DAGELIJKS BROOD LEZINGEN VAN 17 – 23 OKTOBER 2021

jacob-jordaens-vier-evangelisten-olv-ter-nood-heiloo

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Gebed tot de heilige Jozef

Tot U, Heilige Jozef nemen wij onze toevlucht in onze noden. En na de hulp van uw zeer heilige Bruid te hebben ingeroepen smeken wij met vertrouwen ook uw bescherming af.

Wij bidden U ootmoedig: zie met goedheid neer op het erfdeel dat Jezus Christus door zijn bloed heeft verworven en help ons in onze noden door uw machtige bijstand.

Dat vragen wij U omwille van de liefde die U heeft verbonden met de onbevlekte Maagd en Moeder van God en omwille van de vaderlijke tederheid waarmee Gij het Kind Jezus hebt aanvaard zorgzame bewaarder van het heilig Huisgezin bescherm de uitverkoren kinderen van Jezus Christus.

Liefdevolle vader, houdt ons ver van dwaling en zedenbederf.

Machtige beschermer, sta ons vanuit de hemel genadig bij in de strijd tegen de machten van de duisternis.

En zoals Gij weleer het Kind Jezus uit het grootste levensgevaar hebt gered zo verdedig nu ook de heilige Kerk van God tegen vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking neem ieder van ons in uw blijvende bescherming opdat wij naar uw voorbeeld en gesteund door uw hulp heilig leven, zalig sterven en het eeuwig geluk in de hemel verkrijgen.
Amen

Dagelijks Brood, Lezingen van zondag t/m zaterdag 3 – 9 oktober 2021

29e week door het jaar

 

Zondag 17 oktober

Eerste lezing (Jes. 53, 10-11)

Hij gaf zijn leven als zoenoffer maar Hij zal een nageslacht zien

De Heer heeft besloten zijn dienaar te vernederen en hem te doen lijden. Waarlijk, hij gaf zijn leven als zoenoffer, maar hij zal een nageslacht zien en het raadsbesluit van de Heer komt door hem tot vervulling.
Na zijn lijden zal hij het licht zien en verzadigd worden. Door zijn zwoegen zal mijn rechtvaardige dienaar velen rechtvaardigen. Hij zal zich belasten met hun fouten.

Tussenzang (Ps. 33, 4-5.18-19.20.22)

Refrein:  Geef ons dus, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrouwen.

Oprecht is het woord van de Heer en al wat Hij doet is betrouwbaar. Recht en gerechtigheid heeft Hij lief, de aarde is vol van zijn mildheid.
Maar het is God die zijn dienaars bewaakt, hen die op zijn gunst vertrouwen. Dat Hij hen redden zal van de dood, bij hongersnood hen zal voeden.
Daarom vertrouwt ons hart op de Heer, is Hij ons een schild en een helper. Geef ons dus, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrouwen.

Tweede lezing (Hebr. 4, 14-16)

Laten wij vrijmoedig naderen tot de troon van genade

Broeders en zusters, nu wij een verheven hogepriester hebben, een die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, nu moeten wij vasthouden aan onze belijdenis.
Want wij hebben een hogepriester, die in staat is mee te voelen met onze zwakheden. Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij, afgezien dan van de zonde. Laten wij daarom vrijmoedig naderen tot de troon van Gods genade, om barmhartigheid en genade te verkrijgen en tijdige hulp.

Vers voor het evangelie (Joh. 15, 15b)

Alleluia. Ik heb u vrienden genoemd, zegt de Heer, niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij. Alleluia.

