Dagelijks Brood, lezingen van de dag 13 – 19 juni 2021

Heilige-Liduina-van-Schiedam-olvternood

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 13 – 19 juni 2021

11e week door het jaar

Gebed tot de heilige Jozef

Tot U, Heilige Jozef nemen wij onze toevlucht in onze noden. En na de hulp van uw zeer heilige Bruid te hebben ingeroepen smeken wij met vertrouwen ook uw bescherming af.

Wij bidden U ootmoedig: zie met goedheid neer op het erfdeel dat Jezus Christus door zijn bloed heeft verworven en help ons in onze noden door uw machtige bijstand.

Dat vragen wij U omwille van de liefde die U heeft verbonden met de onbevlekte Maagd en Moeder van God en omwille van de vaderlijke tederheid waarmee Gij het Kind Jezus hebt aanvaard zorgzame bewaarder van het heilig Huisgezin bescherm de uitverkoren kinderen van Jezus Christus.

Liefdevolle vader, houdt ons ver van dwaling en zedenbederf.

Machtige beschermer, sta ons vanuit de hemel genadig bij in de strijd tegen de machten van de duisternis.

En zoals Gij weleer het Kind Jezus uit het grootste levensgevaar hebt gered zo verdedig nu ook de heilige Kerk van God tegen vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking neem ieder van ons in uw blijvende bescherming opdat wij naar uw voorbeeld en gesteund door uw hulp heilig leven, zalig sterven en het eeuwig geluk in de hemel verkrijgen.
Amen

Zondag 13 juni                                                                                       

Eerste lezing (Ez. 17, 22-24)

Ik zal een nederig twijgje verheffen

Dit zegt de Heer God: “Dan zal Ik zelf van de top van de hoge ceder een twijgje nemen en dat in de grond zetten; van de bovenste van de jonge takken zal Ik een twijgje plukken en Ik zelf zal het planten op een hoge en verheven berg, op het gebergte van Israëls hoogland zal Ik het planten. Het zal takken dragen, vrucht vormen en een prachtige ceder worden. Daaronder zullen alle vogels van allerlei gevederte nestelen; in de schaduw van zijn takken zullen ze nestelen. En alle bomen van het open veld zullen erkennen dat Ik, de Heer, een sappige boom heb doen verdorren en een dorre boom tot bloei gebracht heb. Ik, de Heer, heb het gezegd en Ik zal het doen.”

Tussenzang (Ps. 92, 2-3.13-14.15-16)

Refrein:  Hoe heerlijk is het de Heer te prijzen.

Heerlijk is het de Heer te prijzen, uw Naam, Allerhoogste, te loven.

Uw goedheid te melden iedere ochtend en heel de nacht door uw trouw.

De vromen schieten als palmbomen op, als Libanon-ceders gedijend;

Zij zijn geplant bij het huis van de Heer, zij komen tot bloei in Gods voorhof.

Ook als zij reeds oud zijn dragen zij vruchten, zij blijven sappig en fris.

Zij wijzen hoe rechtvaardig de Heer is, mijn Rots, in Hem is geen onrecht.

Tweede lezing (2 Kor. 5, 6-10)

Onze enige eerzucht is, hetzij thuis, hetzij in den vreemde, de Heer te behagen

Broeders en zusters, daarom houden wij altijd goede moed. Wij zijn ons bewust dat wij, zolang wij thuis zijn in het lichaam, ver zijn van de Heer. Wij leven in geloof, wij zien Hem niet. Maar wij houden moed en zouden liever uit het lichaam verhuizen om onze intrek te nemen bij de Heer. Het is onze enige eerzucht, hetzij thuis, hetzij in den vreemde, Hem te behagen. Want allen moeten wij voor Christus’ rechterstoel verschijnen, opdat ieder het loon ontvangt voor wat hij in dit leven heeft gedaan, goed of kwaad.

Vers voor het evangelie (Lc. 19, 38)

Alleluia. Gezegend de Koning die komt, in de Naam des Heren. Alleluia.

