DAGELIJKS BROOD LEZINGEN VAN 22 – 28 AUGUSTUS 2021

heilige-augustinus-en-monica-olv-ter-nood-heiloo

Afbeelding: H. Augustinus en H. Monica,
by Ary Scheffer

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

DAGELIJKS BROOD, LEZINGEN VAN DE DAG 22 – 28 AUGUSTUS 2021

21e week door het jaar

Gebed tot de heilige Jozef

Tot U, Heilige Jozef nemen wij onze toevlucht in onze noden. En na de hulp van uw zeer heilige Bruid te hebben ingeroepen smeken wij met vertrouwen ook uw bescherming af.

Wij bidden U ootmoedig: zie met goedheid neer op het erfdeel dat Jezus Christus door zijn bloed heeft verworven en help ons in onze noden door uw machtige bijstand.

Dat vragen wij U omwille van de liefde die U heeft verbonden met de onbevlekte Maagd en Moeder van God en omwille van de vaderlijke tederheid waarmee Gij het Kind Jezus hebt aanvaard zorgzame bewaarder van het heilig Huisgezin bescherm de uitverkoren kinderen van Jezus Christus.

Liefdevolle vader, houdt ons ver van dwaling en zedenbederf.

Machtige beschermer, sta ons vanuit de hemel genadig bij in de strijd tegen de machten van de duisternis.

En zoals Gij weleer het Kind Jezus uit het grootste levensgevaar hebt gered zo verdedig nu ook de heilige Kerk van God tegen vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking neem ieder van ons in uw blijvende bescherming opdat wij naar uw voorbeeld en gesteund door uw hulp heilig leven, zalig sterven en het eeuwig geluk in de hemel verkrijgen.
Amen

Zondag 22 augustus

Eerste lezing (Joz. 24, 1-2a.15-17.18b)

Wij willen de Heer dienen, Hij is onze God

In die dagen riep Jozua alle stammen van Israël in Sichem bijeen, met de oudsten van Israël, de familiehoofden, de rechters en de schrijvers.
Toen zij voor God stonden, richtte Jozua zich tot het volk en sprak: “Zo spreekt de Heer God van Israël: Als gij de Heer niet wilt dienen, kies dan nu wie gij wel dienen wilt: de goden die uw voorouders aan de overkant van de Rivier hebben vereerd, of de goden van de Amorieten, in wier land gij woont. Ik en mijn familie, wij dienen de Heer.”
Het volk antwoordde: “Wij denken er niet aan de Heer te verlaten en andere goden te vereren. De Heer onze God heeft ons en onze vaderen uit Egypte geleid, uit het land van de slavernij. Hij heeft voor onze ogen grote tekenen verricht en ons beschermd op al onze tochten en tegen alle volken waarmee wij in aanraking kwamen. Ook wij willen de Heer dienen, Hij is onze God.”

Tussenzang (Ps. 34, 2-3.16-17.18-19.20-21.22-23)

Refrein: Let op en bemerkt hoe genadig de Heer is.

De Heer zal ik prijzen iedere dag, zijn lof ligt mij steeds op de lippen.
Mijn geest is fier op de gunst van de Heer, laat elk die het hoort zich verheugen.
Het oog van de Heer is gericht op de vrome, zijn oor naar hun smeken gekeerd.
Van boosdoeners keert Hij zijn aangezicht af, zij worden op aarde vergeten.
Naar vromen die roepen luistert de Heer en redt hen uit iedere nood.
De Heer is nabij voor rouwmoedige harten, Hij helpt wie zijn schuld erkent.
Veel rampen zullen de vrome bedreigen, uit elk daarvan redt hem de Heer.
De Heer zal over zijn beenderen waken, opdat hij er geen van breekt.
Het kwaad van de zonde loopt uit op de dood, wie vroomheid veracht wordt gestraft.
De Heer redt het leven van wie Hem dient, al wie tot Hem vlucht heeft geen straf te duchten.