Evangelie (Mc. 10, 35-45)

De Mensenzoon is gekomen om zijn leven te geven als losprijs voor velen

Toen kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, naar Jezus toe en zeiden: “Meester, wij willen dat U voor ons doet wat wij U vragen.”
Hij antwoordde hun: “Wat wilt ge dan dat Ik voor u doe?”
Zij zeiden Hem: “Geef dat in uw glorie een van ons aan uw rechter- en de ander aan uw linkerhand moge zitten.”
Maar Jezus zei hun: “Ge weet niet wat ge vraagt. Zijt ge in staat de beker te drinken die Ik drink en met het doopsel gedoopt te worden waarmee Ik gedoopt word?”
Zij antwoordden Hem: “Ja, dat kunnen wij.” “Inderdaad”, – gaf Jezus toe – “de beker die Ik drink, zult gij drinken, en met het doopsel waarmee Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden; maar het is niet aan Mij u te doen zitten aan mijn rechter- of linkerhand, omdat alleen zij dit verkrijgen voor wie dit is bereid.” Toen de tien anderen dit hoorden, werden ze kwaad op Jakobus en Johannes. Jezus echter riep hen bij zich en sprak tot hen: “Gij weet dat zij, die als heersers der volkeren gelden, hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn; wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, moet aller slaaf wezen, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en om zijn leven te geven als losprijs voor velen.”

Maandag 18 oktober – H. Lucas, evangelist, Feest

Eerste lezing (2 Tim. 4, 9-17a)

Alleen Lucas is bij me

Dierbare, doe uw best om spoedig bij mij te komen. Demas gaf de voorkeur aan de wereld en heeft mij in de steek gelaten. Hij is naar Tessalonica vertrokken, Crescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië. Alleen Lucas is bij me. Ga Marcus halen en neem hem met u mee; ik kan hem goed gebruiken voor het werk. Tychikus heb ik naar Éfeze gezonden. Als gij komt, breng dan de mantel mee, die ik in Troas bij Karpus heb laten liggen, en ook de boeken, vooral de perkamenten. Alexander, de koperslager, heeft mij veel kwaad berokkend. De Heer zal hem vergelden naar zijn werken. Neem ook gij u voor hem in acht, want hij heeft onze woorden heftig bestreden. Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, allen hebben mij in de steek gelaten. Moge het hun niet worden aangerekend. Maar de Heer heeft mij terzijde gestaan en mij kracht gegeven om mijn ambt als prediker van het evangelie ten einde toe te vervullen, zodat alle volken ervan horen.

Tussenzang (Ps 145, 10-11.12-13ab.17-18)

Refrein:  De heiligen, Heer, verkondigen uw roem.

Uw werken zullen U prijzen, Heer, uw vromen zullen U loven. Zij roemen de glorie van uw heerschappij, uw macht verkondigen zij.
Zij maken uw kracht aan de mensen bekend, de pracht van uw koninkrijk. Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen, uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.
De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen, en heilig in al wat Hij doet. Nabij is de Heer voor elk, die Hem aanroept, voor elk die oprecht tot Hem bidt.

Vers voor het evangelie (Joh. 15, 16)

Alleluia. Ik heb u uitgekozen en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn. Alleluia.

Evangelie (Lc. 10, 1-9)

De oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig

In die tijd wees de Heer tweeënzeventig leerlingen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waarheen Hij zelf van plan was te gaan. Hij sprak tot hen: “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten. Gaat dan, maar zie, Ik zend u als lammeren onder de wolven. Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel en groet niemand onderweg. In welk huis ge ook binnengaat, laat uw eerste woord zijn: Vrede aan dit huis! Woont daar een vredelievend mens dan zal uw vrede op hem rusten; zo niet dan zal hij op u terugkeren. Blijft in dat huis en eet en drinkt wat zij u aanbieden want de arbeider is zijn loon waard.
Gaat niet van het ene huis naar het andere; in elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt, eet wat u wordt voorgezet, geneest de zieken, die er zijn en zegt tot hen: Het Rijk Gods is u nabij.”