Evangelie (Mc. 4, 26-34)

Het is het allerkleinste zaadje en het wordt groter dan alle tuingewassen

In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Het gaat met het Rijk Gods als met een man, die zijn land bezaait; hij slaapt en staat op, ‘s nachts en overdag, en onderwijl kiemt het zaad en schiet op, maar hij weet niet hoe. Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort, eerst de groene halm, dan de aar, dan het volgroeide graan in de aar. Zodra de vrucht het toelaat slaat hij er de sikkel in, want het is tijd voor de oogst.” En verder: welke vergelijking kunnen wij vinden voor het Rijk Gods en in welke gelijkenis zullen we het voorstellen? Het lijkt op een mosterdzaadje. Wanneer het gezaaid wordt in de grond, is het wel het allerkleinste zaadje op aarde; maar eenmaal gezaaid schiet het op en het wordt groter dan alle tuingewassen, en het krijgt grote takken, zodat de vogels in zijn schaduw kunnen nestelen. In vele dergelijke gelijkenissen verkondigde Hij hun zijn leer op de wijze, die zij konden verstaan. Anders dan in gelijkenissen sprak Hij niet tot hen, maar eenmaal met zijn leerlingen alleen, gaf Hij van alles uitleg.

Maandag 14 juni H. Lidwina, maagd – Feest

Eerste lezing (2 Kor. 5, 14-17)

De liefde van Christus laat ons geen rust

Broeders en zusters, de liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien, dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven! En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die ter wille van hen is gestorven en verrezen. Daarom beoordelen wij voortaan niemand meer naar de oude maatstaven. En al hebben wij Christus ooit op zulke wijze beoordeeld, dan nu toch niet meer. Zo is dus wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbij, het nieuwe is al gekomen.

Tussenzang (Ps. 63, 2.3-4.5-6.8-9)

Refrein:  Naar U dorst mijn ziel, Heer, en hunkert mijn hart.

God, mijn God zijt Gij, ik zoek U met groot verlangen.

Naar U dorst mijn ziel en hunkert mijn hart als dorre akkers naar regen.

Zo zie ik omhoog naar de plaats waar Gij woont, beschouw ik uw macht en uw glorie.

Meer waard dan het leven is mij uw genade, mijn mond verkondigt uw lof.

Ik zal U prijzen zolang ik leef, mijn handen uitstrekken naar U.

Mijn ziel wordt verzadigd met voedzame spijs, mijn mond zal U jubelend danken.

Want Gij zijt altijd mijn beschermer geweest, ik koester mij onder uw vleugels.

Met heel mijn hart houd ik vast aan U, het is uw hand die mij steunt.

Vers voor het evangelie (Gal. 2, 19b-20a)

Alleluia. Met Christus ben ik gekruisigd. Ik leef niet meer, Christus leeft in mij. Alleluia.

Evangelie (Joh. 12, 24-26)

Wil iemand Mij dienen, dan moet hij Mij volgen

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen; maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint, verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat, zal het ten eeuwigen leven bewaren. Wil iemand Mij dienen, dan moet hij Mij volgen; waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.

Dinsdag 15 juni                                                                                      

Eerste lezing (2 Kor. 8, 1-9)

Om uwentwil is Jezus Christus arm geworden

Broeders en zusters, wij willen u nu verhalen van de genade Gods, die aan de kerken van Macedonië is geschonken. Door verdrukkingen zwaar beproefd, verheugden zij zich bovenmate en hun bittere armoede werd overrijk in mildheid. Want zij hebben naar vermogen gegeven, ik moest eigenlijk zeggen bóven hun vermogen. Uit eigen beweging en met grote aandrang smeekten zij ons om de gunst deel te mogen nemen aan de ondersteuning van de heiligen. Zij gaven meer dan wij durfden hopen, zij gaven zichzelf, in de eerste plaats aan de Heer, maar dan ook, door Gods wil, aan ons. Hierdoor bemoedigd, hebben wij er bij Titus op aangedrongen ook dit liefdewerk, waarmee hij al eerder begonnen was bij u tot een goed einde te brengen. Welnu, gij munt reeds in zoveel opzichten uit in geloof, welsprekendheid, wetenschap, in ijver op alle gebied, in uw liefde voor ons, laat dan ook dit liefdewerk uitmuntend slagen! Ik zeg dit niet bij wijze van bevel, maar ik wil de echtheid van uw liefde toetsen aan de toewijding door anderen betoond. Want de liefdedaad van onze Heer Jezus Christus hoef ik u niet in herinnering te brengen: hoe Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij rijk zoudt worden door zijn armoede.

Tussenzang (Ps. 146, 2.5-6.7.8-9a)

Refrein:  De Heer zal ik loven mijn leven lang.

Of: Alleluia.

De Heer zal ik loven mijn leven lang, mijn God zal ik al mijn dagen bezingen.

Gelukkig wie hulp zoekt bij Jakobs God, zijn hoop stelt op God de Heer,

op Hem die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee met al wat daar leeft.

De Heer doet altijd zijn woord gestand, verdrukten verschaft Hij recht.

De Heer geeft brood aan wie honger heeft, gevangenen geeft Hij de vrijheid.

De ogen van blinden opent de Heer, gebrokenen richt Hij weer op.

