Lezingen van de dag: Dagelijks Brood maandag t/m zaterdag 24 – 29 september 2018

heilige-aartsengel-michael-olv-ter-nood-heiloo

Dagelijks Brood is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Lezingen van maandag t/m zaterdag 24 – 29 september 2018 25e week door het jaar

U kunt hier deze week downloaden in PDF.

Maandag 24 september

Eerste lezing (Spr. 3, 27-34)
Weiger geen weldaad aan wie haar nodig heeft, wanneer gij in staat zijt die weldaad te bewijzen. Zeg niet tegen uw naaste: “Ga nu heen, kom een andere keer” of “Morgen geef ik het”, als gij het nu al hebt. Beraam geen kwaad tegen uw naaste, terwijl die in goed vertrouwen met u omgaat. Twist niet met iemand zonder reden, wanneer hij u geen kwaad heeft gedaan. Wees niet afgunstig op de man, die geweld pleegt en verkies nooit zijn wegen, want de Heer verfoeit de boosdoener, maar met de rechtvaardigen gaat Hij vertrouwelijk om. De vloek van de Heer ligt op het huis van de goddeloze, maar de woning van de vromen zegent Hij. Met de spotters drijft Hij de spot, maar aan de nederigen schenkt Hij zijn gunst.

Tussenzang
Refrein: Heer, wie mag te gast zijn in uw tent, wie mag op uw heilige berg verblijven?
Wie rechtvaardig is en eerbaar leeft, in zijn hart geen boze plannen koestert, geen bedrog pleegt met zijn tong;
wie zijn evenmens geen schade doet en zijn buren niet te schande zet; wie de boosdoener veracht, maar de dienaars van de Heer in ere houdt;
zijn bezit niet uitleent tegen woeker, als getuige niet omkoopbaar is. Wie zich zo gedraagt zal niet wankelen in eeuwigheid.

Vers voor het evangelie (Ps. 25/24, 4c.5a)
Alleluia. Leer mij uw paden kennen, Heer; leid mij volgens uw woord. Alleluia.

Evangelie (Lc. 8, 16-18)
n die tijd zei Jezus tot de menigte: “Niemand steekt een lamp aan om die onder een schaal te verbergen of onder een rustbank te zetten, maar hij plaatst ze op een standaard, opdat al wie binnenkomt het licht kan zien. Niets is verborgen dat niet openbaar gemaakt, niets geheim dat niet bekend zal worden en aan het licht zal komen. Let dus op hoe gij luistert. Aan wie heeft zal gegeven worden; maar wie niet heeft: zelfs wat hij meent te hebben, zal hem nog ontnomen worden.”

Dinsdag 25 september – H. Gerulfus

Eerste lezing (Spr. 21, 1-6.10-13)
Als een waterloop, zo is het hart van de koning in de hand van de Heer; Hij leidt het waarheen Hij maar wil. Een mens mag menen dat al zijn gangen recht zijn, de Heer weegt toch de harten. Door naar recht en billijkheid te handelen is men de Heer aangenamer dan door offers. Verwaande ogen en een trots hart: de glans van de boosdoeners is de zonde. Het overleg van een ijverig man brengt enkel winst, maar de onbedachtzame vindt niets dan armoe. Schatten, met een leugentong verworven, zijn verwaaiende dampen, valstrikken van de dood. Het hart van de boosdoener haakt naar het kwade en hij kent geen deernis met zijn naaste. Straft men een spotter, dan wordt de onverstandige wijzer; onderricht men een wijze, dan wint hij aan weten. De Rechtvaardige let op het huis van de boosdoener en Hij stort de boosdoener in het verderf. Wie zijn oren sluit voor het hulpgeroep van de arme, zal zelf ook nog eens aan dovemans oren roepen.

