Beelden en liturgie

Beelden en liturgie

Het is alweer een hele tijd geleden dat ik studeerde en daarbij een opdracht moest maken voor het college spiritualiteit tijdens de Diaken- en Priesteropleiding. Daar kregen we de opdracht een religieus schilderij te zoeken en daarbij een verhaal te schrijven over wat je erin ziet en wat het met jou doet. Ik denk er nog vaak aan terug.
Het deed mij toen in eerste instantie denken aan de Joodse traditie waarbij de mens geen afbeeldingen mag maken van alles wat er op aarde en in de hemel leeft volgens de Thora (Ex 20,4). Daar was een uitzondering op. De deksel van de verbondskist. God geeft Mozes de opdracht daar twee cherubs (engelen) van goud te boetseren, met hun gezicht naar de verbondskist toe, tussen deze twee cherubs zou God tot Mozes spreken. In de verbondskist lagen de stenen tafelen waarop de 10 Woorden van God geschreven stonden. De verbondskist was een beeld van de Verborgen God die in Zijn verborgenheid de mensen toch ook nabij is. Zoals op de eerste Paasdag de vrouwen naar het graf gaan om Christus te zalven en ook het graf is dan ook geflankeerd door weer twee cherubs. Omdat het Gelaat van God daar, in Christus, weer onder de mensen aanwezig is. Waarom zoekt u de levende onder de doden? (Lukas 24:5 ) God heeft Zijn ware gezicht laten zien door als mens onder ons aanwezig te zijn, met ons te leven en zelfs te sterven. Het beeld van God is daarmee duidelijker en zichtbaarder geworden. Het oude verbond is nieuw geworden. In Jezus heeft God een gestalte gekregen. In de Oude kerk wilden de mensen dat toch graag verbeelden en deden dat door Christus als een herder af te beelden. Maar zij beelden daarbij niet Zijn gezicht af. Dat was voor hen een stap te ver.
Pas in de 6e eeuw zien we in de kunstgeschiedenis dat Christus een gelaat krijgt. Hier begint ook de iconentraditie, waarin de mensen geloofden dat de aanblik van de Godmens Christus op de icoon gelijk stond met een ontmoeting met God zelf. Gedragen door de gedachte dat Christus zegt “wie mij ziet, ziet de Vader (Joh 14,9)”. Dit schouwen van de icoon werd in de Griekse wereld beleefd als een sacramenteel gebeuren dat niet geringer was dan het ontvangen van de Eucharistie. (De Geest van de Liturgie, J Ratzinger).
Mede door de perikoop van de Emmaüsgangers is de Kerk dit toch weer genuanceerder gaan beleven. Omdat de Leerlingen Christus wel zagen maar Hem toch niet herkenden! (Lucas 24:13-51) Het was pas bij het breken van het Brood dat de leerlingen Christus herkenden, maar toen zagen ze Hem niet meer! Hierdoor werd het beeld, de icoon, het uiterlijk beleven door te zien, ondergeschikt aan de communie en werd de innerlijke beleving en echt ontvangen van Christus als sacrament prioriteit. In onze kerken hebben wij op vele wijzen de beelden van Christus en zelfs van God de Vader op prachtige wijze verbeeld, toch herkennen wij Hem pas bij het breken van het Brood.

Goede God,
Altijd moet ik zwerven
Nergens vind ik rust
Tot ik aan Uw voeten zitten kan
Zien en ervaren wie en wat U bent.
Ik mag U zien en ontvangen
maar kan U niet vasthouden
maar wel doorgeven.
Reist U met mij mee?

Pr. Paul Bindels

Delen

Nieuwste overwegingen