Dinsdag 19 oktober – HH. Johannes de Brébeuf en Isaac Jogues, priesters, en gezellen, martelaren; Paulus van het Kruis, priester

Eerste lezing (Rom. 5, 12.15b.17-19.20b-21)

Eén fout leidde tot veroordeling van allen, maar één goede daad leidde tot vrijspraak en leven voor allen

Broeders en zusters, door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood; en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben. De fout van één mens bracht allen de dood, maar allen schonk Gods genade rijke vergoeding door de grote gave van zijn genade, de ene mens Jezus Christus. Door toedoen van één mens begon de dood te heersen als gevolg van de val van die mens. Zoveel heerlijker zullen zij leven en heersen, die de overvloed der genade en de gave der gerechtigheid ontvangen, dankzij de ene mens Jezus Christus. Dit betekent: één fout leidde tot veroordeling van allen, maar één goede daad leidde tot vrijspraak en leven voor allen.
En zoals door de ongehoorzaamheid van één mens allen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van Een allen worden gerechtvaardigd. Maar waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos. Zo heeft de zonde haar heerschappij uitgeoefend door de dood, maar de genade zal heersen door de gerechtigheid en leiden tot eeuwig leven, dankzij Jezus Christus, onze Heer.

Tussenzang (Ps. 40, 7-8a.8b-9.10.17)

Refrein:  Ik kom, Heer, om uw wil te doen.

Geschenk en offerande hebt Gij nooit verlangd, maar wel hebt Gij mijn oren voor uw, stem geopend. Gij vraagt geen brandoffer, geen zoenoffer van mij; dus zei ik: ja, ik kom, zoals van mij geschreven staat:
Uw wil te doen, mijn God, dat is mijn vreugde, uw wet is in mijn hart gegrift. In de bijeenkomsten heb ik gerechtigheid gepredikt, mijn lippen niet gesloten, Heer, Gij weet het.
Laat hen juichen en verheugd zijn, die U zoeken, en roepen: glorie aan de Heer, die uitzien naar uw hulp.

Vers voor het evangelie (Ps. 119, 34)

Alleluia. Geef mij begrip om uw wet na te leven, Heer, om haar te volgen met heel mijn hart. Alleluia.

Evangelie (Lc. 12, 35-38)

Gelukkig de dienaars die de heer bij zijn komst wakende zal vinden

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Houdt uw lenden omgord en de lampen brandend! Gedraagt u als mensen, die wachten op de terugkomst van hun heer, die naar de bruiloft is, om, als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen.
Gelukkig de dienaars, die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden en hij zal hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen. Al komt hij ook in de tweede of in de derde nachtwake, gelukkig zijn de dienaars die hij zo aantreft.”

Woensdag 20 oktober

Eerste lezing (Rom. 6, 12-18)

Biedt uzelf God aan als mensen die uit de dood ten leven zijt opgestaan

Broeders en zusters, laat de zonde niet heersen in uw sterfelijk lichaam, gehoorzaamt haar niet; stelt uw ledematen niet in haar dienst als werktuigen van ongerechtigheid.
Biedt uzelf God aan als mensen, die uit de dood ten leven zijt opgestaan. Offert Hem uw ledematen als werktuigen in dienst der gerechtigheid. De zonde mag niet over u heersen, want gij staat niet onder de wet, maar onder de genade. Betekent dit dat het ons vrij staat te zondigen, omdat wij niet meer onder de wet leven, maar onder de genade?
Dat verhoede God! Het is immers duidelijk, dat gij die meester als slaven moet gehoorzamen in wiens dienst gij u als slaven stelt: ofwel gij dient de zonde – en dit loopt uit op de dood – ofwel gij dient God – en Hem gehoorzamen leidt tot gerechtigheid.
Maar gij zijt, God zij gedankt, geen slaven meer van de zonde: van harte hebt gij u onderworpen aan de beginselen van de leer, die u is overgeleverd. Zo zijt gij bevrijd van de heerschappij der zonde en dienaars geworden van de gerechtigheid.

Tussenzang (Ps. 124, 1-3.4-6.7-8)

Refrein:  Wij werden gered door de Naam van de Heer.