Tussenzang (Ps. 119/118)
Refrein: Leid mij, Heer, langs de paden van uw geboden.
Gelukkig degenen wier levensweg rein is, die voortgaan volgens de wet van de Heer. Leid mij op de weg van uw bevelen, dan zal ik uw daden indachtig zijn.
Ik heb de weg van de trouw gekozen, ik houd mij aan wat Gij bepaalt. Geef mij begrip om uw wet na te leven, om hem te volgen met heel mijn hart.
Leid mij langs de paden van uw geboden, daar vind ik mijn vreugde in. Uw wet zal ik altijd trouw onderhouden, te allen tijde, in eeuwigheid.

Vers voor het evangelie (Ps. 27/26, 11)
Alleluia. Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand, leid mij langs effen paden. Alleluia.

Evangelie (Lc. 8, 19-21)
In die tijd kwam zijn moeder met zijn broeders bij Jezus, maar vanwege de menigte konden zij Hem niet bereiken. Men liet Hem dus weten: “Uw moeder en uw broeders staan buiten en willen u spreken.” Maar Hij gaf hun ten antwoord: “Mijn moeder en mijn broeders zijn zij, die het woord van God horen en ernaar handelen.”

Woensdag 26 september – HH. Cosmas en Damianus, martelaren

Eerste lezing (Spr. 30, 5-9)
leder woord van God is in vuur gelouterd; voor wie op Hem bouwen is Hij een schild. Gij moogt aan zijn woorden niets toevoegen, want dan zou Hij u tot de orde roepen en zoudt ge voor leugenaar staan. Heer, twee dingen zijn er, waar ik U om bid; weiger ze mij niet, tot mijn dood toe: Houd onwaarheid en leugen ver van mij af en geef mij
noch armoe noch rijkdom, maar laat mij eten het brood dat mij is toegemeten. Dan loop ik geen kans, dat ik in mijn overmoed U ga loochenen en ga zeggen: Wie is de Heer? En evenmin zal ik uit armoe gaan stelen en mij aan de Naam van mijn God vergrijpen.

Tussenzang (Ps. 119/118)
Refrein: Uw woord, Heer, is een lamp voor mijn voeten.
Gedoog niet dat ik een dwaalweg insla, maar geef mij uw wet als gids. De wet uit uw mond is mij meer waard dan schatten van zilver en goud.
Uw woord, Heer, blijft gelden voor eeuwig, het staat in de hemel vast. Van slechte wegen weerhoud ik mijn schreden, om steeds aan uw woord te voldoen.
Door uw bevelen word ik verstandig en keer ik mij af van de slechte weg. Ik haat en verafschuw het onrecht, uw wet heb ik lief.

Vers voor het evangelie (Ps. 119/118, 18)
Alleluia. Ontsluit mijn ogen om te aanschouwen, Heer, de heerlijkheid van uw wet. Alleluia.

Evangelie (Lc. 9, 1-6)
In die tijd riep Jezus de twaalf bijeen en gaf hun macht en gezag over alle boze geesten en de kracht om ziekten te genezen. Daarop zond Hij hen uit om het Rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten. En Hij vermaande hen: “Neemt niets mee voor onderweg geen stok, geen reiszak, geen voedsel en geen geld; niemand van u mag dubbele kleding hebben. Als ge een huis binnengaat, moet ge daar blijven en ge moet vandaar weer afreizen. Als men u ergens niet ontvangt, verlaat dan die stad en schudt het stof van uw voeten, als een getuigenis tegen hen.” Toen gingen ze op weg en trokken van dorp tot dorp, terwijl zij overal de Blijde Boodschap verkondigden en genezingen verrichtten.

