Dagelijks Brood, lezingen van de dag: maandag 4 t/m zaterdag 9 maart 2019

Ash Wednesday. Lent. Christian religion

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag: maandag 4 t/m zaterdag 9 maart 2019
7e week door het jaar

U kunt deze week downloaden via deze link PDF)

Maandag 4 maart – Heilige Casimir

Eerste lezing (Sir. 17, 24-29)

Aan boetvaardigen, die zich bekeren, staat de Heer terugkeer toe, Hij bemoedigt hen, wanneer hun volharding tekort schiet. Bekeer u tot de Heer en laat de zonden na, bid voor zijn aangezicht en geef steeds minder aanstoot. Keer terug tot de Allerhoogste en wend u af van ongerechtigheid, want Hij zelf zal u uit de duisternis geleiden tot het gezonde licht. Haat uit de grond van uw hart wat een gruwel is. Wie toch zal de Allerhoogste in het dodenrijk loven, zoals de levenden, die Hem een danklied zingen? Het danklied van de dode gaat verloren, als bestond hij niet meer, maar wie leeft en gezond is, prijst de Heer. Hoe groot is de barmhartigheid van de Heer, en zijn verzoenend handelen voor hen, die zich tot Hem bekeren!

Tussenzang (Ps. 32/31)

Refrein: Weest blij in de Heer, alle vromen.
Gelukkig degene wiens fout werd vergeven, wiens zonde door God werd bedekt. Gelukkig de mens die geen schuld heeft bij God, wiens hart geen misdaad verbergt.
lk heb mijn zonde beleden voor U, mijn schuld niet langer ontkend. lk sprak: voor de Heer beken ik mijn fout, toen hebt Gij mijn zonde vergeven.
Daarom zal de vrome zich keren tot U, wanneer hij door onheil bedreigd wordt, al breekt er een stortvloed over hem los, de rampspoed zal hem niet raken. Mijn toevlucht zijt Gij, mijn redder in nood, Gij hult mij in voorspoed en vreugde.

Vers voor het evangelie (Ps. 25/24, 4c.5a)

Alleluia. Leer mij uw paden kennen, Heer, leid mij volgens uw woord. Alleluia.

Evangelie (Mc. 10, 17-27)

In die tijd toen Jezus zich op weg begaf, kwam er iemand aanlopen, die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Jezus antwoordde: “Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw vader en uw moeder.” Hij gaf Hem ten antwoord: “Dat alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.” Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: “Eén ding ontbreekt u; ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.” Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen, omdat hij vele goederen bezat. Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei tot hen: “Hoe moeilijk is het voor degenen, die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan!” De leerlingen stonden verbaasd over wat Hij zei. Daarom herhaalde Jezus: “Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar: “Wie kan dan nog gered worden?” Jezus keek hen aan en zei: “Dit ligt niet in de macht der mensen, maar wel in die van God, want voor God is alles mogelijk.”

Dinsdag 5 maart

Eerste lezing (Sir. 35, 1-12)

Wie de wet houdt, brengt vele offers, wie zich houdt aan de geboden, brengt daarmee een vredeoffer, wie een weldaad bewijst, brengt een spijsoffer, en wie een aalmoes geeft, brengt een dankoffer. De Heer heeft welgevallen in het breken met de boosheid, en breken met de ongerechtigheid is verzoening. Verschijn echter niet met lege handen voor de Heer, want al deze dingen eist het gebod. Het offer van een rechtvaardige maakt het altaar vet, en de welriekende geur ervan komt voor de Allerhoogste, het offer van een rechtvaardige is welgevallig en de herinnering eraan wordt niet vergeten. Verheerlijk de Heer met een blij gelaat en onttrek niets aan de eerstelingen, die gij moet geven, toon bij al uw gaven een vrolijk gezicht, en heilig de tienden met vreugde. Geef aan de Allerhoogste naar hetgeen Hij u geschonken heeft, geef met een blij gelaat en naar uw vermogen.

Tussenzang (Ps. 50/49)

Refrein: Wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.
Brengt allen hier die Mij zijn toegewijd, die met een offer mijn verbond bekrachtigd hebben. De hemelen betuigen zijn gerechtigheid: het is God zelf, die oordeelt.
Hoor nu, mijn volk, wat Ik u zeggen ga, hoor, Israël, waarvan ik u beschuldig, want Ik ben God, uw God! Ik maak u over offers geen verwijt: uw offerdieren zie Ik aldoor branden.
Brengt liever God het offer van uw lof, volbrengt de Allerhoogste uw geloften. Wie offers brengt van lof, die eert Mij waarlijk, wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.