Tweede lezing (Ef. 5, 21-32)

Dit geheim heeft een diepe zin, Ik betrek het op Christus en de kerk

Broeders en zusters, weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus. Vrouwen, weest onderdanig aan uw man als aan de Heer. Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk.

Hij is ook de Verlosser van zijn lichaam; maar zoals de kerk onderdanig is aan Christus, zo moet ook de vrouw haar man in alles onderdanig zijn. Mannen, hebt uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad; Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen, haar reinigend door het waterbad van het woord. Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heerlijke bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet. Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben, zoals ze hun eigen lichaam liefhebben. Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf. Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; integendeel, hij voedt en koestert het.
En zo doet Christus met de kerk, omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam. “Daarom zal de man vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw en die twee zullen één vlees zijn.” Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de kerk.

Vers voor het evangelie (Joh. 14, 23)

Alleluia. Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen. Alleluia.

Evangelie (Joh. 6, 60-69)

Naar wie zouden wij gaan, Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven

In die tijd zeiden velen van Jezus’ leerlingen: “Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?” Maar Jezus, die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hun: “Neemt gij daar aanstoot aan? Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was? Het is de geest, die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven. Maar er zijn er onder u, die geen geloof hebben.”
– Jezus wist inderdaad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie Hem zouden overleveren. –
Hij voegde er aan toe: “Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij kan komen als het hem niet door de Vader gegeven is.” Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap.
Waarop Jezus aan de twaalf vroeg: “Wilt ook gij soms weggaan?” Simon Petrus antwoordde Hem: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten, dat Gij de Heilige Gods zijt.”

Maandag 23 augustus H. Rosa van Lima, maagd

Eerste lezing (1 Tess. 1, 1-5.8b-10)

Gij hebt u van de afgoden tot God bekeerd en gij verwacht zijn Zoon die Hij uit de dood heeft opgewekt
Van Paulus, Silvanus en Timóteüs aan de christengemeente van Tessalonica, die is in God de Vader en de Heer Jezus Christus. Genade voor u en vrede!  Wij zeggen God dank voor u allen, telkens wanneer wij uw naam noemen in onze gebeden.
Onophoudelijk gedenken wij voor het aanschijn van God, onze Vader uw werkdadig geloof, uw onvermoeibare liefde en uw standvastige hoop op onze Heer Jezus Christus.
Wij weten, broeders, dat God u liefheeft en dat gij door Hem zijt uitverkoren, want wij hebben u het evangelie verkondigd, niet alleen met woorden, maar met kracht en heilige Geest en volle overtuiging. Gij weet trouwens zelf wel hoe ons optreden bij u is geweest: het was gericht op uw heil. Allerwegen is uw geloof in God bekend geworden. Wij hoeven niets meer te zeggen, men vertelt zelf hoe wij bij u zijn gekomen en hoe wij door u zijn ontvangen: hoe gij u van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen, en uit de hemel zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de dood heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn.

Tussenzang (Ps. 149, 1-2.3-4.5-6a.9b)

Refrein: Onze Heer, die zijn volk bemint, omkranst de verdrukte met zegekransen. Ofwel: Alleluia.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zijn lof weerklinke te midden der zijnen.

Israël juiche zijn Schepper toe, laat Sions zonen hun koning begroeten.

Looft zijn Naam in een heilige dans, bespeelt voor Hem harp en citer.

Want onze Heer, die zijn volk bemint, omkranst de verdrukte met zegekransen.

Jubelt dus, heiligen, om uw triomf, viert feest in uw legerplaatsen; gaat met het lied van God in uw mond, een taak die zijn vromen tot eer strekt.

Vers voor het evangelie (1 Joh. 2, 5)

Alleluia. Wie het woord van de Heer bewaart, in Hem is waarlijk Gods liefde volkomen. Alleluia.

