De kracht van het opgedragen lijden

De kracht van het opgedragen lijden

Op de tweede zondag van de veertigdagentijd lezen we in het evangelie over Jezus’ gedaanteverandering op de berg Tabor. Vóór zijn naderende lijden en dood in Jeruzalem, dat Jezus al meerdere keren had aangekondigd, wilde Hij de apostelen het goddelijke licht openbaren dat elk uit liefde gedragen lijden omvormt en heiligt.

Elke mens, van kind tot bejaarde, gelovig of ongelovig, kent lijden. Maar hoe zwaar valt het ons om op de juiste manier met lijden om te gaan! Hoe vaak vragen we onszelf niet af of horen we het niet van anderen: “Als God oneindig goed is, waarom laat Hij dan lijden toe?” De vraag naar de oorzaak en de zin van het lijden kan eigenlijk alleen door christenen worden beantwoord, omdat het gaat over het centrale mysterie van ons geloof, over verlossing.

God heeft lijden en dood nooit gewild, evenmin als Hij de oorzaak daarvan, de zonde, nooit gewild heeft. De zondeval en de afkeer van de eerste mensen en al onze zonden gaven en geven het kwaad steeds meer macht en storten de mensheid in onnoemelijk veel pijn en lijden, waarvan het uiteindelijke gevolg de dood is. Satan gebruikt deze macht in zijn haat om ons door rampen en oorlogen, door lijden en dood, schade toe te brengen en ons overal waar mogelijk van God te scheiden.

Maar God heeft medelijden met het grote kwaad dat de menselijke geschiedenis is overkomen. Aangezien Gods wezen liefde is, kan Hij alleen met liefde op ons ongeluk antwoorden. De goddelijke Verlosser nam met oneindige liefde al het lijden van de hele schepping op zich, overwon het kwaad en maakte bij de Vader alles weer goed voor ons. Zo gaf Hij het lijden, dat in zijn hoedanigheid waardeloos is, een oneindig kostbare, verlossende waarde. Hij gaf het lijden uit liefde omvormende kracht, hij maakte het zelfs tot een bron van genade en zegen. Het kruis werd een teken van allerhoogste liefde – liefde tot het uiterste. Daarom kan al ons lijden, zowel lijden buiten onze schuld als door eigen schuld veroorzaakt, krachtig en waardevol worden wanneer we het in het licht van het kruis aanvaarden en met bereidwillige liefde dragen. Dan kan Jezus zijn verlossingswerk in ons voortzetten. Dat belijdt ook de heilige Paulus wanneer hij schrijft: “Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.” Dit betekent ook: “Niet meer ik lijd, maar Christus lijdt in mij.” Dit is het diepe geheim van verlossing en medeverlossing. Wat een troost voor ons christenen om dit te weten.

De zalige Spaanse journalist Manuel Lozano Garrido (1920-1971), die blind was en bijna 30 jaar aan een rolstoel gekluisterd zat, schreef over de kracht van het opgedragen lijden: “Christus is in allen die lijden, niet alleen om dit lijden te delen en draaglijker te maken, maar om het te verenigen met het zijne, om het dezelfde verlossende kracht te geven die zijn kruis had om de wereld te verlossen. Hiervoor zijn twee dingen nodig: onze wil en onze liefde. Ja, het kruis weegt wel zwaar, maar het heeft vleugels.”

Pr. Martin M. Barta

Delen

Nieuwste overwegingen