Vers voor het evangelie (Ps. 27/26, 11)

Alleluia. Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand, leid mij langs effen paden. Alleluia.

Evangelie (Mc. 10, 28-31)

In die tijd nam Petrus het woord en zei tot Jezus: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen.” Jezus antwoordde: “Voorwaar, Ik zeg u er is niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. Veel eersten zullen laatsten zijn en veel laatsten eersten.”

Woensdag 6 maart – Aswoensdag 2019

Begin van de Veertigdagentijd

Eerste lezing (Joël 2,12-18)

Zo spreekt God de Heer: “Keert tot Mij terug, van ganser harte, met vasten, met geween en met rouwklacht. Scheurt uw hart en niet uw kleren, keert terug tot de Heer uw God, want genadig is Hij en barmhartig, lankmoedig en vol liefde, en Hij heeft spijt over het onheil.
Wie weet, keert Hij terug en krijgt Hij spijt en laat dan zegen achter zich, een meeloffer en een plengoffer voor de Heer, uw God!
Blaast de bazuin op Sion, kondigt een heilige vastentijd af, roept een plechtige bijeenkomst bijeen! Verzamelt het volk, belegt een heilige bijeenkomst, brengt de oudsten samen en verzamelt ook de kinderen en de zuigelingen; laat de bruidegom zijn kamer verlaten en de bruid haar bruidsvertrek.
Laat tussen de voorhal en het altaar de priesters, die de dienst van de Heer verrichten, wenen en zeggen: Spaar uw volk, Heer, laat niet met uw erfdeel spotten, laat niet de heidenen het overheersen. Moet men onder de volken zeggen: Waar blijft hun God? Toen is de Heer voor zijn land opgekomen en heeft Hij zijn volk gespaard.”

Tussenzang (Ps. 51/50)

Refrein: God, ontferm U over mij in uw barmhartigheid, delg mijn zondigheid in uw erbarmen.
God, ontferm U over mij in uw barmhartigheid, delg mijn zondigheid in uw erbarmen. Was mijn schuld volkomen van mij af, reinig mij van al mijn zonden.
Ik erken dat ik misdreven heb, altijd heb ik mijn vergrijp voor ogen. Jegens U alleen heb ik gezondigd, wat U tegenstaat heb ik gedaan.
Schep in mij een zuiver hart, mijn God, geef mij weer een vastberaden geest. Wil mij niet verstoten van uw Aanschijn, neem uw heilige Geest niet van mij weg.
Geef mij weer de weelde van uw zegen, maak mij sterk in edelmoedigheid. Heer, maak Gij mijn lippen los, dat mijn mond uw lof kan zingen.

Tweede lezing (2 Kor. 5,20-6,2)

Broeders en zusters, wij zijn gezanten van Christus, God roept u op door ons woord. Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen! Hem die geen zonde heeft gekend, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods eigen heiligheid zouden worden. Als Gods medewerkers sporen wij u aan: zorgt dat ge zijn genade niet tevergeefs ontvangt.
Hij zegt immers: Op de gunstige tijd heb Ik u verhoord, op de dag van het heil ben Ik u te hulp gekomen. Nu is er die gunstige tijd, vandaag is het de dag van het heil.

Vers voor het evangelie (Ps. 51/50,12a.14a)

Schep in mij een zuiver hart, mijn God, geef mij weer de weelde van uw zegen.

Evangelie (Mt. 6,1-6.16-18)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Denkt er om: beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen, om de aandacht te trekken; anders hebt gij geen recht op loon bij uw Vader, die in de hemel is.
Wanneer gij dus een aalmoes geeft, bazuin het dan niet voor u uit, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat, opdat zij door de mensen geprezen worden.
Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen. Als gij een aalmoes geeft, laat uw linkerhand dan niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene blijve; en uw Vader, die in het verborgene ziet zal het u vergelden.
Wanneer gij bidt, gedraagt u dan niet als de schijnheiligen, die graag in de synagogen en op de hoeken van de straten staan te bidden om op te vallen bij de mensen.
Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen!
Maar als gij bidt, ga dan in uw binnenkamer, sluit de deur achter u en bid tot uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
Wanneer gij vast, zet dan geen somber gezicht, zoals de schijnheiligen; zij verstrakken hun gezicht om de mensen te tonen dat zij aan het vasten zijn.
Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als gij vast, zalf dan uw hoofd en was uw gezicht om niet aan de mensen te laten zien, dat gij vast, maar vast voor uw Vader, die in het verborgene is en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.”