 

Evangelie (Mt. 23, 13-22)

Wee u, blinde leiders

In die tijd sprak Jezus: Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Gij sluit het Rijk der hemelen af voor de mensen; zelf gaat gij er niet binnen, terwijl gij hun die dit wel willen de toegang verspert. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Gij doorkruist zee en land om één bekeerling te maken, maar als hij het geworden is, maakt gij hem tot een hellekind, tweemaal erger dan gijzelf.
Wee u, blinde leiders, die zegt: Als iemand zweert bij de tempel, dan betekent dat niets; maar als iemand zweert bij het goud van de tempel, dan is hij gebonden. Dwazen en blinden!
Wat staat dan hoger: het goud, of de tempel die het goud heilig maakt? Of gij die ook zegt: Als iemand zweert bij het altaar, dan betekent dat niets; maar als iemand zweert bij de offergave die er op ligt, dan is hij gebonden. Blinden!
Wat staat hoger: de offergave, of het altaar dat de offergave heilig maakt? Wie dus zweert bij het altaar, zweert daarbij, en bij alles wat er op ligt. En wie zweert bij de tempel, zweert daarbij, en bij Hem die erin woont. En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God, en bij Hem die erop zetelt.”

Dinsdag 24 augustus – H. Bartolomeüs, apostel Feest

Eerste lezing (Apok. 21, 9b-14)

Op de grondstenen stonden de namen van de twaalf apostelen van het Lam

Een engel kwam naar mij toe en zei: “Kom! Ik zal u de Bruid van het Lam tonen.” En hij bracht mij in de geest op een zeer hoge berg en toonde mij de heilige Stad, Jeruzalem, terwijl zij van God uit de hemel neerdaalde, stralend van de heerlijkheid Gods: zij schitterde als het kostbaarste gesteente en als kristalklare jaspis.
De Stad was omringd door een zeer hoge muur met twaalf poorten en aan de poorten stonden twaalf engelen; namen waren daarop gegrift, de namen van de twaalf stammen van Israël. Er waren drie poorten op het oosten, drie op het noorden, drie op het zuiden en drie op het westen. En de stadsmuur had twaalf grondstenen en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.

Tussenzang (Ps. 145, 10-11.12-13ab.17-18)

Refrein: Uw heiligen, Heer, maken uw krachtaan de mensen bekend.

Uw werken zullen U prijzen, Heer, uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij, uw macht verkondigen zij.
Zij maken uw kracht aan de mensen bekend, de pracht van uw koninkrijk.
Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen, uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.
De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen, en heilig in al wat Hij doet.
Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept, voor elk die oprecht tot Hem bidt.

Vers voor het evangelie (Joh. 1, 49b)

Alleluia. Rabbi, Gij zijt de Zoon Gods, Gij zijt de Koning van Israël. Alleluia.

Evangelie (Joh. 1, 45-51)

Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is
In die tijd ontmoette Filippus Natanaël en zei hem: “Degene over wie Mozes in de Wet geschreven heeft en ook de profeten, Hem hebben wij gevonden: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret.” Natanaël smaalde: “Uit Nazaret, kan daar iets goeds vandaan komen?” Waarop Filippus antwoordde: “Kom dan kijken.” Jezus zag Natanaël naar zich toekomen en zei, doelend op hem: “Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is!” Natanaël zei tot Hem: “Hoe kent Gij mij ?” Jezus gaf hem ten antwoord: “Voordat Filippus u riep zag Ik u onder de vijgenboom zitten.” Toen zei Natanaël tot Hem: “Rabbi, Gij zijt de Zoon Gods. Gij zijt de Koning van Israël.” Jezus antwoordde: “Omdat Ik u zei dat Ik u onder de vijgenboom zag, gelooft ge? Gij zult grotere dingen zien dan deze.” En Hij voegde er aan toe: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: gij zult de hemel open zien en de engelen Gods zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Mensenzoon.”

