DAGELIJKS BROOD LEZINGEN VAN 10 – 17 OKTOBER 2021

h-catharina-van-siena-olv-ter-nood-heiloo

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Gebed tot de heilige Jozef

Tot U, Heilige Jozef nemen wij onze toevlucht in onze noden. En na de hulp van uw zeer heilige Bruid te hebben ingeroepen smeken wij met vertrouwen ook uw bescherming af.

Wij bidden U ootmoedig: zie met goedheid neer op het erfdeel dat Jezus Christus door zijn bloed heeft verworven en help ons in onze noden door uw machtige bijstand.

Dat vragen wij U omwille van de liefde die U heeft verbonden met de onbevlekte Maagd en Moeder van God en omwille van de vaderlijke tederheid waarmee Gij het Kind Jezus hebt aanvaard zorgzame bewaarder van het heilig Huisgezin bescherm de uitverkoren kinderen van Jezus Christus.

Liefdevolle vader, houdt ons ver van dwaling en zedenbederf.

Machtige beschermer, sta ons vanuit de hemel genadig bij in de strijd tegen de machten van de duisternis.

En zoals Gij weleer het Kind Jezus uit het grootste levensgevaar hebt gered zo verdedig nu ook de heilige Kerk van God tegen vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking neem ieder van ons in uw blijvende bescherming opdat wij naar uw voorbeeld en gesteund door uw hulp heilig leven, zalig sterven en het eeuwig geluk in de hemel verkrijgen.
Amen

Dagelijks Brood, Lezingen van zondag t/m zaterdag 3 – 9 oktober 2021

28e week door het jaar

Eerste lezing (Wijsh. 7, 7-11)

In vergelijking met wijsheid beschouwde ik rijkdom als niets

Ik bad en inzicht werd mij geschonken, ik smeekte en de geest der wijsheid kwam over mij. Ik verkoos haar boven scepters en tronen, en in vergelijking met haar beschouwde ik rijkdom als niets;zelfs de kostbaarste steen stelde ik met haar niet gelijk, want alle goud is vergeleken met haar slechts stof, en zilver niet meer dan slijk. Ik hield van haar meer dan van gezondheid en schoonheid, en ik stelde haar boven het licht. Want de glans die zij uitstraalt verbleekt nooit. Met haar vielen mij alle goederen ten deel en dank zij haar verwierf ik rijkdommen zonder tal.

 

Tussenzang (Ps. 90, 12-13.14-15.16-17)

Refrein: Verleen ons van nu af uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn.

Leer ons onze dagen naar waarde te schattenen zo te komen tot wijsheid van hart.

Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons? wees toch uw dienaars genadig: Verleen ons van nu af uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn.

Vergeld nu met vreugde de dagen van leed, de jaren dat het ons slecht ging. Laat zien aan uw dienaars waartoe Gij in staat zijt en toon aan hun zonen uw heerlijkheid. Uw zegen, Heer God, moge over ons waken, bestuur onze handen bij al wat zij doen.

 

Tweede lezing (Hebr. 4, 12-13)

Het woord van God ontleedt de bedoelingen en gedachten van de mens

Broeders en zusters, het woord van God is levend en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard en het dringt tot het raakpunt van ziel en geest, van gewrichten en merg. Het ontleedt de bedoelingen en gedachten van de mens. Geen schepsel is voor Hem verborgen, alles ligt open en bloot voor zijn ogen. Aan Hem hebben wij rekenschap af te leggen.

Vers voor het evangelie (Joh. 10, 27)

Alleluia.

Mijn schapen luisteren naar mijn stem, zegt de Heer, en Ik ken ze en zij volgen Mij.

Alleluia.

 

Evangelie (Mc. 10, 17-30)

Ga verkopen wat ge bezit, en volg Mij

Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar: “Wie kan dan nog gered worden?” Jezus keek hen aan en zei: “Dit ligt niet in de macht der mensen, maar wel in die van God: want voor God is alles mogelijk.”