Donderdag 27 september – H. Vincentius de Paul priester

Eerste lezing (Pred. 1, 2-11)
IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, ijdelheid der ijdelheden en alles is ijdelheid. Wat heeft de mens voor baat bij al het gezwoeg, waarmee hij zich aftobt onder de zon? Er gaat een geslacht en er komt een geslacht en de aarde blijft steeds maar bestaan. De zon komt op, de zon gaat onder en haast zich alweer naar haar plaats, en komt daar weer op en beweegt naar het Zuiden en draait naar het Noorden. En de wind blijft draaien en gaat maar voort en de wind komt terug op zijn kringloop. Alle rivieren stromen de zee in en de zee wordt niet vol. Vanwaar de rivieren zijn uitgegaan, daar keren zij weer om opnieuw te stromen. Al die dingen, voortdurend in werking, vermag de mens niet op te sommen. Het oog raakt niet verzadigd van zien, het oor niet verzadigd van horen. Dat wat er gebeurd is, zal nog eens gebeuren en wat er gedaan is, wordt nog eens gedaan, en er is niets nieuws onder de zon. Zegt men van iets: “Kijk, dat is nieuw!,” dan heeft het al eerder bestaan in de eeuwen, die vóór ons geweest zijn. Aan de mensen van vroeger dacht men niet meer en evenmin blijft een volgend geslacht in herinnering bij hen die weer later komen.

Tussenzang (Ps. 90/89)
Refrein: Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest, voor ieder geslacht opnieuw.
Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof, Gij zegt: keer terug, kind van mensen! Voor U zijn duizend jaren één dag, als gisteren dat al voorbij is, een uur van slaap in de nacht.
Ons leven breekt af als een droom in de ochtend, kortstondig is het als gras op het veld. Des morgens ontkiemt het en schiet het op, des avonds is het verwelkt.
Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart. Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons? wees toch uw dienaars genadig.
Verleen ons van nu af uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn. Uw zegen, Heer God, moge over ons waken, bestuur onze handen bij al wat zij doen.

Vers voor het evangelie (Hebr. 4, 12)
Alleluia. Het woord van God is levend en krachtig, en het dringt door tot het raakpunt van ziel en geest. Alleluia.

Evangelie (Lc. 9, 7-9)
In die tijd hoorde de viervorst Herodes alles wat Jezus deed en hij wist niet wat hij ervan moest denken. Sommigen immers zeiden: “Johannes is verrezen uit de doden”; anderen: “Elia is verschenen”; en weer anderen: “Een van de oude profeten is opgestaan”. Maar Herodes zei: “Johannes heb ik onthoofd. Wie kan dat zijn over wie ik dergelijke verhalen hoor?” Hij wilde Jezus daarom te zien krijgen.

Vrijdag 28 september – H. Wenceslaus, martelaar

Eerste lezing (Pred. 3, 1-11)
Alles heeft zijn uur en ieder ding, dat onder de hemel gebeurt, heeft zijn tijd: er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om het geplante weer uit te trekken, een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om te slopen en een tijd om te bouwen, een tijd om te schreien en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen, een tijd om stenen weg te werpen en een tijd om stenen op te rapen, een tijd om te omhelzen en een tijd om zich van omhelzen te onthouden, een tijd om te zoeken en een tijd om verloren te laten gaan, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen, een tijd om stuk te scheuren en een tijd om aaneen te naaien, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken, een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd voor de oorlog en een tijd voor de vrede. Wat heeft de werker voor baat bij datgene waarmee hij zich moe maakt? Ik heb de bezigheden bezien, door God aan de mensenkinderen gegeven om zich daar moe mee te maken. Hij heeft alle dingen uitstekend gemaakt, ieder ding voor zijn tijd. Hij heeft in het hart van de mens ook de hele wereld gelegd, maar toch kan die mens het werk niet bevroeden, dat God van het begin tot het einde verricht heeft.

Tussenzang (Ps. 144/143)
Refrein: Verheerlijken wil ik de Heer, mijn rots.
Verheerlijken wil ik de Heer, mijn rots, mijn steun en mijn burcht, mijn beschermer en redder, mijn schild en mijn toevlucht.
Wat is dan een mens, Heer, dat Gij om hem geeft, een mensenkind, dat Gij U om hem bekommert? De mens is niet meer dan een vleugje wind, zijn dagen vergaan als een vluchtige schaduw.

Vers voor het evangelie (1 Sam. 3, 9; Joh. 6, 69b)
Alleluia. Spreek, Heer, uw dienaar luistert; uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. Alleluia.