De Heer bemint de rechtvaardigen, de Heer behoedt de ontheemden.

Vers voor het evangelie (Joh. 10, 27)

Alleluia. Mijn schapen luisteren naar mijn stem, zegt de Heer, en Ik ken ze en zij volgen Mij. Alleluia.

Evangelie (Mt. 5, 43-48)

Bemint uw vijanden

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Gij zult uw naaste beminnen en uw vijand haten. Maar Ik zeg u: Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel, die immers de zon laat opgaan over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want als gij bemint die u beminnen, wat voor recht op loon hebt gij dan? Doen de tollenaars niet hetzelfde? En als gij alleen uw broeder groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen de heidenen dat ook niet? Weest dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.”

Woensdag 16 juni                                                                                  

Eerste lezing (2 Kor. 9, 6-11)

God houdt van een blijmoedige gever

Broeders en zusters, bedenkt: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. Laat ieder wat hij in zijn hart besloten heeft ten uitvoer brengen, zonder pijn en zonder dwang, want God houdt van een blijmoedige gever. En God heeft de macht u met alle gaven te overstelpen, zodat gij, altijd in alle opzichten van al het nodige voorzien, nog ruimschoots overhoudt voor elk goed werk. Zo staat er ook geschreven: “Hij heeft overvloedig gegeven aan de armen, zijn milddadigheid zal immer blijven.” Hij die de zaaier zaad verschaft en voedsel om te eten, zal ook u zaaigoed verschaffen en het vermenigvuldigen en de oogst van uw milddadigheid doen gedijen. Zo wordt gij in ieder opzicht verrijkt en kunt gij alle soort vrijgevigheid beoefenen. En deze is op haar beurt, door onze bemiddeling, oorzaak van dankbetuiging aan God.

Tussenzang (Ps. 112, 1-2.3-4.9)

Refrein:  Gelukkig de man, die ontzag heeft voor God.

Of: Alleluia.

Gelukkig de man, die ontzag heeft voor God, die vreugde vindt in zijn geboden.

Zijn kroost zal machtig zijn in het land, gezegend zal zijn het geslacht van de vrome.

Welvaart en rijkdom sieren zijn huis, hij zal zijn gerechtigheid nooit verliezen.

Hij is voor de vromen een licht in de nacht, weldadig, barmhartig, rechtvaardig.

Met mildheid deelt hij aan armen uit, hij zal zijn gerechtigheid nooit verliezen, zijn macht en zijn aanzien vermeerderen steeds.

Vers voor het evangelie (Joh. 14, 5)

Alleluia. Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer, niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij. Alleluia.

Evangelie (Mt. 6, 1-6.16-18)

Uw Vader die in het verborgene ziet zal het u vergelden

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Denkt er om: beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen, om de aandacht te trekken, anders hebt gij geen recht op loon bij uw Vader, die in de hemel is. Wanneer gij dus een aalmoes geeft, bazuint het dan niet voor u uit, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat, opdat zij door de mensen geprezen worden. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen. Als gij een aalmoes geeft, laat uw linkerhand dan niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene blijve, en uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. Wanneer gij bidt, gedraagt u dan niet als de schijnheiligen, die graag in de synagogen en op de hoeken van de straten staan te bidden om op te vallen bij de mensen. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen! Maar als gij bidt, gaat dan in uw binnenkamer, sluit de deur achter u, en bidt tot uw Vader, die in het verborgene is, en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. Wanneer gij vast, zet dan geen somber gezicht, zoals de schijnheiligen, zij verstrakken hun gezicht om de mensen te tonen dat zij aan het vasten zijn. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als gij vast, zalft dan uw hoofd en wast uw gezicht om niet aan de mensen te laten zien dat gij vast, maar vast voor uw Vader, die in het verborgene is en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.”

Donderdag 17 juni                                                                                 

Eerste lezing (2 Kor. 11, 1-11)