Woensdag 25 augustus – H. Lodewijk, koning; H. Jozef de Calasanz, priester

Eerste lezing (1 Tess. 2, 9-13)

Terwijl wij u het evangelie verkondigden, hebben wij dag en nacht gewerkt

Broeders en zusters, gij herinnert u onze moeite en inspanning. Terwijl wij u het evangelie van God verkondigden, hebben wij dag en nacht gewerkt om maar niemand van u tot last te zijn. Met God kunt gij getuigen hoe vroom en rechtschapen en onberispelijk wij ons tegenover u, gelovigen, hebben gedragen. Gij weet het, als een vader hebben wij ieder van u vermaand en aangemoedigd; wij hebben u bezworen een leven te leiden, God waardig, die u roept tot de heerlijkheid van zijn koninkrijk. En daarom danken wij God zonder ophouden, dat gij het goddelijk woord der prediking van ons hebt ontvangen en aanvaard: niet als een woord van mensen, maar als wat het inderdaad is: het woord van God; en het blijft werkzaam in u, die gelooft.

Tussenzang (Ps. 139, 7-8.9-10.11-12ab)

Refrein: Gij kent mij, Heer, en Gij doorschouwt mij.

Waar zou ik ooit ontkomen aan uw Geest,
waar zou ik mij voor uw gelaat verbergen?
Al stijg ik naar de hemel op: daar zijt Gij reeds,
al daal ik in het dodenrijk: Gij zijt aanwezig.

Al leen ik ook de vleugels van de dageraad
en strijk ik neer aan gene zijde van de zee:
ook daar is het uw hand die mij blijft leiden,
ook daar houdt Gij mij stevig vast.

En zeg ik: laat het duister mij dan dekken,
laat alle licht verzwolgen worden door de nacht:
dan zal de duisternis voor U niet donker zijn,
de nachten even helder als de dagen;
voor U zijn licht en duisternis gelijk.

Vers voor het evangelie (1 Tess. 2, 13)

Alleluia. Ontvangt het goddelijk woord, niet als een woord van mensen, maar als wat het inderdaad is: het woord van God. Alleluia.

Evangelie (Mt. 23, 27-32)

Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, zonen van profetenmoordenaars

In die tijd sprak Jezus: “Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Gij lijkt op gekalkte graven, die er van buiten wel mooi uitzien, maar van binnen vol zijn met doodsbeenderen en allerhande onreinheid. Zo ziet ook gij van buiten er voor de mensen wel uit als heiligen, maar van binnen zijt gij vol huichelarij en ongerechtigheid. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Gij bouwt de graven van profeten en versiert de grafmonumenten van heiligen en gij zegt: Als wij geleefd hadden in de tijd van onze vaderen, zouden wij niet medeplichtig geweest zijn aan de moord op de profeten! Gij getuigt dus tegen uzelf, dat gij zonen zijt van profetenmoordenaars. Nu dan, maakt gij de maat van uw vaderen maar vol!”

Donderdag 26 augustus

Eerste lezing (1 Tess. 3, 7-13)

Moge de Heer u overvloedig doen toenemen in de liefde voor elkaar en voor allen

Broeders en zusters, om u, om uw geloof, zijn wij met troost vervuld bij alle dwang en druk die wij moeten verduren. Wij leven weer op nu blijkt, dat gij stand houdt in de Heer. Hoe kunnen wij Hem naar waarde danken voor u, voor al de blijdschap die gij ons bezorgt voor het aanschijn van onze God? Dag en nacht bidden wij Hem met de grootste vurigheid, dat wij u mogen weerzien en aanvullen wat aan uw geloof nog ontbreekt. Moge Hij, God onze Vader, en onze Heer Jezus ons de weg naar u banen. En u moge de Heer overvloedig doen toenemen in de liefde voor elkaar en voor allen, zoals ook onze liefde uitgaat naar u. Hij sterke uw hart, zodat gij onberispelijk zijt in heiligheid voor het aanschijn van God onze Vader bij de komst van onze Heer Jezus met al zijn heiligen.

Tussenzang (Ps. 90, 3-4.12-13.14.17)
Refrein: Verleen ons van nu af uw rijkste zegen, Heer, en laat heel ons leven gelukkig zijn.

Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof,
Gij zegt: keer terug, kind van mensen!
Voor U zijn duizend jaren één dag,
als gisteren dat al voorbij is,
een uur van slaap in de nacht.

