Opdracht van de Heer

Afgelopen dinsdag 2 februari vierden wij het feest van de Opdracht van de Heer in de tempel. Op de eerste grote muurschildering in onze Genadekapel aan de linkerkant wordt deze gebeurtenis mooi in beeld gebracht. Het is veertig dagen na Kerstmis. Het pasgeboren kind Jezus is veertig dagen oud. Volgens het voorschrift van de Joodse Wet moet elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht aan de Heer worden toegewijd, waarbij een offer moet worden gebracht, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven.
Daarom brachten de ouders van Jezus hun Kind naar de tempel in Jeruzalem om te voldoen aan het voorschrift van de Wet van Mozes. Maar niet alleen aan de oude Wet werd voldaan, ook aan de nieuwe Wet, die inhield dat de beloofde Verlosser, de lang verwachte Messias, in dit Kind op aarde is gekomen. De oude Simeon, door de heilige Geest gedreven, herkende in het Kind de Gezalfde des Heren, en hij loofde God met de woorden: “Mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volkeren hebt bereid; een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël.” Met heidenen werden alle niet-Joodse volkeren bedoeld. Tegelijk voorzag Simeon dat dit Kind bestemd is om een teken te zijn dat weersproken wordt. Ook de oude profetes Hanna kwam naderbij, dankte God, en sprak over het Kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten. We vinden de Opdracht van de Heer in de tempel verhaald in het evangelie volgens Lucas. (Lc. 2,22-32)
De opdracht van de pasgeboren Heer in de tempel is een van de vele gebeurtenissen die ons duidelijk maken dat het heil van de wereld uit de Joden komt, maar bestemd is voor alle volkeren van de wereld. Jezus verklaart dit onder andere aan de Samaritaanse vrouw bij de put van Jacob. (Joh. 4,22) In psalm 86 lezen wij: “Alle volkeren – hun schepper zijt Gij – zullen opgaan, Heer, U aanbidden; zij geven ùw naam de eer.” (Ps. 86,9). Herhaaldelijk zal Jezus zich in woorden en tekenen openbaren aan vertegenwoordigers van niet-Joodse volkeren. Als bijvoorbeeld de Romeinse honderdman de hulp van Jezus inroept met de woorden, die wij elke eucharistieviering herhalen: “Heer, ik ben het niet waard dat Gij onder mijn dak komt; maar een enkel woord van U is voldoende om mijn knecht te doen genezen.” zegt Jezus tot zijn volgelingen: “Voorwaar, Ik zeg u, Bij niemand in Israël heb ik een zó groot geloof gevonden.” (Mt. 8,8 – 10)
De Nederlandse naam Maria Lichtmis voor het feest van de Opdracht van de Heer in de tempel herinnert aan de lichtprocessie als een hulde aan Maria, die evenals haar Kind volgens de Wet van Mozes moest worden gereinigd. Tegelijk gaat Maria Lichtmis, de Opdracht van de Heer in de tempel, ook over onze opgang naar het huis van God waar wij de Heer mogen ontmoeten bij het breken van het brood, het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, telkens opnieuw totdat Hij wederkomt in heerlijkheid.
Laten wij bij onze moeilijkheden, tegenslagen, onreinheden, etc. die wij in het leven oplopen, met de lasten waaronder wij gebukt gaan, persoonlijk en gezamenlijk, opgaan naar het huis van de Heer, om bij Hem rust en verlichting te vinden. (cfr. Mt. 11,28)
Pater Gerard Wijers s.s.s., Amsterdam
Nieuwste overwegingen

“Heb Mij lief, zoals Ik u heb liefgehad”
maart 15, 2025

God laat Zich zoeken
maart 08, 2025

Veertigdagentijd: Onze weg naar Pasen
maart 01, 2025