Was de Heer niet met ons geweest, zo mag Israël zeggen; was de Heer niet met ons geweest toen allen zich tegen ons keerden; dan zouden wij levend verslonden zijn, verzengd door de gloed van hun woede.
Dan had de vloed ons verzwolgen, de bergstroom ons meegesleurd; dan waren wij reddeloos ondergegaan in schuimende waterkolken. De Heer zij geloofd, Hij gaf ons niet prijs, ontrukte de prooi aan hun tanden.
Wij zijn als een vogel nog juist gevlucht, ontsnapt aan het net van de jagers. Het net van de vogelaar is gescheurd, wij zijn er uit los gekomen. Wij werden gered door de Naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.

Vers voor het evangelie (Ps. 119, 36a.29b)

Alleluia. Mijn hart zij gericht op wat Gij verordent, Heer; geef mij uw wet als gids. Alleluia.

Evangelie (Lc. 12, 39-48)

Van ieder aan wie veel is gegeven, zal veel worden geëist

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Begrijpt dit wel als de eigenaar van het huis wist op welk uur de dief zou komen, zou hij in zijn huis niet laten inbreken. Weest ook gij bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht.”
Petrus vroeg Hem nu: “Heer, bedoelt Gij deze gelijkenis voor ons of voor iedereen?”
De Heer sprak: “Wie zou die trouwe en verstandige beheerder wel zijn, die de heer over zijn dienstvolk zal aanstellen om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven? Gelukkig de knecht die de heer bij zijn aankomst daarmee bezig vindt.
Waarlijk, Ik zeg u: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. Maar zegt die knecht bij zichzelf: Mijn heer blijft nog wel een poosje weg, en begint hij de knechten en dienstmeisjes te slaan, en gaat hij zich te buiten aan spijs en drank, dan zal de heer van die knecht komen op een dag dat hij hem niet verwacht en op een uur dat hij niet kent; hij zal hem met het zwaard straffen en hij zal hem zo het lot doen ondergaan van de ontrouwen.
De knecht die de wil van zijn heer kende, maar geen beschikkingen trof noch handelde volgens diens wil, zal zwaar getuchtigd worden. Wie echter in onwetendheid dingen heeft gedaan die tuchtiging verdienen, zal slechts licht gestraft worden. Van ieder aan wie veel is gegeven, zal veel worden geëist; en van hem aan wie veel is toevertrouwd, zal des te meer worden gevraagd.”

Donderdag 21 oktober

Eerste lezing (Rom. 6, 19-23)

Nu zijt gij bevrijd van de zonde  en dienstknechten geworden van God

Broeders en zusters, sprekend tot zwakke mensen druk ik mij erg menselijk uit. Zoals gij eertijds uw ledematen in dienst hebt gesteld van onreinheid en steeds grotere bandeloosheid, zo moet gij ze nu in dienst stellen van de gerechtigheid tot uw heiliging. Toen gij slaven waart van de zonde, stond gij vrij ten opzichte van de gerechtigheid. Welk voordeel had gij toen van daden waarover gij u thans schaamt? Want het einde daarvan is de dood. Maar nu, bevrijd van de zonde en dienstknechten geworden van God, oogst gij heiligheid en tenslotte eeuwig leven. Want het loon van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.

Tussenzang (Ps. 1, 1-2.3.4.6)

Refrein:  Gelukkig is de man die op de Heer zijn hoop stelt (Ps. 40/39, 5a).

Gelukkig de man die weigert te doen, wat goddelozen hem raden; die niet de wegen der zondaars gaat, niet zit te midden der spotters; maar die zijn geluk vindt in ‘s Heren wet, haar dag en nacht overweegt.
Hij is als een boom, aan het water geplant, die vruchten draagt op zijn tijd; des zomers verdorren zijn bladeren niet, maar al wat hij doet brengt hem voorspoed.
De goddelozen vergaat het zo niet: de wind blaast hen weg als kaf. De Heer immers let op de weg der gerechten, de weg van de zondaars loopt dood.