Leer ons onze dagen naar waarde te schatten
en zo te komen tot wijsheid van hart.
Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons?
Wees toch uw dienaars genadig:

Verleen ons van nu af uw rijkste zegen
en laat heel ons leven gelukkig zijn.
Uw zegen, Heer God, moge over ons waken,
bestuur onze handen bij al wat zij doen.

Vers voor het evangelie (Ps. 25, 4c.5a)

Alleluia. Leer mij uw paden kennen, Heer; leid mij volgens uw woord. Alleluia.

Evangelie (Mt. 24, 42-51)

Weest waakzaam

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist op welk uur van de nacht de dief zou komen, zou hij blijven waken en in zijn huis niet laten inbreken. Weest ook gij dus bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht. Wie is dus de trouwe en verstandige knecht, die de heer over zijn dienstvolk heeft aangesteld om hun op tijd het eten te geven? Gelukkig die knecht als de heer bij zijn komst hem daarmee bezig vindt. Voorwaar, Ik zeg u: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. Maar is die knecht slecht en zegt hij bij zichzelf: mijn heer blijft nog wel een poosje weg, en begint hij de andere knechten te slaan en eet en drinkt hij met dronkaards, dan zal de heer van die knecht komen op een dag waarop hij het niet verwacht, en op een uur dat hij niet kent; en hij zal hem vierendelen en hem het lot doen delen van de huichelaars. Daar zal geween zijn en tandengeknars.”

Vrijdag 27 augustus – H. Monica, moeder van de H. Augustinus

Eerste lezing (1 Tess. 4, 1-8)

God wil dat gij u heiligt

Broeders en zusters, wij vragen en vermanen u in de Heer Jezus, dat gij de overlevering, die gij van ons hebt ontvangen omtrent een aan God welgevallige levenswandel, nog trouwer naleeft dan gij al doet. Gij kent de voorschriften, die wij u op gezag van de Heer Jezus gegeven hebben. In de eerste plaats wil God, dat gij u heiligt door u te onthouden van ontucht. Ieder van u moet met zijn vrouw leven in heilige tucht en eerbaarheid, zonder zich door hartstocht te laten meeslepen zoals de heidenen, die God niet kennen. Laat niemand zich te buiten gaan en zijn broeder in deze aangelegenheid tekort doen, want de Heer straft dit alles, zoals wij u vroeger al met nadruk verklaard hebben. God heeft ons niet geroepen tot onkuisheid, maar tot heiliging. Derhalve, wie deze vermaningen in de wind slaat veracht niet een mens, maar God, Hem die u zijn heilige Geest schenkt.

Tussenzang (Ps. 97, 1. 2b.5-6.10.11-12)

Refrein: Weest blij in de Heer, gij vromen.

De Heer is koning, de aarde mag juichen,
blij zijn de landen rondom de zee,
recht en gerechtigheid dragen zijn troon.

Bergen smelten als was voor de Heer,
de heerser van heel de wereld.
De hemel verkondigt zijn heiligheid
en alle volken aanschouwen zijn glorie.

De Heer heeft hen lief die het kwade haten,
Hij houdt over zijn getrouwen de wacht
en redt hen uit wrede handen.

Steeds komt er licht voor de vromen,
geluk voor oprechten van hart.
Weest blij in de Heer, gij vromen,
verheerlijkt zijn heilige Naam.

Vers voor het evangelie (Ps. 27, 11)

Alleluia. Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand, leid mij langs effen paden. Alleluia.