Het evangelie van God heb ik u om niet verkondigd

Broeders en zusters, als gij maar een weinig dwaasheid van mij zoudt willen verdragen! Maar dat wilt gij wel. Gij weet toch dat mijn naijver voor u de naijver van God zelf is. Met uw enige bruidegom Christus heb ik u verloofd om u als een ongerepte maagd tot Hem te voeren. Maar soms vrees ik, dat gij u laat verleiden, zoals eertijds Eva door de sluwe slang werd bedrogen, en dat uw gedachten afdwalen van de trouw aan Christus. Als de eerste de beste een andere Jezus predikt dan wij gepredikt hebben, of u een andere geest of een ander evangelie brengt dan gij van ons hebt aanvaard, laat gij het u rustig aanpraten. Toch meen ik niet achter te staan bij die aartsapostelen! Al ben ik dan onbedreven in het spreken, kennis der waarheid heb ik genoeg, zoals ik u allen op allerlei wijzen heb getoond. Of heb ik er verkeerd aan gedaan, dat ik, om u te verheffen, mijzelf vernederde? Was het een zonde u het evangelie van God om niet te verkondigen? Andere gemeenten heb ik gebrandschat en van hen ondersteuning aangenomen om u van dienst te kunnen zijn. En toen ik bij u was en gebrek kreeg, ben ik niemand lastig gevallen. De broeders, die uit Macedonië kwamen, hebben in al mijn behoeften voorzien. In elk opzicht heb ik mij ervoor gewacht u tot last te zijn. En dat zal ook zo blijven. Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is: ik zal mij die roem niet laten ontnemen in heel het land van Achaïa. Waarom? Omdat ik u niet liefheb? God weet wel beter.

Tussenzang (Ps. 111, 1-2.3-4.7-8)

Refrein:  Het werk van uw handen is goed en betrouwbaar, Heer.

Of: Alleluia.

De Heer wil ik danken uit heel mijn hart, te midden der vromen, voor heel de gemeente.

Geweldig is alles wat Hij verricht, de aandacht boeiend van elk die het nagaat.

Mildheid en majesteit spreekt uit zijn daden, eeuwig blijft Hij rechtvaardig en trouw.

Wonderen deed Hij om nooit te vergeten, minzaam en liefdevol toont zich de Heer.

Het werk van zijn handen is goed en betrouwbaar, al wat Hij besluit staat onwrikbaar vast.

Het blijft door de eeuwen en altijd van kracht, het is doordacht en rechtvaardig.

Vers voor het evangelie (Joh. 14, 23)

Alleluia. Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen. Alleluia.

Evangelie (Mt. 6, 7-15)

Gij moet zo bidden

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Als gij bidt, gebruikt dan geen omhaal van woorden, zoals de heidenen, want deze menen dat zij door hun veelheid van woorden verhoring zullen vinden. Volgt hun voorbeeld dus niet na, want vóórdat gij Hem vraagt, weet uw Vader wat gij nodig hebt. Gij moet daarom zo bidden: Onze Vader die in de hemel zijt, uw Naam worde geheiligd, uw Rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven hebben aan onze schuldenaren. En leid ons niet in bekoring, maar behoed ons voor het kwaad. Want als gij aan de mensen hun fouten vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven, maar als gij niet vergeeft aan de mensen, zal ook uw hemelse Vader uw fouten niet vergeven.”

Vrijdag 18 juni                                                                                        

Eerste lezing (2 Kor. 11, 18.21b-30)

Dag in dag uit drukt mij de zorg voor al de gemeenten

Broeders en zusters, als zovelen zich laten voorstaan op wereldse voorrechten, mag ik het ook. Maar als anderen het durven – nu komt de dwaasheid aan het woord – durf ik het ook. Zijn zij Hebreeën? Ik ook. Zijn zij Israëlieten? Ik ook. Zijn zij kinderen van Abraham? Ik ook. Zijn zij dienaren van Christus? Het lijkt waanzin: ik nog méér! Ik heb harder gezwoegd, ik heb langer gevangen gezeten, ik had veel meer slagen te verduren en doodsgevaren zonder tal. Vijfmaal kreeg ik van de Joden de veertig-min-één. Driemaal ben ik met stokken geslagen, éénmaal gestenigd. Driemaal heb ik schipbreuk geleden, eens een heel etmaal doorgebracht in volle zee. Altijd op reis, gevaren van rivieren en gevaren van rovers, gevaren van de kant van mijn eigen volk en van de heidenen, gevaren in steden en in de woestijn, gevaren op zee, gevaren te midden van valse broeders met zwoegen en tobben, veel slapeloze nachten, honger en dorst, vaak zonder eten, in koude en naaktheid. En afgezien van al het overige: dag in dag uit drukt mij de zorg voor al de gemeenten. Niemand is zwak of ik ben het ook. Niemand komt ten val of het grijpt me in de ziel. Als er toch geroemd moet worden, zal ik roemen op mijn zwakheid.

Tussenzang (Ps. 34, 2-3.4-5.6-7)

Refrein:  Naar vromen die roepen luistert de Heer en redt hen uit iedere nood.

De Heer zal ik prijzen iedere dag, zijn lof ligt mij steeds op de lippen.

Mijn geest is fier op de gunst van de Heer, laat elk die het hoort zich verheugen.