Donderdag 7 maart

Donderdag na aswoensdag

Eerste lezing (Deut. 30, 15-20)

Mozes nam het woord en sprak tot het volk: “Ik houd u vandaag het leven en het geluk voor, maar ook de dood en het ongeluk. Als gij luistert naar de geboden van de Heer uw God, die ik u heden geef, als gij de Heer uw God bemint, zijn wegen gaat en zijn geboden, voorschriften en bepalingen nakomt, dan zult gij leven en talrijk worden en zal de Heer uw God u zegenen in het land, dat ge in bezit gaat nemen. Maar als uw hart afdwaalt, als ge niet luistert en u laat verleiden, zodat gij u voor andere goden neerbuigt en die vereert, dan kondig ik u heden aan, dat gij zult omkomen en dat ge niet lang zult leven op de grond, die ge na de overtocht van de Jordaan in bezit gaat nemen. Ik neem heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u. Leven en dood houd ik u voor, zegen en vloek. Kies dan het leven, dan zult gij met uw nakomelingen het leven bezitten, door de Heer uw God te beminnen, naar Hem te luisteren en aan Hem gehecht te blijven. Want daarvan hangt het af, of gij zult leven en of gij lang zult wonen op de grond, die de Heer aan uw vaderen, aan Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft toegezegd.”

Tussenzang (Ps. 1)

Refrein: Gelukkig is de man, die op de Heer zijn hoop stelt (Ps. 40/39, 5a).
Gelukkig de man die weigert te doen, wat goddelozen hem raden; die niet de wegen der zondaars gaat, niet zit te midden der spotters.
Hij is als een boom, aan het water geplant, die vruchten draagt op zijn tijd; des zomers verdorren zijn bladeren niet, maar al wat hij doet brengt hem voorspoed.
De goddelozen vergaat het zo niet: de wind blaast hen weg als kaf. De Heer immers let op de weg der gerechten, de weg van de zondaars loopt dood.

Vers voor het evangelie (Ps. 95/94, 8ab)

Luistert heden naar de stem van de Heer, en weest niet halsstarrig.

Evangelie (Lc. 9, 22-25)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “De Mensenzoon, moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht zal Hij op de derde dag verrijzen.” Maar tot allen sprak Hij: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, die zal het redden. Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen, als hij zichzelf hierdoor zijn ondergang en dood berokkent?”

Vrijdag 8 maart

Vrijdag na aswoensdag

Eerste lezing (Jes. 58, 1-9a)

Zo spreekt God de Heer: “Roep het luide uit, houd u niet in, laat uw stem schallen als een trompet; en openbaar mijn volk zijn overtredingen, het huis van Jakob zijn zonden. Zeker, zij raadplegen Mij van dag tot dag, beijveren zich om mijn wil te kennen, als waren zij een volk dat gerechtigheid oefent en de wet van zijn God niet veracht. Zij vragen Mij om gerechte vonnissen, hunkeren naar de tegenwoordigheid van hun God. Wij vasten, waarom ziet Gij het niet? Wij vernederen ons, waarom slaat Gij er geen acht op? Zie, terwijl gij vast, zijt gij uit op eigen gewin en buit gij uw arbeiders uit. Het is met twist en ruzie dat gij vast, en driftig slaat gij met de vuist. Als gij zo moet vasten, vindt uw gebed in de hemel geen gehoor. Is dit soms een vasten dat Mij behaagt, is zo de dag dat de mens zich vernederen moet: het hoofd laten hangen als een riet, op zak en as zich neerleggen? Noemt gij dát vasten, noemt gij dát soms de dag aan de Heer aangenaam? Het vasten dat Ik wens is dit: zondige boeien slaken, de bomen van het juk verbreken, de verdrukten in vrijheid laten gaan, elk juk in stukken slaan, uw brood verdelen met de hongerigen, de dakloze zwervers opnemen in uw huis, de naakten die gij ziet, kleden, en u niet afkeren van uw eigen vlees. Dan zal uw licht stralen als de dageraad, uw genezing zal voorspoedig zijn; uw gerechtigheid zal voor u uitgaan, de glorie van de Heer u op de voet volgen. Wanneer gij dan tot de Heer bidt, zal Hij u verhoren, wanneer gij dan tot Hem roept, zal Hij antwoorden: Hier ben Ik! Zo spreekt de almachtige Heer.

