Lezingen van de dag: Dagelijks Brood 26 nov – 1 dec 2018

olv-ter-nood-heiloo-heilige-andreas-kruisiging

Dagelijks Brood is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Lezingen van maandag 26 november t/m zaterdag 1 december 2018, 34e week door het jaar

Maandag 26 november, H. Catharina van Alexandrië; H. Jan Berchsmans, kloosterlinge

Eerste lezing (Apok. 14, 1-3.4b-5)
Ik, Johannes, zag toe en zie: daar stond het Lam op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend. Die droegen zijn Naam en de Naam van zijn Vader op hun voorhoofd geschreven. En ik hoorde uit de hemel een geluid als het gedruis van vele wateren en het dreunen van de donder. En het geluid dat ik hoorde, was de klank van citerspelers, die op hun citers speelden. En zij zongen een nieuw lied vóór de troon en vóór de vier dieren en de oudsten. En niemand kon het lied leren dan alleen de honderdvierenveertigduizend vrijgekochten van de aarde. Zij volgen het Lam waarheen het ook gaat. Zij zijn vrijgekocht als de eerstelingen van de mensheid voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden: zij zijn zonder smet.

Tussenzang (Ps. 24/23)
Refrein:Dit is het geslacht, dat zich richt tot de Heer.
Aan God hoort de aarde en al wat er op is, de aardschijf en al wat daar woont; want Hij heeft haar op het water gegrondvest, haar vastgelegd op de zee.
Wie zal beklimmen de berg van de Heer, wie in zijn heiligdom staan? Die rein is van handen en zuiver van hart, zijn zinnen niet zet op wat kwaad is, zijn evenmens niet bedriegt.
Hij zal door de Heer gezegend worden, beloond door God, zijn verlosser. Zo doet het geslacht dat zich richt tot Hem, dat staat voor het aanschijn van Jakobs God.

Vers voor het evangelie (Mt. 24, 42a.44)
Alleluia. Weest waakzaam, want de Mensenzoon komt op het uur waarop Gij het niet verwacht. Alleluia.

Evangelie (Lc. 21, 1-4)
In die tijd gebeurde het dat Jezus opkeek en zag hoe de rijken hun gaven in de offerkist wierpen, maar Hij zag ook een behoeftige weduwe, die er twee penningen inwierp. En Hij sprak: “Waarlijk, Ik zeg u: die arme weduwe heeft er het meeste van allen ingeworpen. Die mensen hebben allen iets van hun overvloed bij de gaven voor God geworpen, maar zij offerde van haar armoe alles waar ze van leven moest.”

Dinsdag 27 november

Eerste lezing (Apok. 14, 14-19)
Ik, Johannes, keek toe en ik zag een witte wolk; en op de wolk zat Iemand, een Mensenzoon gelijk, met een gouden kroon op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand. En een andere engel kwam uit de tempel en die riep met luide stem tot Hem, die op de wolk gezeten was: “Sla uw sikkel erin en maai, want het uur om te maaien is gekomen; overrijp werd de oogst van de aarde.” Toen wierp Hij die op de wolk was gezeten, zijn sikkel op aarde en de aarde werd afgemaaid. En weer kwam een engel uit de tempel in de hemel te voorschijn en ook hij droeg een scherpe sikkel. En een andere engel, aangesteld over het vuur, kwam van het altaar en hij riep met luide stem tot hem die de scherpe sikkel droeg: “Sla uw scherpe sikkel erin en oogst de trossen van de wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp.” Toen wierp de engel zijn sikkel op de aarde en oogstte de wijngaard der aarde. En hij wierp de trossen in de grote perskuip van Gods toorn.

Tussenzang (Ps. 96/95)
Refrein: Rechtvaardig zal de Heer de wereld regeren.
Zegt tot elkander: de Heer regeert! Onwrikbaar heeft Hij de aarde geschapen, de volken bestuurt Hij met billijkheid.
Dan straalt de hemel en jubelt de aarde, de zee neuriet mee met al wat daar leeft; de velden zwaaien met al hun gewassen, de woudreuzen buigen hun kruin.
Zij juichen de Heer toe, omdat Hij komt, Hij komt als koning der aarde. Rechtvaardig zal Hij de wereld regeren, de volkeren eerlijk en trouw.