Verheerlijkt de Heer tezamen met mij en laat ons eendrachtig zijn Naam vereren.

Ik ging tot de Heer en Hij heeft mij verhoord, Hij heeft mij gered uit al wat ik vreesde.

Verlaat u op Hem, dan wordt ge gelukkig, want Hij stelt u niet teleur.

Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer en redt hen uit hun ellende.

Vers voor het evangelie (Joh. 15, 15b)

Alleluia. Ik heb u vrienden genoemd, zegt de Heer, want Ik heb u alles meegedeeld, wat Ik van de Vader heb gehoord. Alleluia.

Evangelie (Mt. 6, 19-23)

Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm vergaan en waar dieven inbreken om te stelen, maar verzamelt u schatten in de hemel, waar ze niet door mot of worm vergaan en waar dieven niet inbreken om te stelen. Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. De lamp van het lichaam is het oog. Wanneer dus uw oog helder is, zal heel uw lichaam verlicht zijn. Is echter uw oog slecht, dan is heel uw lichaam duister. Indien dus zelfs uw innerlijk licht duister is, hoe erg zal dan de duisternis zijn!”

Zaterdag 19 juni Maria op zaterdag / Romualdus, abt

Eerste lezing (2 Kor. 12, 1-10)

Ik zal het liefst van alles roemen op mijn zwakheden

Broeders en zusters, moet er geroemd worden? Het dient wel nergens toe, maar dan kom ik nu tot visioenen en openbaringen van de Heer. Ik ken een mens in Christus, die veertien jaar geleden, in het lichaam of buiten het lichaam – ik weet het niet, God weet het – die werd weggerukt naar de derde hemel. Van die mens weet ik dat hij, met het lichaam of zonder het lichaam – ik weet het niet, God weet het – dat hij werd weggerukt naar het paradijs en onzegbare woorden vernam, die geen mens mag uitspreken. Op zo iemand wil ik roemen. Voor mijzelf wil ik alleen roemen op mijn zwakheden. Zou ik werkelijk willen roemen, dan was ik geen dwaas, ik zou immers de waarheid zeggen. Maar daar zie ik van af, ik wil niet dat iemand mij meer toeschrijft dan wat hij van mij kan zien of horen. Ook is er – want anders zouden die buitengewone openbaringen mij verwaand kunnen maken – ook is er een doren in mijn vlees gestoken, als een bode van satan die mij moet afranselen. Tot driemaal toe heb ik de Heer aangeroepen, dat hij van mij zou weggaan. Maar de Heer antwoordde mij: “Je hebt genoeg aan mijn genade. Kracht wordt juist in zwakheid volkomen.” Dus zal ik het liefst van alles roemen op mijn zwakheden. Dan zal de kracht van Christus in mij wonen. Daarom lijd ik om Christus’ wil gaarne zwakheid, smaad, nood, vervolging en benauwdheid. Want als ik zwak ben, dan ben ik sterk.

Tussenzang (Ps. 34, 8-9.10-11.12-13)

Refrein:  Let op en bemerkt hoe genadig de Heer is.

De engel van God legt een schans om hen heen, om elk die God vreest te beschermen.

Let op en bemerkt hoe genadig de Heer is, gelukkig is hij die zijn heil zoekt bij Hem.

Eerbiedigt de Heer, gij die Hem gewijd zijt, want wie Hem eerbiedigt lijdt nimmer gebrek.

De rijken zijn arm en behoeftig geworden, die gaan tot de Heer komen nooit iets te kort.

Komt, kinderen, luistert naar wat ik u zeg, ik leer u de Heer te vrezen.

Wie is er bij u die het leven liefheeft en dagen van voorspoed verlangt?

Vers voor het evangelie (Joh. 17, 17b.a)

Alleluia. Uw woord is waarheid, Heer, wijd ons U toe in de waarheid. Alleluia.

Evangelie (Mt. 6, 24-34)

Maakt u niet bezorgd voor de dag van morgen

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Niemand kan twee heren dienen: hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen èn de mammon. Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken, en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Is het leven niet méér dan het voedsel en het lichaam niet méér dan de kleding? Let eens op de vogels in de lucht: ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren, maar uw hemelse Vader voedt ze. Zijt gij dan niet veel méér dan zij? Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg één el toe te voegen? En wat maakt gij u zorgen over kleding? Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien. Ze arbeiden noch spinnen. Toch zeg Ik u: Zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. Als God nu het veldgewas, dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen zó kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen? Maakt u dus geen zorgen over de vraag wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken of wat zullen wij aantrekken? Want dat alles jagen de heidenen na. Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt. Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden. Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.”

 

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

 

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.