Een verhaaltje voor het slapengaan

Degenen die bekend zijn met de activiteiten van de zusters, weten dat wij erg houden van verhaaltjes voor het slapengaan. En dan niet zomaar een verhaaltje natuurlijk, maar een verhaaltje met een moraaltje. Deze gewoonte hebben we overgenomen van de heilige Don Bosco. Don Bosco, die “zijn” jongeren elke avond een verhaaltje vertelde, daarbij van boven geholpen: doordat hij vaak bijzondere dromen of visioenen had die hem van stof voorzagen om steeds weer nieuwe verhaaltjes aan zijn jongeren te kunnen vertellen. Veel van die dromen en visioenen zijn helemaal niet alleen voor kinderen of jongeren geschikt. Ik zal er hier eentje met u delen.
Op de avond van 4 april 1869 vertelde Don Bosco zijn jongeren over een droom die grote indruk op hen maakte. “Ik droomde”, zei hij, “dat ik in de kerk was, temidden van een menigte jongeren die zich voorbereidden op de biecht. […] Ik zag tot mijn grote verbazing jongeren met een touw om hun nek, dat hun keel dichtkneep.
“Waarom hebben jullie dat touw om jullie nek?”, vroeg ik. “Haal het weg! Ze gaven geen antwoord, maar staarden me alleen maar aan. “Kom op,” zei ik tegen een jongen die dicht bij me stond, “doe dat touw af! ”Ik kan het niet afdoen, er staat iemand achter me die het vasthoudt. Ik keek toen beter en het leek alsof ik achter de schouders van veel jongens twee lange hoorns zag uitsteken. Ik ging dichterbij om beter te kunnen zien en achter de schouders van de jongen die het dichtst bij me stond, zag ik een lelijk beest met een afschuwelijk gezicht, dat op een grote kat leek, met lange hoorns, dat dat touw vasthield.
Ik vroeg dus een jongeman om naar de sacristie te rennen om het emmertje met wijwater te halen. Ondertussen merkte ik dat elke jongeman zo’n lelijk beest achter zich heeft. Ik pakte het wijwatervat en vraag aan een van die grote katachtigen: “Wie ben je?” Het dier keek me dreigend aan, opende zijn bek, knarsetandde en deed alsof hij zich op me wilde storten. “Zeg me meteen wat je hier doet, lelijk beest. Ik ben niet bang voor je. Zie je wel? Als je niet antwoordt, was ik je goed met dit water!” Het monster keek me huiverend aan. Het kronkelde op een angstaanjagende manier en ik ontdekte dat het drie touwen in zijn hand had.
“Wat betekenen die?” “Weet je dat niet? Ik sta hier met deze drie touwen en bind de jongeren vast zodat ze een slechte biecht afleggen.” ”Hoezo? Op welke manier? Spreek, anders gooi ik het wijwater over je heen.” “Stuur me alsjeblieft naar de hel, maar gooi dat water niet over me heen.” “In de naam van Jezus Christus, spreek!”
Het monster kronkelde op angstaanjagende wijze en antwoordde: “De eerste manier waarop ik deze touw gebruik, is door jongeren te dwingen hun zonden in de biecht te verzwijgen.” “En de tweede?” “De tweede is door hen aan te sporen om zonder berouw te biechten.” “De derde?” “De derde wil ik je niet vertellen.” “Wat? Wil je het me niet vertellen? Nu gooi ik dit wijwater over je heen.” En terwijl ik de dreiging herhaalde, hief ik mijn arm op. Toen zei hij uiteindelijk: “De derde is om geen voornemens te maken en de adviezen van de biechtvader niet op te volgen. Kijk naar het voordeel dat jongeren halen uit de biecht; als je wilt weten of ik jongeren aan mij gebonden houd, kijk dan of ze zich beteren.”
Toen ik concludeerde dat ik niets meer van die beesten zou leren, hief ik het wijwatervat en gooide het wijwater alle kanten op. Toen sloegen al die monsters met veel lawaai op de vlucht, sommigen naar de ene kant, anderen naar de andere kant. Door dat lawaai werd ik wakker.
Tja, of het echt een fijne gedachte is voor het slapengaan weet ik niet, maar waarschijnlijk leest u dit nog ver voor bedtijd. Dan heeft u mooi even de tijd om er goed over na te denken om de volgende keer nóg beter te biechten!
M. Laetitia Dei
Recent Sermons

Kiezen voor Christus en zijn kruis
oktober 25, 2025

De geheimen van het licht
oktober 11, 2025

Een levensreddende kralenkrans
september 26, 2025