Vers voor het evangelie (Lc. 21, 28)
Alleluia. Richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing komt nabij. Alleluia.

Evangelie (Lc. 21, 5-11)
In die tijd merkten sommigen op hoe de tempel daar prijkte met zijn fraaie stenen en wijgeschenken, maar Jezus zei: “Wat ge daar ziet, er zal een tijd komen, dat er geen steen op de andere gelaten zal worden, alles zal verwoest worden.” De leerlingen vroegen Hem nu: “Meester, wanneer zal dat dan gebeuren?” Maar Hij zei: “Weest op uw hoede, dat gij niet in dwaling gebracht wordt. Want velen zullen optreden in mijn Naam en zij zullen zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij. Loopt niet achter hen aan. En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan. Dat alles moet wel eerst gebeuren, maar het einde volgt niet terstond.” Toen sprak Hij tot hen: “Er zal strijd zijn van volk tegen volk en van koninkrijk tegen koninkrijk; er zullen hevige aardbevingen zijn, en hongersnood en pest, nu hier dan daar, schrikwekkende dingen en aan de hemel geweldige tekenen.”

Woensdag 28 november

Eerste lezing (Apok. 15, 1-4)
Ik, Johannes, zag een teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen met zeven plagen, de laatste, want hiermee bereikt Gods toorn zijn einde. Ook zag ik een zee als van glas, met vuur gemengd. En hen die over het Beest en zijn beeld en over het getal van zijn naam hadden gezegevierd, zag ik staan aan die zee. Zij bespeelden de harpen Gods en zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God en het lied van het Lam: “Groot en wonderbaar zijn uw daden, Heer, God, Albeheerser. Rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, o Koning der eeuwen. Wie zou, o Heer, niet vrezen en uw naam niet verheerlijken? Want Gij alleen zijt heilig. En alle volken zullen komen en U aanbidden omdat uw gerechte oordelen openbaar zijn geworden.”

Tussenzang (Ps. 98/97)
Refrein: Groot en wonderbaar zijn uw daden, Heer, God, Albeheerser (Apok. 15, 3b).
Zingt voor de Heer een nieuw gezang, omdat Hij wonderen deed. Zijn hand deed zich krachtig gelden, de macht van zijn heilige arm.
Zijn weldaden deed Hij ons kennen, de volkeren zijn gerechtigheid. Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw ten gunste van Israëls huis.
De zee stemt in met al haar gedierte, de aarde met al wat daar leeft; de beken klateren bijval, de bergen jubelen mee.
Zij groeten de Heer, die nabij komt, die nadert als koning der aarde. Rechtvaardig bestuurt Hij de wereld, de volken met billijkheid.

Vers voor het evangelie (Lc. 21, 36)
Alleluia. Weest te allen tijde waakzaam en bidt en dat wij stand mogen houden voor het aangezicht van de Mensenzoon. Alleluia.

Evangelie (Lc. 21, 12-19)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Zij zullen u vastgrijpen en vervolgen; zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangen zetten, u voor koningen en stadhouders voeren omwille van mijn Naam. Het zal voor u uitlopen op het geven van getuigenis. Welnu, prent het u in dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden. Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven, die geen van uw tegenstanders zal kunnen weerstaan of weerspreken. Ge zult zelfs door ouders en broers, door bloedverwanten en vrienden overgeleverd worden en sommigen van u zullen ze ter dood doen brengen. Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam: geen haar van uw hoofd zal verloren gaan. Door standvastig te zijn zult ge uw leven winnen.”