Evangelie (Mt. 25, 1-13)

Daar is de bruidegom. Trekt hem tegemoet

In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen in gelijkenissen. Hij zei: “Dan zal het met het Rijk der hemelen zijn als met tien meisjes, die met hun lampen uittrokken, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig. Want de dommen namen wel hun lampen mee, maar geen olie; de verstandigen echter namen met hun lampen tevens kruiken olie mee. Toen nu de bruidegom op zich liet wachten, dommelden zij allen in en sliepen. Maar midden in de nacht klonk er geroep: Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet! Meteen waren al de meisjes wakker en maakten hun lampen in orde. De dommen zeiden tegen de verstandigen: Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit. Maar de verstandigen antwoordden: Neen, er mocht eens niet genoeg zijn voor ons en jullie samen. Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf. Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen, kwam de bruidegom, en die klaar stonden traden met hem binnen om bruiloft te vieren; en de deur ging op slot. Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden: Heer, heer, doe open! Maar hij antwoordde: Voorwaar, ik zeg u: Ik ken u niet. Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.”

Zaterdag 28 augustus – H. Augustinus, bisschop en kerkleraar

Eerste lezing (1 Tess. 4, 9-12)

Zelf hebt gij van God geleerd elkander te beminnen

Broeders en zusters, over de broederliefde is het niet nodig u te schrijven. Zelf hebt gij van God geleerd elkander te beminnen, en gij beoefent de liefde dan ook jegens alle broeders in heel Macedonië. Wij sporen u alleen aan, broeders en zusters, dit nog veel meer te doen. Stelt er een eer in rustig uw eigen zaken te behartigen en met eerlijke arbeid in uw onderhoud te voorzien, zoals wij u bevolen hebben. Dan zal uw gedrag een waardige indruk maken op de buitenstaanders en zijt gij van niemand afhankelijk.

Tussenzang (Ps. 98, 1.7-8.9)

Refrein: Rechtvaardig bestuurt God de wereld, de volken met billijkheid.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van zijn heilige arm.

De zee stemt in met al haar gedierte,
de aarde met al wat daar leeft;
de beken klateren bijval,
de bergen jubelen mee.

Zij groeten de Heer, die nabij komt,
die nadert als koning der aarde.
Rechtvaardig bestuurt Hij de wereld,
de volken met billijkheid.

Vers voor het evangelie (Ps. 95, 8ab)

Alleluia. Luistert heden naar de stem van de Heer en weest niet halsstarrig. Alleluia.

Evangelie (Mt. 25, 14-30)

Omdat gij over weinig trouw waart, ga binnen in de vreugde van de Heer In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen in gelijkenissen. Hij zei: “Het zal met het Rijk der hemelen zijn als met de man, die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaars bij zich riep om hun zijn bezit toe te vertrouwen. Aan de een gaf hij vijf talenten, aan de andere twee, aan een derde één, ieder naar zijn bekwaamheid. Daarna vertrok hij. Die de vijf talenten gekregen had, ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij. Zo verdiende ook degene, die de twee gekregen had, er twee bij. Maar die dat ene had gekregen, ging een gat in de grond graven en het geld van zijn heer verbergen. Een hele tijd later kwam de heer van die dienaars terug en hield afrekening met hen. Die de vijf talenten gekregen had, trad naar voren en bood nog vijf talenten aan met de woorden: Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, vijf talenten heb ik erbij verdiend. Zijn meester sprak tot hem:
Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer. Nu trad die van de twee talenten naar voren en zei: Heer, twee talenten hebt gij me toevertrouwd; ziehier, twee talenten heb ik erbij verdiend. Zijn meester sprak tot hem: Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer. Tenslotte trad ook die het ene talent had gekregen naar voren en zei: Heer, ik heb ervaren, dat gij een hard mens zijt, die oogst waar gij niet gezaaid hebt en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid. Daarom was ik bang en ben uw talent in de grond gaan verbergen. Hier hebt ge uw eigendom terug. Maar zijn meester gaf hem ten antwoord: Slechte en luie knecht, je wist dus dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid? Daarom had je mijn geld bij de bankiers moeten uitzetten; dan zou ik bij mijn komst mijn bezit met rente teruggekregen hebben. Neemt hem dus dat talent af en geeft het aan wie de tien talenten heeft. Want aan ieder die heeft zal gegeven worden, zelfs in overvloed gegeven worden; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft. En werpt die onnutte knecht buiten in de duisternis; daar zal geween zijn en tandengeknars.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verded g ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.