebben gehoord.
Onze westerse samenleving wordt wel een “multiculturele samenleving” genoemd. Dat wil zeggen dat wij open willen zijn voor mensen van alle mogelijke rassen, talen, religies en culturen en dat niemand mag worden gediscrimineerd, op welke grond dan ook. Dit ideaal sluit goed aan bij de liturgie van vandaag, de basis van ons geloof: De liefde tot God en tot de naaste, volksgenoot én vreemde. Er zijn gelukkig talrijke ervaringen dat de vele, soms grote verschillen tussen religies en culturen een wederzijdse aanvulling en verrijking zijn van elkaar. Zelf mocht ik 14 jaar pastoor zijn in een voornamelijk islamitische wijk in Amsterdam Nieuw West en heb daar leerzame contacten mogen leggen tussen de parochie en o.a. de, naast de kerk gelegen, islamitische middelbare school.
De laatste tijd blijkt echter dat alleen het willekeurig samenbrengen van mensen met verschillende religieuze en culturele achtergronden niet voldoende is om harmonieus en stabiel met elkaar samen te leven. Terreuraanslagen en andere ongeregeldheden bedreigen onze westerse “multiculturele samenlevingen” steeds meer en steeds serieuzer. De populistische leuze “aanpassen of wegwezen” is geen antwoord op deze moeilijkheden. Onze Nederlandse Grondwet biedt evenmin voldoende basis voor een harmonieuze en stabiele samenleving. Hij kan immers in alle vrijheid op verschillende wijzen worden uitgelegd. Is bijvoorbeeld schelden, beledigen, het produceren en verspreiden van pornografie vrijheid van meningsuiting, zoals dat vastligt in artikel 7, of is dat grensoverschrijdend handelen, dat in een rechtsstaat dient te worden vervolgd en bestraft? Is het aan de rechter om bindende uitspraken te doen in concrete gevallen? Zo ja, op grond waarvan zou de rechter dan die bindende uitspraken kunnen doen?
Het is duidelijk dat de liefde tot de naaste, volksgenoot én vreemde, niet mogelijk is zonder de liefde tot God. En deze liefde tot God, die voert tot het kennen van God, uit zich concreet in het onderhouden van zijn geboden, zoals die van nature in het binnenste van elke mens gegrift staan, en die wij daarom de Natuurwet noemen. (Vgl. 1 Joh. 2,3) Deze Natuurwet kan in geen enkele samenleving ter discussie worden gesteld, zonder dat dat ernstige gevolgen heeft.
Hopen en bidden wij dat een nieuwe ontdekking van de Natuurwet nieuwe antwoorden mag geven op de kleine en grote vraagstukken van onze tijd, met name op de terreinen van de beschermwaardigheid van elk mensenleven en van elk huwelijk en gezin. Moge de multiculturele samenleving met de Natuurwet als basis worden wat zij in feite is: Een samenleving waarin de diversiteit van de verschillende bevolkingsgroepen niet meer wordt ervaren als een bedreiging, maar als een verrijking. Mogen wij tot slot ook ontdekken dat een nieuwe keuze voor de Natuurwet ons aanzet tot bekering en geloof, en ons van Godswege vergeving schenkt van eerdere misstappen.
Pater Gerard Wijers s.s.s., Amsterdam.
Nieuwste overwegingen
Lourdes in Heiloo
april 14, 2024
Bernadette op bezoek
april 07, 2024
Hij is verrezen!
maart 31, 2024