Toen Jezus zich weer op weg begaf kwam er iemand aanlopen, die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?”

Jezus antwoordde: “Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw vader en uw moeder.”

Hij gaf Hem ten antwoord: “Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.” Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: “Eén ding ontbreekt u; ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.”

Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen, omdat hij vele goederen bezat. Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei tot hen: “Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben Koninkrijk Gods binnen te gaan!” De leerlingen stonden verbaasd over wat Jezus zei. Daarom herhaalde Hij: “Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar: “Wie kan dan nog gered worden?”

Jezus keek hen aan en zei: “Dit ligt niet in de macht der mensen, maar wel in die van God: want voor God is alles mogelijk.”

Daarop nam Petrus het woord en zei: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen.” Jezus antwoordde: “Voorwaar, Ik zeg u: “Er is niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven.”

 

Maandag 11 oktober              H. Johannes XXIII, paus

Eerste lezing (Rom. 1, 1-7)

Door Christus heb ik de genade van het apostelschap ontvangen

Van Paulus, dienstknecht van Christus Jezus, door Gods roeping apostel, bestemd voor de dienst van het evangelie dat God eertijds door zijn profeten in de heilige geschriften heeft aangekondigd: de boodschap over zijn Zoon, die naar het vlees is geboren uit het geslacht van David, die naar de heilige Geest is aangewezen als Zoon van God door Gods machtige daad, door zijn opstanding uit de doden: Jezus Christus, onze Heer.

Door Hem heb ik de genade van het apostelschap ontvangen om ter ere van zijn Naam onder alle volken mensen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof. Ook gij hoort bij hen, geroepen als gij zijt door God tot de gemeenschap van Jezus Christus.

Ik zend mijn groeten aan u allen in Rome: God heeft u lief en riep u tot zijn heilige gemeente. Genade en vrede voor u vanwege God onze Vader en de Heer Jezus Christus!

 

Tussenzang (Ps. 98, 1.2-3ab.3cd-4)

Refrein: Zijn weldaden deed de Heer ons kennen.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, omdat Hij wonderen deed. Zijn hand deed zich krachtig gelden, de macht van zijn heilige arm.

 

Zijn weldaden deed Hij ons kennen, de volkeren zijn gerechtigheid. Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw, ten gunste van Israëls huis.

 

Geheel de aarde aanschouwde, wat onze God voor ons deed. Verheerlijkt de Heer, alle landen, weest blij, verheugt u en zingt.

 

Vers voor het evangelie (Ps. 19, 9)

Alleluia.

Uw voorschriften, Heer, zijn betrouwbaar, onwetenden maken zij wijs.

Alleluia.

 

Evangelie (Lc. 11, 29-32)

Dit geslacht zal geen ander teken gegeven worden dan het teken van Jona

Toen het volk samenstroomde begon Jezus te spreken:

“Dit geslacht is een verdorven geslacht: het verlangt een teken; maar geen ander teken zal het gegeven worden dan het teken van Jona. Zoals namelijk Jona een teken werd voor de Ninevieten, zo zal ook de Mensenzoon het zijn voor dit geslacht. De koningin van het Zuiden zal bij het oordeel opstaan, samen met de mensen van dit geslacht; en zij zal hen veroordelen, want zij kwam van het uiteinde der aarde om te luisteren naar de wijsheid van Salomo: welnu, hier is méér dan Salomo.

De mensen van Nineve zullen bij het oordeel opstaan, samen met dit geslacht en zij zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona: welnu, hier is méér dan Jona.”

 

Dinsdag 12 oktober                                                           

Eerste lezing (Rom. 1, 16-25)

Ofschoon de mensen God kenden hebben zij God niet de Hem toekomende eer en dank gebracht

Broeders en zusters, voor het evangelie schaam ik mij niet. Het is een goddelijke kracht tot heil van ieder, die erin gelooft, allereerst de Jood, maar ook de Griek. Want daarin openbaart zich Gods gerechtigheid, die de mens rechtvaardigt door het geloof en het geloof alleen, volgens het woord der Schrift: “Die gerechtvaardigd is door het geloof zal leven.”

