Hemelvaart en pinksteren
Aanstaande donderdag 21 mei 2020 vieren wij het Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer. Tien dagen later, op zondag 31 mei, vieren wij het Hoogfeest van Pinksteren. De periode van negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren zijn van groot belang in de ontstaansgeschiedenis van de Kerk. In het Bijbelboek Handelingen van de Apostelen, over het prille begin van de Kerk, wordt deze periode als volgt verwoord: “Terwijl Hij met hen at, beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten maar de belofte van de Vader af te wachten, die gij van Mij vernomen hebt: Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest. Gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1,4-5.8). Het is een goede gewoonte geworden om in deze periode tussen Hemelvaart en Pinksteren een Pinksternoveen te bidden.
Het is dus duidelijk dat het ontstaan en het voortbestaan van de Kerk geen mensenwerk alleen is, maar een werk van de heilige Geest ín mensen. De apostelen waren op de dag van Hemelvaart namelijk vol geloof en vol enthousiasme om te beginnen aan hun zendingsopdracht die zij van de Heer hadden ontvangen: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mt. 28,19-20). Zij waren ten slotte drie jaar lang met Jezus opgetrokken, hadden alle toespraken gehoord, alle wondertekenen gezien, van alles uitleg gekregen, en vooral: Zij waren getuigen van de kruisdood en verrijzenis van de Heer. Toch waren de apostelen met al hun geloof, met al hun enthousiasme en hun bereidwillige inzet niet in staat om ook maar één woord te spreken of ook maar één teken te stellen. Nee, eerst moest de heilige Geest over hen neerdalen op de vijftigste dag, de dag van Pinksteren. Zo moest vanaf het prille begin duidelijk worden dat de Kerk geen mensenwerk alleen is, maar het werk van mensen die daartoe geroepen en gezonden zijn door de Heer zelf, en die zich laten leiden door de heilige Geest. Dat de heilige Geest inderdaad met vuur en kracht werkzaam is in de Kerk bleek al meteen op die eerste Pinksterdag toen het goede nieuws zonder angst en zonder terughoudendheid in alle talen werd verkondigd. Velen kwamen spontaan tot geloof en lieten zich dopen tot vergeving van hun zonden (Hand. 2,38), allereerst ongeveer drieduizend joden, maar later ook vele niet-joden.
Verder is het duidelijk dat de Kerk vanaf haar prille begin tijdens het biddend wachten op de heilige Geest niet alleen bestaat uit Maria en de apostelen, maar ook uit de vrouwen en de broeders, een hele groep van ongeveer 120 personen (Hand. 1,14-15). Uit deze groep werd Mattias aangewezen om de plaats van Judas Iskariot in te nemen en zo het getal van de Twaalf Apostelen vol te maken. Laten wij ons er in deze (corona)tijd opnieuw van bewust worden dat de heilige Geest ook over ons is uitgestort bij ons Doopsel en Vormsel en dat ook wij geroepen zijn om in de kracht van die Geest te getuigen van Jezus die is onze Weg, onze Waarheid en ons Leven tot het eeuwig leven in het hemels Vaderhuis.
Pater Gerard Wijers s.s.s., Amsterdam
Nieuwste overwegingen
Lourdes in Heiloo
april 14, 2024
Bernadette op bezoek
april 07, 2024
Hij is verrezen!
maart 31, 2024