Het einde der Tijden

de-komst-van-de-mensenzoon

Vandaag horen wij in het evangelie Jezus spreken over het einde der tijden. Hij spreekt over “de verschrikkingen in die dagen” en tegelijk van “de komst van de Mensenzoon op de wolken met grote macht en heerlijkheid”. Hij zegt er ook bij: “Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar mijn woorden zullen niet voorbij gaan.”  Met andere woorden: Laat je te midden van oorlogen, hongersnoden, en andere rampen niet van de wijs brengen, maar blijf geloven en hef je hoofden omhoog, want je redding is nabij. (vgl. Lc. 21,28). Deze woorden verdrijven onze angst voor alles wat er om ons heen gebeurt, ook de mogelijke angst voor ons eigen einde, wanneer het moment gekomen is waarop wij zelf deze aarde gaan verlaten. Geen angst voor het einde dus, maar hoop, gebaseerd op gelovig vertrouwen.

Het besef dat het zo niet langer door kan gaan, maar dat God nu toch wel moet ingrijpen, is van alle tijden. Reeds de apostelen vroegen aan de Verrezen Heer op de dag van zijn hemelvaart: “Gaat Gij in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen?” (Hand. 1,6). Jezus legt hun uit dat het Rijk van God niet van deze wereld is, zoals het koninkrijk van David, maar het hemels koninkrijk, waar eeuwig leven zal zijn. De apostelen hoeven alleen maar in de kracht van de heilige Geest over heel de wereld te getuigen van Jezus’ leven, dood en verrijzenis. Onlangs herdachten wij dat het precies 100 jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog werd beëindigd. Helaas werd dat het begin van de Tweede Wereldoorlog. Twee gruwelijke gebeurtenissen die miljoenen slachtoffers hebben gemaakt en veel verwoestingen hebben aangericht. Velen dachten toen ook: ”Dit kan zo niet langer meer doorgaan. Waarom grijpt God niet in?” Er treden ook regelmatig valse profeten op en schijnchristussen die beweren de teruggekomen Mensenzoon te zijn, of die een datum noemen waarop het einde van de wereld zal komen. Het evangelie is hierin glashelder: Laat je niet misleiden, geloof hen niet. Van de dag of het uur van het einde van de wereld weet niemand af, ook niet de Mensenzoon. (vgl. Mc. 13,21.22.32)

Nee, het Rijk Gods breekt niet met geweld baan, maar is in alle eenvoud en bescheidenheid, nu al duidelijk onder ons aanwezig. (Lc. 17,21) In Jezus heeft God ons alles gegeven om toegang te krijgen tot zijn Rijk en het eeuwig leven te genieten. In het Oude Testament geeft God ons de Tien Geboden als de weg om als gelovigen de relatie met Hem te onderhouden. In het Nieuwe Testament geeft God ons zijn Zoon, om alle schuld van ons weg te nemen, en de liefde in praktijk te brengen, die ons in staat stelt de Tien Geboden te onderhouden en het eeuwig leven te verwerven. Laten we daarom telkens opnieuw ingaan op de uitnodiging van Jezus om ons te bekeren en te geloven in de Blijde Boodschap. (Mc. 1,15) Dan mogen wij met Hem ervaren dat Hij de wereld heeft overwonnen, dat met Hem het Rijk Gods onder ons aanwezig is, en dat wij daarom in alle omstandigheden de toekomst met geloof en vertrouwen tegemoet mogen zien.

Pater Gerard Wijers s.s.s.

Amsterdam

Delen

Lid van de congregatie van Sacramentijnen is pater Wijers woonachtig in de in Amsterdam bij de Begijnhof en assisteert heel regelmatig op het heiligdom.

Nieuwste overwegingen