Maar de toorn van God openbaart zich, en daalt uit de hemel neer over de goddeloosheid en ongerechtigheid van allen, die door hun ongerechtigheid de waarheid onderdrukken.

Want wat een mens van God kan weten is in feite onder hen bekend; God zelf heeft het hun geopenbaard. Van de schepping der wereld af wordt zijn onzichtbaar wezen door de rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid.

Daarom zijn zij niet te verontschuldigen. Want ofschoon zij God kenden, hebben zij God niet de Hem toekomende eer en dank gebracht. Al hun denken is op niets uitgelopen en hun geest, die het inzicht verwierp, werd verduisterd. Zij beweerden wijzen te zijn, maar werden dwazen. De majesteit van de onvergankelijke God hebben zij verruild voor de afbeelding van de gestalte van een sterfelijk mens, en van vogels en van viervoetige en kruipende dieren.

Daarom heeft God hen prijsgegeven aan hun onreine begeerten, zodat zij hun eigen lichaam onteren. Zij hebben de goddelijke waarheid verruild voor de leugen en in plaats van de Schepper de schepping geëerd en aanbeden;

Hij is gezegend in eeuwigheid!

Amen.

 

Tussenzang (Ps. 19, 2-3.4-5)

Refrein: De hemel verkondigt Gods heerlijkheid.

De hemel verkondigt Gods heerlijkheid, het uitspansel toont ons het werk van zijn handen. De dag roept het toe aan de volgende dag, de nacht geeft het door aan de nacht.

 

Geen woord wordt gesproken, geen stem weerklinkt, geen enkel geluid is te horen; toch klinkt over heel de aarde hun roep, hun boodschap dringt door tot de rand van de wereld.

Vers voor het evangelie (Ps. 25, 4c.5a)

Alleluia.

Leer mij uw paden kennen, Heer; leid mij volgens uw woord.

Alleluia.

 

Evangelie (Lc. 11, 37-41)

Geeft een aalmoes Dan is voor u alles rein

In die tijd nodigde een Farizeeër Jezus uit de maaltijd bij hem te gebruiken. Jezus trad dus binnen en ging aanliggen. Toen de Farizeeër dat zag, stond hij er verwonderd over, dat Jezus niet eerst vóór de maaltijd de wassingen verricht had. Maar de Heer sprak tot hem: “En gij dan, Farizeeën, gij maakt wel de buitenkant van beker en schotel schoon, maar van binnen zijt ge vol van roof en slechtheid.

Dwazen!

Heeft Hij die de buitenkant maakte ook niet de binnenkant gemaakt? Geeft liever wat erin is als aalmoes; dan is voor u alles rein.”

 

Woensdag 13 oktober                                                      

Eerste lezing (Rom. 2, 1-11)

God zal eenieder vergelden naar zijn werken, de Jood in de eerste plaats maar ook de Griek

Gij zijt niet vrij te pleiten, zedenmeester, wie gij ook zijn moogt. Want met uw oordeel over anderen, veroordeelt gij uzelf. Gij, die u tot rechter opwerpt, doet immers precies hetzelfde. Wij zijn het erover eens dat God terecht hen veroordeelt, die zich hebben prijsgegeven aan de onreine begeerten van hun hart. En gij, die een oordeel velt over hen, die zulke dingen doen en ze zelf evenzeer doet, rekent gij erop, dat gij aan Gods oordeel zult ontsnappen? Of miskent gij zijn rijkdom aan goedertierenheid en geduld en lankmoedigheid, en beseft gij niet dat Gods goedheid u tot inkeer wil brengen? Met uw botte en onboetvaardige gezindheid stapelt gij voor uzelf een kapitaal van toorn op tegen de dag van de toorn, wanneer Gods rechtvaardig oordeel openbaar zal worden. ‘Hij zal eenieder vergelden naar zijn werken’: met het eeuwige leven hen die door standvastig het goede te doen streven naar onvergankelijke heerlijkheid en eer; met straf en toorn hen die weerspannig de waarheid verwerpen en de ongerechtigheid omhelzen. Kwelling en benauwdheid wacht elke mens, die het kwade bedrijft, de Jood in de eerste plaats, maar ook de Griek; heerlijkheid, eer en vrede eenieder, die het goede doet, de Jood in de eerste plaats, maar ook de Griek.