Evangelie (Lc. 9, 18-22)
Toen Jezus eens alleen aan het bidden was en zijn leerlingen bij Hem kwamen stelde Hij hun de vraag: “Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?” Zij antwoordden: “Johannes de Doper, anderen zeggen: Elia, en weer anderen: een van de oude profeten is opgestaan.” Hierop zei Hij tot hen: “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?” Nu antwoordde Petrus: “De Gezalfde van God.” Maar Hij verbood hun nadrukkelijk dit aan iemand te zeggen. “De Mensenzoon – zo sprak Hij – moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht zal Hij op de derde dag verrijzen.”

Zaterdag 29 september – Aartsengel Michaël, Aartsengel Gabriël, Aartsengel Rafaël

Eerste lezing (Dan. 7, 9-10.13-14)
In mijn visioen zag ik dat er tronen werden geplaatst en dat een hoogbejaarde zich neerzette. Zijn gewaad was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol. Zijn troon bestond uit vlammen, de wielen ervan uit laaiend vuur. Een stroom van vuur welde op en vloeide voor Hem uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Hem. Het gerechtshof zette zich neer en de boeken werden geopend. In mijn nachtelijk visioen zag ik met de wolken des hemels iemand aankomen, die op een mens geleek. Hij ging naar de hoogbejaarde en werd voor Hem geleid. Toen werd Hem heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht; alle volken,
stammen en talen brachten Hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit te gronde.

Ofwel:

Eerste lezing (Apok. 12, 7-12a)
Toen brak er in de hemel een oorlog uit. Michaël en zijn engelen moesten strijden tegen de Draak. Ook de Draak streed, en zijn engelen. Maar zij hielden geen stand en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote Draak werd neergeworpen, de oude Slang, die Duivel en Satan heet, die de hele wereld verleidt; neergeworpen werd hij op de aarde en zijn engelen met hem. En ik hoorde een stem in de hemel roepen: “Nu is gekomen het heil en de macht en het koningschap van onze God en de heerschappij van zijn Gezalfde, want de aanklager van onze broeders is neergeworpen, die hen aanklaagde bij onze God, dag en nacht. Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, want zij hebben hun leven geminacht ten dode toe. Daarom, juicht hemelen en gij die daar woont.”

Tussenzang (Ps. 138/137)
Refrein: Ik zing voor U, Heer, en alle hemelmachten.
U wil ik prijzen, Heer, uit heel mijn hart, omdat Gij naar mijn bidden hebt geluisterd. Ik zing voor U en alle hemelmachten en werp mij neer, gebogen naar uw heiligdom.
U prijs ik om uw goedheid en uw trouw, want uw belofte hebt Gij mateloos vervuld. Wanneer ik tot U riep hebt Gij mij steeds verhoord, Gij hebt mij altijd nieuwe moed gegeven.
U zullen alle koningen der aarde eren, wanneer zij horen wat Gij tot hen zegt. Ook zij zullen de daden van de Heer bezingen, ja, waarlijk, machtig is de grootheid van de Heer.

Vers voor het evangelie
Alleluia. Verheerlijkt de Heer, al zijn legerscharen, trouwe knechten, die doet wat Hij wil. Alleluia.

Evangelie (Joh. 1, 47-51)
In die tijd zag Jezus Natanaël naar zich toekomen en zei, doelend op hem: “Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is!” Natanaël zei tot Hem “Hoe kent Gij mij ?” Jezus gaf hem ten antwoord “Voordat Filippus u riep, zag Ik u onder de vijgenboom zitten.” Toen zei Natanaël tot Hem: “Rabbi, Gij zijt de Zoon Gods, Gij zijt de Koning van Israël.” Jezus antwoordde: “Omdat Ik u zei dat Ik u onder de vijgenboom zag gelooft ge? Gij zult grotere dingen zien dan deze.” En Hij voegde er aan toe: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: gij zult de hemel open zien en de engelen Gods zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Mensenzoon.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad”
(Psalm 119)

Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom
via Ideal op onze doneerpagina
of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99
t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave.
Verdere info: www.olvternood.nl