Vers voor het evangelie (Ps. 119, 88)

Alleluia. Wees mij barmhartig en laat mij leven, Heer, dan blijf ik aan wat Gij verordent trouw. Alleluia.

Evangelie (Lc. 12, 49-53)

Meent gij dat Ik op aarde vrede ben komen brengen? Neen zeg Ik u, juist verdeeldheid

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait! Ik moet een doopsel ondergaan, en hoe beklemd voel Ik Mij, totdat het volbracht is. Meent gij dat Ik op aarde vrede ben komen brengen? Neen, zeg Ik u, juist verdeeldheid. Want van nu af zullen er vijf in één huis verdeeld zijn; drie zullen er staan tegenover twee en twee tegenover drie; de vader tegenover de zoon en de zoon tegenover de vader; de moeder tegenover de dochter en de dochter tegenover de moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover de schoonmoeder.”

Vrijdag 22 oktober – H. Johannes Paulus II, paus

Eerste lezing (Rom. 7, 18-25a)

Door wie zal ik gered worden van dit bestaan ten dode?

Broeders en zusters, ik ben mij bewust dat er in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, niets goeds woont. De goede wil ligt binnen mijn bereik, maar niet de goede daad. Ik doe niet het goede dat ik wil, maar het kwade dat ik niet wil. Als ik doe wat ik eigenlijk niet wil, ben ik niet meer de handelende persoon, maar de zonde die in mij woont. Ik ontdek in mij dus deze ‘wet’: als ik het goede wil doen, dringt het kwade zich aan mij op.
Mijn innerlijk schept behagen in Gods wet, maar in mijn handelen ontwaar ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn rede en die mij gevankelijk uitlevert aan de heerschappij van de zonde over mijn daden.
Rampzalige mens die ik ben!
Wie zal mij redden van dit bestaan ten dode?
God zij gedankt door Jezus Christus, onze Heer!

Tussenzang (Ps. 119, 66.68.76.77.93.94)

Refrein:  Laat mij slechts weten, Heer, wat Gij beschikt.

Verleen mij dan inzicht en wijsheid, want op uw geboden stel ik mijn hoop. Goedgunstig zijt Gij en goed zijn uw daden; laat mij slechts weten wat Gij beschikt.
Laat uw erbarmen mij nu vertroosten, zoals Gij uw dienaar eens hebt beloofd. Door uw barmhartigheid moge ik leven, omdat ik mijn vreugde vind in uw wet.
Ik zal uw bevelen nooit meer vergeten, omdat Gij mij daardoor leven schenkt. Ik ben de uwe, maak mij gelukkig, ik tracht te volbrengen wat Gij beveelt.

Vers voor het evangelie (Ps. 119, 105)

Alleluia. Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer, het is een licht op mijn pad. Alleluia.

Evangelie (Lc. 12, 54-59)

Van het beeld van land en lucht  weet ge de juiste betekenis te bepalen, maar waarom niet van deze tijd?

In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Wanneer gij een wolk ziet opkomen uit het westen, dan zegt ge terstond: er komt regen: en zo gebeurt het ook. En wanneer ge ziet dat er een zuidenwind waait, zegt ge: het wordt gloeiend heet; en het gebeurt.
Huichelaars! Van het beeld van land en lucht weet ge de juiste betekenis te bepalen, maar waarom dan niet van deze tijd? Hoe komt het dat ge niet uit uzelf de juiste gevolgtrekking maakt? Wanneer gij met uw tegenpartij naar de overheid gaat, doe dan onderweg nog moeite u van hem te bevrijden; anders zou hij u wel eens voor de rechter kunnen slepen; de rechter zal u aan de gerechtsdienaar overleveren en de gerechtsdienaar zal u in de gevangenis werpen.
Ik zeg u: Ge zult er niet uitkomen voordat ge tot de laatste cent betaald hebt.”