God kent geen partijdigheid.

 

Tussenzang (Ps. 62, 2-3.6-7.9)

Refrein: God geeft aan eenieder naar hij verdient.

Bij God alleen kan ik rusten, van Hem alleen komt mijn heil. Slechts Hij is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit laat Hij mij los.

Bij God alleen moet ik rusten, van Hem komt al wat ik hoop. Slechts Hij is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, Hij laat mij niet los.

Blijft altijd op Hem vertrouwen,mijn volk, stort uw hart bij Hem uit; Hij is onze enige toevlucht.

 

Vers voor het evangelie (Ps. 27, 11)

Alleluia.

Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand, leid mij langs effen paden.

Alleluia.

 

Evangelie (Lc. 11, 42-46)

Wee u, Farizeeën Wee ook u, wetgeleerden

In die tijd zei Jezus: “Wee u, Farizeeën! Gij betaalt wel tienden van munt en wijnruit en allerlei kruiden, maar bekommert u niet om rechtvaardigheid en liefde tot God. Het ene moet men doen en het andere niet verwaarlozen. Wee u, Farizeeën! Gij zijt belust op de voornaamste zetel in de synagoge en op de begroetingen op de markt. Wee u! Gij zijt gelijk aan onzichtbare graven, waar de mensen overheen wandelen zonder het te weten.”

Hier nam een van de wetgeleerden het woord en zei tot Hem: “Meester, door zo te spreken beledigt Ge ook ons.” Hij antwoordde echter: “Wee ook u, wetgeleerden! Gij legt de mensen haast ondraaglijke lasten op, die ge zelf niet met één van uw vingers aanraakt.”

 

Donderdag 14 oktober              H. Callistus I, paus en martelaar

Eerste lezing (Rom. 3, 21-29)

De mens wordt gerechtvaardigd door te geloven, niet door de wet te onderhouden

Broeders en zusters, Thans is buiten de wet om Gods gerechtigheid openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigenis afleggen, Gods gerechtigheid, die zich door het geloof in Jezus Christus meedeelt aan allen die geloven,zonder enig onderscheid. Want allen hebben gezondigd en allen zijn verstoken van de goddelijke heerlijkheid. En allen worden zij om niet door zijn genade gerechtvaardigd, krachtens de verlossing die in Christus Jezus is. Hem heeft God, voor wie gelooft aangewezen als zoenoffer door zijn bloed. God wilde zo zijn gerechtigheid tonen, want Hij had in zijn verdraagzaamheid de zonden van het verleden vergeven. Hij heeft zijn gerechtigheid willen tonen, nu, in deze tijd, opdat zou blijken dat Hijzelf rechtvaardig is en rechtvaardig maakt, ieder die leeft uit het geloof. Waar blijft dan de eigen roem? Die is onmogelijk geworden! Door welke wet? Door die van de werken? Neen, door de wet van het geloof. Ik beweer juist, dat de mens gerechtvaardigd wordt door te geloven, niet door de wet te onderhouden. Is God soms alleen de God van de Joden en niet van de heidenen? Neen, ook van de heidenen, want er is slechts één God.

 

Tussenzang (Ps. 130, 1-2.3-4b.4c-6)

Refrein: De Heer is steeds barmhartig, zijn genade onbeperkt.

Uit de diepte roep ik, Heer, luister naar mijn stem. Wil aandachtig horen naar mijn smeekgebed.

Als Gij zonden blijft gedenken, Heer, wie houdt dan stand? Maar bij U vind ik vergeving, daarom zoekt mijn hart naar U.

