Christus, Koning van het Heelal

christus konin olf ter nood chrystus-krol

Zondag 21 november is een heel belangrijke zondag. Op de laatste zondag in november vieren we het einde van het kerkelijk jaar met het hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal (Dominus Noster Iesus Christus Universorum Rex in het latijn) of kortweg Christus Koning.
De volgende zondag is het de eerste zondag van de Advent, het begin van het nieuwe kerkelijk jaar.

Het feest werd in 1925 ingesteld door paus Pius XI naar aanleiding van de 1600-jarige viering van het Concilie van Nicaea om tegen het laïcisme (of lekenstaat) en atheïsme nadruk te leggen op de allesomvattende betekenis van het koningschap van Christus over de mens en de wereld. Pius XI wijdde de encycliek Quas Primas aan dit feest dat telkens het kerkelijk jaar afsluit.

Het is goed te weten wat laïcisme betekend: het is een situatie waarin kerk en staat zijn gescheiden, waarbij de staat zich niet bemoeit met de Kerk, en de Kerk niet met de staat en waarin bovendien uitingen van religieuze overtuiging in het publieke domein (zoals aan of in overheidsgebouwen en openbare scholen) verboden zijn. Laïcisme is dus een vorm van secularisme maar gaat een stap verder in het verbannen van religie uit het openbare leven. Laïcisme impliceert vrijheid van godsdienst, maar weigert een speciale positie aan welke godsdienst dan ook toe te kennen. Godsdienst wordt louter gezien als een privéaangelegenheid van een burger. Laïcisme erkent slechts de (godsdienstige) instituten of organisaties, als volledig vreemd aan de staat en niet de godsdiensten zelf. Herkent u deze situatie?

Bij de instelling van het feest van het koningschap van Christus in 1925 wilde Paus Pius XI – zoals hijzelf schreef in zijn Encycliek ‘Quas Primas’ – vooral het soevereine gezag van Christus bevestigen tegenover het toenemende atheïsme en de secularisatie van de maatschappij. Dit koningschap van Christus, de Heer, strekt zich uit tot allen en niet alleen tot de mensen die Christus belijden.
Zo is dit feest geworden tot het feest van Christus die de koning is van het heelal. Christus’ koningschap strekt zich uit vanaf de schepping van al wat zichtbaar en onzichtbaar is tot aan het uiteindelijk herstel op de laatste dag, want “het heelal is geschapen door Hem en voor Hem” (Kol. 1, 16).

Door de plaatsing op de laatste zondag van de tijd door het jaar past dit feest goed in de thematiek van die zondagen en die van de eerste zondagen van de Advent. Op die zondagen gaan in de liturgie de gedachten sterk uit naar de eindtijd, zoals blijkt in de Schriftlezingen. Dan gedenken wij de wederkomst des Heren, die wij belijden in de geloofsbelijdenis: “Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan zijn rijk komt geen einde.”
Iedere gelovige zal zich laten leiden door God als zijn koning en hij zal aan de geestelijke wetten gehoorzamen, want van ons wordt gevraagd dat wij de vruchten van de Geest voortbrengen. Dan zal de Heer in ons als in een geestelijk paradijs vertoeven. Op die manier is duidelijk dat het koningschap van Christus van geestelijke aard is zoals Hijzelf voor Pilatus zegt: “Mijn koningschap is niet van deze wereld” (Joh. 18, 36).

Ik wens u een gezegend nieuw liturgisch jaar. Moge Moeder Maria ons helpen onze goede voornemers door te zetten als goede volgelingen van Christus, onze Koning.

Gods zegen,

M. Esperanza, SSVM

Bron: Wikipedia

Delen

Zuster Esperanza is lid van de Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará en moeder overste van de orde die in het Heiligdom wonen.

Nieuwste overwegingen