Hoogfeest van het Heilig Sacrament
Zondag 18 juni 2017
Het (bijna) laatste stukje van hoofdstuk 6 van het Johannes Evangelie wat we vandaag horen (Joh 6,51-58) is ‘akelig’ reëel. Zo reëel dat veel van Zijn leerlingen er om weglopen. “Deze taal stuit hen tegen de borst” (Joh 6,60).
Een aantal jaren geleden was ik met de toenmalige ‘blauwe zusters’ van hier, Moeder Milagro en Zr. Montfort mee op missiereis naar Egypte. Ik toen nog als seminarist. We waren met een hele groep van circa 25 personen. Er was ook een vrouw bij die veel hier op het heiligdom komt. Op een gegeven moment raakten we wat aan de praat en zij vertelde mij dat ze moeite had om te geloven dat het in de H. Eucharistie en de H. Communie werkelijk om het Lichaam en Bloed van Christus gaat. Ik adviseerde haar toen om dit hoofdstuk van Johannes te lezen en dan met name het stukje wat we vandaag horen. Jezus is hier heel concreet en dat geloof je of geloof je niet. “Het brood dat ik zal geven is Mijn vlees ten bate van het leven van de wereld.” “Want Mijn vlees is echt voedsel en Mijn bloed is waarlijk drank.” Jezus is zo reëel dat we er niet om heen kunnen dat Hij hier op Zijn offer op het Kruis duidt en de H. Eucharistie die dit present stelt. In het eerdere stukje in hoofdstuk 6 zou je nog kunnen zeggen: we moeten dit symbolisch zien, ‘Jezus als het brood des levens.’ Maar hier is Hij zo concreet dat je er niet om heen kunt. “Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt blijft in Mij en ik in Hem.”
De tweede lezing van vandaag uit de 1ste brief aan de Korintiërs (1 Kor 10,16-17) bevestigt dit ook. Paulus schrijft hier: “Geeft niet de beker der zegeningen die wij zegenen, gemeenschap met het Bloed van Christus? Geeft niet het brood dat wij breken, gemeenschap met het lichaam van Christus?” En ook de synoptische Evangeliën Mattheus, Marcus en Lucas zijn er heel duidelijk in. Alle drie hebben ze het instellingsverhaal van de Eucharistie waarin Jezus over het brood zegt: “dit is Mijn Lichaam” en over de beker wijn “dit is Mijn Bloed.”
Het is allemaal ‘akelig’ reëel, en dat is de grote genade ervan. Jezus geeft ons in de H. Eucharistie werkelijk zijn Lichaam en Bloed te eten. In de H. Communie hebben wij werkelijk deel aan Zijn leven. Het is niet voor niets dat Jezus zegt: “Als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u” (Joh 6, 53). Wat een genade dat we dit mogen geloven en dat we hier werkelijk aan deel mogen hebben.
De jonge vrouw die mee was op de missiereis is dit stukje Evangelie gaan lezen en ze heeft me later wel eens gezegd dat dit haar geholpen heeft om dit werkelijk te gaan geloven. Nu zie ik haar regelmatig op vrijdagmiddag bij de aanbidding van het Allerheiligste in de Genadekapel van 15 – 18 uur. Als je weet dat Jezus werkelijk aanwezig is in de H. Communie, waar wil je dan anders zijn als je weet dat Hij daar wordt uitgesteld? Dank u God.
Nieuwste overwegingen
Verkondiger van de Verrijzenis
april 20, 2024
Lourdes in Heiloo
april 14, 2024
Bernadette op bezoek
april 07, 2024