Op de Heer stel ik mijn hoop, op zijn woord vertrouw ik. Gretig zie ik naar Hem uit, meer dan wachters naar de ochtend.

Meer dan wachters naar de ochtend, hunkert Israël naar Hem.

 

Vers voor het evangelie (Ps. 95, 8ab)

Alleluia.

Luistert heden naar de stem van de Heer en weest niet halsstarrig.

Alleluia.

 

Evangelie (Lc. 11, 47-54)

Dit geslacht zal verantwoordelijk gesteld worden voor het bloed van alle profeten dat vergoten is vanaf de grondvesting der wereld

In die tijd zei Jezus tot de wetgeleerden: “Wee u! Gij bouwt de graven van de profeten, maar uw vaderen hebben hen gedood. Hiermee legt gij getuigenis af, dat gij instemt met de werken van uw vaderen, want zij doodden hen en gij bouwt hun graven. Daarom ook heeft Gods wijsheid gezegd: Ik zal profeten en afgezanten tot hen zenden, maar sommigen van hen zullen zij doden en vervolgen, zodat dit geslacht verantwoordelijk gesteld zal worden voor het bloed van alle profeten dat vergoten is vanaf de grondvesting der wereld, vanaf het bloed van Abel tot het bloed van Zacharias, die gedood werd tussen het altaar en het tempelgebouw.

Ja, zeg ik u, dit geslacht zal verantwoordelijk zijn! Wee u, wetgeleerden! Gij hebt de sleutel van de kennis weggenomen. Zelf zijt ge niet binnengegaan, en hun die wilden binnengaan hebt ge het belet.”

Toen Hij naar buiten kwam, begonnen de schriftgeleerden en de Farizeeën – hevig op Hem gebeten – Hem allerlei netelige vragen te stellen, met de heimelijke bedoeling Hem op grond van de een of andere uitlating te kunnen vangen.

 

 

Vrijdag 15 oktober                    H. Teresia van Jezus, maagd en kerklerares

 

Eerste lezing (Rom. 4, 1-8)

Abraham heeft God gelóófd en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid

Broeders en zusters, wat moeten wij denken van Abraham, onze stamvader? Wat heeft hij bereikt? Als hij op grond van zijn goede werken gerechtvaardigd is, heeft hij reden zich te beroemen; maar voor God heeft hij die niet! Immers, wat zegt de Schrift? “Abraham heeft God gelóófd en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid.” Welnu, hij die werkt, krijgt zijn loon niet toegekend bij wijze van gunst, maar als zijn verschuldigd recht. Aan degene echter die niet werkt, maar gelooft in Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof als gerechtigheid aangerekend. Hetzelfde geldt van de mens, die door David wordt zalig geprezen en aan wie God de gerechtigheid toerekent, zonder dat er sprake is van goede werken: “Zalig zij van wie de ongerechtigheden zijn vergeven en van wie de zonden zijn toegedekt. Zalig de man wiens zonde de Heer niet in rekening brengt.”

 

Tussenzang (Ps. 32, 1-2.5.11)

Refrein: Mijn toevlucht zijt Gij, mijn redder in nood, Gij hult mij in voorspoed en vreugde.

Gelukkig degene wiens fout werd vergeven, wiens zonde door God werd bedekt.

Gelukkig de mens die geen schuld heeft bij God, wiens hart geen misdaad verbergt.

Toen heb ik mijn zonde beleden voor U, mijn schuld niet langer ontkend.

Ik sprak: voor de Heer beken ik mijn fout; toen hebt Gij mijn zonde vergeven.

Weest blij in de Heer, alle vromen, verheugt u en jubelt, oprechten van hart.

 

Vers voor het evangelie (Ps. 111, 8ab)

Alleluia.

Het werk van de Heer is goed en betrouwbaar, al wat Hij besluit staat onwrikbaar vast.

Alleluia.