Zaterdag 23 oktober – Maria op zaterdag; Johannes van Capestrano, priester, patroon van de aalmoezeniers

Eerste lezing (Rom. 8, 1-11)

De Geest van God die Jezus van de doden heeft opgewekt woont in u

Broeders en zusters, voor hen die in Christus Jezus zijn bestaat er thans geen vonnis meer. De ‘wet’ van de Geest, die in Christus Jezus het leven schenkt, heeft u vrijgemaakt van de heerschappij van de zonde en de dood. Wat de wet niet vermocht, machteloos als ze was door het vlees, dat heeft God bewerkt door zijn Zoon te zenden in de gestalte van het vlees van de zonde en terwille van de zonde. Hij heeft in het vlees zelf de zonde gevonnist, opdat de eis van de wet vervuld zou worden door ons, die niet leven volgens het vlees maar volgens de Geest. Zij die leven volgens het vlees zinnen op wat het vlees wil. Die geleid worden door de Geest zinnen op de dingen van de Geest. Het streven van het vlees loopt uit op de dood, het streven van de Geest op leven en vrede. Want het verlangen van het vlees staat vijandig tegenover God. Het onderwerpt zich niet aan Gods wet, het kan dit niet eens; en zij die volgens het vlees leven, kunnen God niet behagen. Maar uw bestaan wordt niet beheerst door het vlees, doch door de Geest, omdat de Geest van God in u woont.
Zou iemand de Geest van Christus niet hebben, dan behoort hij Hem niet toe. Als Christus in u is, blijft uw lichaam wel door de zonde de dood gewijd, maar uw geest lééft, dankzij de gerechtigheid. En als de Geest van Hem, die Jezus van de doden heeft opgewekt in u woont, zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest die in u verblijft.

Tussenzang (Ps. 24, 1-2.3-4ab.5-6)

Refrein:  Dit is het geslacht dat zich richt tot de Heer, dat staat voor het aanschijn van Jakobs God.

Aan God hoort de aarde en al wat er op is, de aardschijf en al wat daar woont; want Hij heeft haar op het water gegrondvest, haar vastgelegd op de zee. Wie zal beklimmen de berg van de Heer, wie in zijn heiligdom staan? Die rein is van handen en zuiver van hart, zijn zinnen niet zet op wat kwaad is.
Hij zal door de Heer gezegend worden, beloond door God, zijn verlosser. Zo doet het geslacht dat zich richt tot Hem, dat staat voor het aanschijn van Jakobs God.

Vers voor het evangelie (Ps. 119, 135)

Alleluia: Laat voor uw dienaar uw Aangezicht stralen, Heer, laat mij uw beschikkingen zien. Alleluia.

Evangelie (Lc. 13, 1-9)

Maar als gij u niet bekeert zult ge allen op een dergelijke manier omkomen

In die tijd waren er bij Jezus enkele mensen, die Hem vertelden wat er gebeurd was met de Galileeërs, van wie Pilatus het bloed met dat van hun offerdieren vermengd had. Daarop zei Jezus: “Denkt ge, dat onder alle Galileeërs alleen deze mensen zondaars waren, omdat zij dat lot ondergaan hebben? Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen. Of de achttien die gedood werden doordat de toren bij de Silóam op hen viel, denkt ge dat die alleen schuldig waren onder alle mensen die in Jeruzalem woonden?
Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij niet tot bekering komt zult ge allen op eenzelfde wijze omkomen.” Toen vertelde Hij deze gelijkenis: “Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant stond; hij kwam zoeken of er vrucht aan zat, maar vond niets. Toen zei hij tot de wijngaardenier: “Al sinds drie jaar kom ik aan deze vijgenboom vruchten zoeken,maar ik vind er geen.Hak hem om! Waartoe put hij nog de grond uit?” Maar de man gaf hem ten antwoord: “Heer, laat hem dit jaar nog staan; laat mij eerst de grond er omheen omspitten en er mest op brengen. Misschien draagt hij het volgend jaar vrucht; zo niet, dan kunt ge hem omhakken.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Novenengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verded g ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.