De frontlinie

De frontlinie

Vandaag sprak ik (net nadat ik een reminder had ontvangen om de nieuwsbrief te schrijven, terwijl ik nog nadacht waarover ik zou schrijven) een groepje bejaarden die vanuit Leiden hier op bedevaart waren gekomen. Ik vertelde hen het verhaal van het Heiligdom, de wonderen waardoor dit Heiligdom tot stand is gekomen, de put, de veepest… Toen riep één van de dames uit: “zuster, het is ook altijd wat hè. Nu is er ook weer een vogelgriep. Als ik jong was geweest, dan had ik gewoon die put leeggepompt en met een vliegtuig al het water over ons hele land uitgegoten!”

Nu ken ik deze dame al wat langer en ik kan u verzekeren: ze zou ertoe in staat zijn geweest. Nu ze 95 is, zal ze dat inderdaad niet meer doen, maar ze zet zich des te meer in voor dat wat ze nog wél kan: bidden, bidden, bidden. En zoals zij zijn er nog veel meer ouderen van dagen die hun ziekte, ouderdom en ander lijden offeren en bidden voor de wereld, daar ben ik van overtuigd. Waarom? Omdat ik de vruchten ervan zie!

Afgelopen winter was ik bij de WJD@Home (een jongerenactiviteit) op Ameland. Op de avond dat er biechtgelegenheid was, vertelden twee meisjes met tranen in hun ogen dat ze zo graag zouden biechten maar dat nog niet konden, omdat ze pas met Pasen gedoopt zouden worden! Een vriendin, één jaar eerder gedoopt, troostte hen.

Twee weken geleden hadden we een jongerenweekend in Duitsland. Van de pak ‘m beet 15 Nederlandse jongeren die mee waren, zijn er drie in de afgelopen paar jaar bekeerd en gedoopt. Ze zijn nu druk bezig een katholieke mannengroep op te richten. Vorig weekend was het weer raak: bij de Geestelijke Oefeningen was de jongste deelneemster een meisje van 17, als baby gedoopt maar pas sinds een jaar actief betrokken bij de Kerk en die met Pasen de Communie en het Vormsel heeft ontvangen, en nu op zoek is naar méér.

Die bejaarden komen niet op dat soort plekken en zullen maar heel weinig vrucht zien van hun gebeden en het lijden dat ze opdragen. Maar zij zijn de motor van de Kerk, de frontlinie, en dat mogen ze weten!

Maar toen dacht ik: hoe moet dat later? Nu is er nog een generatie bejaarden die bidt, Rozenkrans na Rozenkrans, die de hele dag Radio Maria aan heeft staan en met alle gebeden meebidt. Hoe moet het nou over 10 jaar, als die generatie al, na de goede strijd te hebben gestreden, in de eeuwigheid geniet van Gods aanschijn?

… Dan moeten wij hun plaatsen in de linie overnemen! Maar dat kan natuurlijk niet zonder training. Laten we daarom nu al beginnen van het gebed een gewoonte te maken. Laten we er tijd voor maken, op een vast moment van de dag of van de week, thuis of hier in de Kapel, en leren om al ons grote en kleine lijden aan Hem op te dragen. En al ziet u zelf de vruchten niet: ik kan u beloven dat ze er zijn.

M. Laetitia Dei

Delen

Zuster Maria Laetitia Dei is lid van de Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará.

Nieuwste overwegingen