Donderdag 29 november

Eerste lezing (Apok. 18, 1-2.21-23; 19, 1-3.9a)
Ik, Johannes, zag een andere engel van de hemel neerdalen. Hij had groot gezag en de aarde straalde van zijn heerlijkheid. En hij riep met krachtige stem: “Gevallen, gevallen is Babylon, de grote Stad! Zij werd een woonoord voor demonen, een schuilplaats voor allerlei onreine geesten en voor alle soort van onrein en verfoeilijk gevogelte.” Toen hief een sterke engel een steen als een grote molensteen op en hij wierp hem in de zee en zei: “Zo zal Babylon, de grote Stad, worden weggeslingerd en nooit meer worden teruggevonden. En de klank van harpenaars en zangers, van fluitspelers en trompetters zal nooit meer in u worden gehoord, en geen beoefenaar van enig ambacht wordt in u nog gevonden. En het geluid van de molen wordt in u niet meer gehoord, en het licht van de lamp zal in u niet meer schijnen, en de stem van bruidegom en bruid zal niemand meer in u horen. Want uw kooplieden waren de vorsten der aarde en door uw toverkunsten werden alle volken verleid.” Wat ik daarna hoorde, was als de machtige stem van een grote menigte in de hemel. En zij riepen: “Alleluia! Het heil en de eer en de macht zijn van onze God, want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen. Hij sprak het oordeel over de grote Hoer, die met haar hoererij de aarde ten verderve voerde. Hij heeft het bloed van zijn dienstknechten aan haar gewroken.” En andermaal riepen zij: “Alleluia! Haar rook stijgt op in de eeuwen der eeuwen.” En de engel zei tot mij: “Schrijf op: Zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam.”

Tussenzang (Ps. 100/99)
Refrein: Zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam (Apok. 19, 9a).
Juicht voor de Heer, alle landen, dient met blijdschap de Heer. Treedt onbezorgd voor zijn Aanschijn waarlijk, de Heer is God.
Hij is de Schepper en Meester, wij zijn kudde, zijn volk. Trekt met een lied door zijn poorten, komt in zijn voorhof met zang.
Zegent zijn Naam en eert Hem, Hij is ons goed gezind. Eindeloos is zijn erbarmen, trouw van geslacht op geslacht.

Vers voor het evangelie (Apok. 2, 10c)
Alleluia. Wees getrouw tot de dood, zegt de Heer, en Ik zal u de kroon des levens geven. Alleluia.

Evangelie (Lc. 21, 20-28)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Wanneer gij Jeruzalem door legers omsingeld ziet, weet dan dat zijn verwoesting nabij is. Laten dan de mensen in Judea naar de bergen vluchten; die in de stad zijn eruit trekken en die op het land vertoeven de stad niet binnengaan: dagen van wraak zijn het waarop alles wat geschreven staat vervuld wordt. Wee de zwangeren en zogenden in die dagen. Want er zal grote nood komen over het land en strafgericht over dit volk. Sommigen zullen vallen door het verslindende zwaard, anderen als gevangenen onder alle volkeren worden verstrooid. Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijd van de heidenen vervuld is. Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren en op de aarde zullen volkeren in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de onstuimige zee. De mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken. Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met macht en grote heerlijkheid. Wanneer zich dit alles begint te voltrekken richt u dan op en heft uw hoofden omhoog want uw verlossing komt nabij.”

Vrijdag 30 november – H. Andreas, apostel – Feest

Eerste lezing (Rom. 10, 9-18)
Broeders en zusters, als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is, en als uw hart gelooft dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden. Het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid en de belijdenis van uw mond het heil. Zo zegt het de Schrift: “Niemand die in Hem gelooft zal worden teleurgesteld.” Er bestaat geen verschil tussen jood en heiden. Zij hebben allen dezelfde Heer, rijk aan gaven voor allen die Hem aanroepen. Want al wie de Naam des Heren aanroept, zal gered worden. Maar hoe kan men Hem aanroepen zonder in Hem te geloven? Hoe in Hem geloven zonder van Hem te hebben gehoord? Hoe kan men van Hem horen als niemand Hem verkondigt? En hoe zullen zij Hem verkondigen als zij niet zijn gezonden? Gelijk er geschreven staat: “Hoe lieflijk zijn de voeten van hen, die het goede nieuws brengen.” Maar niet allen hebben aan het goede nieuws gehoor gegeven. Jesaja zegt het reeds: “Heer, wie heeft geloof geschonken aan onze prediking?” Zo ontstaat dan het geloof door de prediking en de prediking geschiedt in opdracht van Christus. Maar, zo vraag ik, hebben zij haar misschien niet gehoord? Toch wel: “Hun geluid heeft zich over de gehele aarde verspreid en hun woorden weerklonken tot aan de uiteinden der wereld.”