 

Evangelie (Lc. 12, 1-7)

Zelfs de haren op uw hoofd zijn alle geteld

In die tijd, toen duizenden mensen waren samengestroomd, zodat men elkaar haast onder de voet liep, richtte Jezus zich eerst tot zijn leerlingen: “Wacht u voor het zuurdeeg, dat wil zeggen, voor de huichelarij van de Farizeeën. Niets is bedekt of het zal onthuld en niets is verborgen of het zal geweten worden. Want alles wat gij in het donker gezegd hebt, zal gehoord worden in het licht; en wat gij binnenkamers in het oor gefluisterd hebt, zal van de daken verkondigd worden. Tot u, die mijn vrienden, zijt, zeg Ik: Vreest niet hen die het lichaam doden, maar daarna niets ergers kunnen doen. Ik zal u zeggen wie gij moet vrezen: vreest Hem die, nadat Hij gedood heeft, macht bezit om in de hel te werpen. Ja, zeg Ik u, vreest Hem! Kan men niet vijf mussen kopen voor twee stuivers? Toch vergeet God niet een van hen.

Ja, zelfs de haren op uw hoofd zijn alle geteld. Weest niet bevreesd: gij zijt méér waard dan een zwerm mussen.”

 

Zaterdag 16 oktober                        Maria op zaterdag

  1. Hedwig, kloosterlinge
  2. Margareta-Maria Alacoque, maagd

 

Eerste lezing (Rom. 4, 13.16-18)

Tegen alle hoop in heeft Abraham gehoopt

Broeders en zusters, de belofte aan Abraham en zijn nakomelingen, dat zij de wereld zouden erven, steunt niet op de wet, maar op de gerechtigheid van het geloof. Daarom hangt die belofte af van het geloof en dus van de genade en is zij verzekerd voor heel het nageslacht, niet alleen voor hen die de wet hebben ontvangen, maar voor allen, die het geloof navolgen van ons aller vader Abraham. Van hem staat immers geschreven: “Ik heb u vader gemaakt van vele volken.” Hij is dit voor het aanschijn van God in wie hij heeft geloofd, God die de doden levend maakt en wat niet bestaat in het aanzijn roept.

Tegen alle hoop in heeft Abraham gehoopt en geloofd, dat hij vader zou worden van vele volken, gelijk hem gezegd was: “Zo talrijk zal uw nageslacht zijn.”

 

Tussenzang (Ps. 105, 6-7.8-9.42-43)

Refrein: Voor eeuwig blijft Gods verbond van kracht.

Ofwel:    Alleluia.

Gij, kroost van zijn dienaar Abraham, gij, zonen van Jakob, zijn welbeminde. De Heer, Hij is onze enige God, wat Hij beslist geldt voor heel de aarde.

Voor eeuwig blijft zijn verbond van kracht, wat Hij beloofd heeft voor duizend geslachten. De bond die Hij vroeger met Abraham sloot, de eed die Hij Isaäk eens heeft gezworen.

De Heer was indachtig zijn heilig woord, tot Abraham eenmaal gesproken. Hij voerde zijn volk met vreugde weg, zijn uitverkorenen onder gejubel.

 

Vers voor het evangelie (Ps.119, 18)

Alleluia.

Ontsluit mijn ogen om te aanschouwen, Heer, de heerlijkheid van uw wet.

Alleluia.

 

Evangelie (Lc. 12, 8-12)

De heilige Geest zal u leren wat gij moet zeggen

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Ik zeg u: ieder die Mij bij de mensen belijdt, hem zal de Mensenzoon als de zijne erkennen bij Gods engelen. Maar wie Mij tegenover de mensen verloochend heeft, zal verloochend worden tegenover Gods engelen. Aan ieder die zich zal kanten tegen de Mensenzoon, zal het vergeven worden; maar hem die de heilige Geest heeft gelasterd, zal het niet vergeven worden. Wanneer men u brengt voor synagogen, overheden en machthebbers, maakt u dan niet bezorgd over het hoe of wat van uw antwoord ter verdediging: op dat ogenblik zal de heilige Geest u leren wat gij moet zeggen.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verded g ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.