Tussenzang (Ps. 51/50)

Refrein: Wat ik offer, God, is mijn boetvaardigheid, een vermorzeld en vernederd hart wijst Gij niet af.
God, ontferm U over mij in uw barmhartigheid, delg mijn zondigheid in uw erbarmen. Was mijn schuld volkomen van mij af, reinig mij van al mijn zonden.
Ik erken dat ik misdreven heb, altijd heb ik mijn vergrijp voor ogen. jegens U alleen heb ik gezondigd, wat U tegenstaat heb ik gedaan.
In geschenken hebt Gij geen behagen, wat ik U ook bied, Gij wilt het niet. Wat ik offer, God, is mijn boetvaardigheid, een vermorzeld en vernederd hart wijst Gij niet af.

Vers voor het evangelie (Ps. 130/129, 5.7)

Op de Heer stel ik mijn hoop, op zijn woord vertrouw ik; want de Heer is steeds barmhartig, zijn genade onbeperkt.

Evangelie (Mt. 9, 14-15)

Op zekere dag kwamen de leerlingen van Johannes tot Jezus met de vraag “Waarom vasten wij en de Farizeeën wel, maar uw leerlingen niet?” Jezus sprak tot hen: “De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet bedroefd zijn, zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen; dan zullen zij vasten.”

Zaterdag 9 maart

Zaterdag na aswoensdag

Eerste lezing (Jes. 58, 9b-14)

Zo spreekt God de Heer: “Wanneer gij uit uw midden de onderdrukking verwijdert en de dreigende vingers en de kwaadsprekerij, wanneer gij uw hart voor de hongerige opent en de mistroostige verzadigt, dan straalt uw licht in de duisternis, dan wordt uw nacht als de middag. Dan zal de Heer u blijven geleiden; Hij zal u in dorre streken verzadigen en aan uw gebeente zal Hij kracht geven. Als een gesproeide tuin zult gij dan worden, als een bron, waarvan het water nooit wegblijft. Dan bouwt gij de oude ruïnes weer op en herstelt gij de fundamenten van vroeger. ‘De bressendichter’ zal men u noemen, ‘degene die weer leven brengt in de straten’. Wanneer gij op de sabbat geen reis meer onderneemt en op mijn heilige berg niet langer uw voordeel najaagt, wanneer gij de sabbat uw vreugde noemt en de heilige dag van de Heer eerbiedigt, wanneer gij die dag in ere houdt door niet uw zaken na te gaan en niet uw voordeel te zoeken en geen handel te drijven, dan zult gij vreugde vinden in de Heer; dan voer Ik u alle bergen van de aarde over en laat Ik u genieten van het erfdeel van Jakob, uw vader.” Waarlijk, door de mond van de Heer is dit woord gesproken!

Tussenzang (Ps. 86/85)

Refrein: Leer mij uw weg, Heer, om die trouw te volgen.
Aanhoor mijn gebed, Heer, en wil mij verhoren, ik ben ongelukkig en arm. Bescherm mij, want U ben ik toegewijd, draag zorg voor uw dienaar, hij rekent op U.
Mijn God zijt Gij toch, heb erbarmen met mij, voortdurend roep ik tot U. Verblijd het hart van uw dienaar. Heer, ik richt mij tot U vol vertrouwen.
Gij zijt immers goed en genadig, Heer, barmhartig voor elk die U aanroept. Luister dan, Heer, naar mijn bidden, geef acht op mijn smekende stem.

Vers voor het evangelie (Ez. 18, 31)

Werpt alle overtredingen, die gij begaan hebt, van u weg, zegt de Heer, en vernieuwt uw hart en uw geest.

Evangelie (Lc. 5, 27-32)

In die tijd, bij het tolhuis gekomen, richtte Jezus zijn blik op een tollenaar die daar zat, een zekere Levi. Hij zei tot hem: “Volg Mij.” De man stond op, liet alles achter en volgde Hem. Levi nu bood Hem in zijn huis een groot feestmaal aan, waarbij onder anderen talrijke tollenaars met hen aanlagen. De Farizeeën, met name de schriftgeleerden onder hen, morden daarover tegen zijn leerlingen: “Waarom – zeiden ze – eet en drinkt gij met tollenaars en zondaars?” .Maar Jezus nam het woord en sprak: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig maar de zieken. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen maar zondaars, opdat ze zich bekeren.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad”
(Psalm 119)

Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom
via Ideal op onze doneerpagina
of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99
t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave.
Verdere info: www.olvternood.nl