Tussenzang (Ps. 19/18)
Refrein: Over heel de aarde klinkt hun roep.
De hemel verkondigt Gods heerlijkheid, het uitspansel toont ons het werk van zijn handen. De dag roept het toe aan de volgende dag, de nacht geeft het door aan de nacht.
Geen woord wordt gesproken, geen stem weerklinkt, geen enkel geluid is te horen; toch klinkt over heel de aarde hun roep, hun boodschap dringt door tot de rand van de wereld.

Vers voor het evangelie (Mt. 4, 19)
Alleluia. Komt, volgt Mij; Ik zal u vissers van mensen maken. Alleluia.

Evangelie (Mt. 4, 18-22)
Toen Jezus zich eens bij het meer van Galilea ophield, zag Hij twee broers, Simon, die Petrus wordt genoemd en diens broer Andreas. Zij waren bezig het net uit te werpen in het meer; het waren namelijk vissers. Hij sprak tot hen: “Komt, volgt Mij; Ik zal u vissers van mensen maken.” Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem. Iets verder zag Hij nog twee broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en diens broer Johannes; met hun vader Zebedeüs waren zij in de boot de netten aan het klaarmaken. Hij riep hen, en onmiddellijk lieten zij de boot en hun vader achter en volgden Hem.

Zaterdag 1 december

Eerste lezing (Apok. 22, 1-7)
De engel toonde mij, Johannes, de rivier met het water des levens, helder als kristal, de rivier die ontwelde aan de troon van God en van het Lam. Zij liep midden door de straat van de Stad en op haar oevers, aan weerszijden, stond het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, elke maand eens; en zijn loof brengt de volken genezing. Er zal geen banvloek meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar staan en zijn dienstknechten zullen Hem vereren. Zij zullen zijn gelaat aanschouwen en zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn. Er zal geen nacht meer zijn en zij behoeven geen licht meer van lamp of zon, want God de Heer zal over hen lichten en zij zullen heersen in de eeuwen der eeuwen. En de engel sprak tot mij: “Deze woorden zijn onfeilbaar waar. God de Heer, die de profeten inspireert, heeft zijn engel gezonden om aan zijn dienstknechten te tonen wat spoedig moet gebeuren. Zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de profetische woorden van dit boek bewaart.”

Tussenzang (Ps. 95/94)
Refrein: Maranatha! Kom, Heer Jezus.
Komt, laat ons de Heer met gejubel begroeten, juichen wij toe de Rots van ons heil. Laat ons verschijnen voor Hem met een lofzang, Hem met liederen eren.
Een machtige God immers is de Heer, koning is Hij over alle goden. De aarde ligt uitgespreid in zijn hand, aan Hem behoren de toppen der bergen.
De zee is van Hem, Hij heeft haar gemaakt, zo goed als het land, door zijn handen gevormd.
Komt, laat ons aanbiddend ter aarde vallen, neerknielen voor Hem die ons schiep. Hij is onze God en wij zijn volk, Hij is de herder en wij zijn kudde.

Vers voor het evangelie (Lc. 21, 28)
Alleluia. Richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing komt nabij. Alleluia.

Evangelie (Lc. 21, 34-36)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Zorgt er voor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen des levens; laat de komst van de Mensenzoon u niet als een strik onverhoeds grijpen, want die dag zal komen over allen, waar ook ter wereld. Weest dus te allen tijde waakzaam en bidt dat ge in staat moogt zijn te ontkomen aan al die dingen, die zich gaan voltrekken, en dat ge stand moogt houden voor het aangezicht van de Mensenzoon.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad”
(Psalm 119)

Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom
via Ideal op onze doneerpagina
of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99
t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave.
Verdere info: www.olvternood.nl