Dagelijks Brood, lezingen van de dag: maandag 25 februari t/m zaterdag 2 maart 2019

olv-ter-nood-heiloo-heilige-walburgis

Dagelijks Brood is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag: maandag 25 februari t/m zaterdag 2 maart 2019
7e week door het jaar

U kunt deze week downloaden via deze link PDF)

Maandag 25 februari – H. Walburgis

Eerste lezing (Sir. 1, 1-10)

Alle wijsheid komt van de Heer en is bij Hem in eeuwigheid. Het zand van de zeeën, de druppels van de regen en de dagen van de eeuwigheid – wie telt ze? De hoogte van de hemel en de breedte der aarde, de afgrond en de wijsheid – wie speurt ze na? Vóór al het andere is de wijsheid geschapen; inzicht en verstand zijn van eeuwigheid. De bron van de wijsheid is het woord van God in de hoogste hemelen; haar wegen zijn eeuwige geboden. De wortel der wijsheid – voor wie werd hij blootgelegd? Haar oogmerken – wie kent ze? De kennis van de wijsheid – aan wie is zij verschenen? Haar rijke ervaring – wie heeft ze begrepen? Slechts Eén is wijs en zeer geducht Hij die zetelt op zijn troon. De Heer zelf heeft de wijsheid geschapen; Hij heeft haar gezien en uitgedeeld en haar uitgestort over al zijn werken; zij is met al wat leeft, naar gelang Hij ze schenkt; Hij verleent ze aan wie Hem liefhebben. Liefde tot God is eerbiedwaardige wijsheid; zij aan wie zij zich te zien geeft, beminnen haar bij het zien van haar grote werken.

Tussenzang (Ps. 93/92)

Refrein: De Heer is koning, met luister omkleed.
De Heer is koning, met luister omkleed, met macht heeft de Heer zich omgord.
Zo vast als de aarde, onwankelbaar, zo vast staat uw troon door de eeuwen, van eeuwigheid, God, zijt Gij!
Betrouwbaar is alles wat Gij betuigt, uw huis zij heilig in lengte van dagen.

Vers voor het evangelie (Ps. 119/118)

Alleluia. Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer, het is een licht op mijn pad. Alleluia.

Evangelie (Mc. 9, 14-29)

Toen Jezus, na de gedaanteverandering op de berg, weer bij de leerlingen kwam, zag Hij een grote menigte om hen heen staan, waaronder ook schriftgeleerden, die met de leerlingen redetwistten. Zodra al die mensen Hem opmerkten waren ze verrast en liepen Hem tegemoet om Hem te begroeten. Hij vroeg hun: “Waarom twist ge met hen?” Een uit de menigte gaf Hem ten antwoord: “Meester, ik heb mijn zoon naar U toe gebracht, omdat hij in de macht is van een stomme geest. En waar deze hem overweldigt werpt hij hem tegen de grond en de jongen krijgt het schuim op de lippen, knarsetandt en wordt helemaal stijf. Nu heb ik uw leerlingen gevraagd hem uit te drijven, maar die hadden er de kracht niet toe.” Jezus gaf ten antwoord: “O ongelovig geslacht, hoe lang moet Ik nog bij u zijn, hoe lang nog u verdragen? Brengt de jongen bij Mij.” Ze brachten hem naderbij, maar zodra de geest Jezus zag, liet hij de jongen stuipen krijgen; deze viel neer en rolde over de grond met het schuim op de lippen. Jezus vroeg aan de vader: “Hoe lang heeft hij dit al?” Deze antwoordde: “Van zijn kinderjaren af. “De geest heeft hem ook al dikwijls in het vuur en in het water geworpen om hem te doden. Maar als Gij iets kunt doen, heb dan medelijden en help ons.” Jezus antwoordde hem: “Wat dat kunnen betreft: alles kan voor wie gelooft.” Ogenblikkelijk riep de vader van de jongen uit: “Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!” Toen Jezus zag dat de mensen te hoop liepen, gebood Hij op strenge toon aan de onreine geest: “Stomme en dove geest, Ik gelast je, ga uit hem weg en kom nooit meer in hem terug.” Onder geschreeuw en hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen zag eruit als een lijk, zodat de meesten dachten dat hij dood was. Maar Jezus vatte hem bij de hand en richtte hem op; en hij kwam overeind. Toen Jezus thuis gekomen was en zijn leerlingen met Hem alleen waren, vroegen zij: “Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven?” Hij antwoordde hun: “Dit soort kan door niets anders uitgedreven worden dan door bidden en vasten.”

Eerste lezing (Sir. 2, 1-11)

Mijn kind, indien ge nadert om God de Heer te dienen, bereid u dan voor op verzoeking. Ga recht door zee, wees standvastig, en wees niet overijld in tijd van tegenspoed. Houd u vast aan Hem en val niet af, dan wordt ge tenslotte verheven. Aanvaard alles wat u overkomt; wees lankmoedig in de wisselvalligheid van uw nederig bestaan. Want goud wordt beproefd in vuur, en hij die bij God welgevallig is, in de oven der vernedering; in ziekte en armoede verlaat u op God. Vertrouw op Hem en Hij zal u helpen, bewandel de rechte weg en hoop op Hem. Gij die de Heer vreest, wacht op zijn erbarmen, wijk niet af, ge zoudt kunnen vallen. Gij die de Heer vreest, vertrouw op Hem, en uw loon zal u zeker niet ontgaan. Gij die de Heer vreest, hoop op het goede, op eeuwige blijdschap en erbarmen; zijn vergelding is een eeuwige gave verbonden met vreugde. Let op de geslachten van vroeger en ziet: Wie vertrouwde op de Heer en werd beschaamd? Wie volhardde in de vrees voor Hem en werd in de steek gelaten? Of wie riep Hem aan en werd niet verhoord? Daarom: barmhartig en genadig is de Heer; Hij vergeeft de zonden en redt ten tijde der verdrukking.

Tussenzang (Ps. 37/36)

Refrein: Vertrouw aan de Heer uw levensweg toe, verlaat u op Hem, Hij zal er voor zorgen.
Vertrouw op de Heer en doe wat goed is, dan zult gij veilig uw land bewonen. Zoek uw geluk bij de Heer, Hij geeft wat uw hart begeert.
De Heer draagt zorg voor het leven der vromen, hun erfdeel blijft voor altijd bijeen. Zij staan niet verlegen in tijden van rampspoed, maar worden verzadigd bij hongersnood.
Blijf ver van het kwaad en doe wat goed is, dan moogt ge voor eeuwig hier wonen; want God bemint de gerechtigheid, verlaat zijn getrouwen niet.
Het heil van de vromen komt van de Heer; Hij is hun toevlucht in tijden van kwelling. De Heer staat hen bij en bevrijdt hen, Hij redt die zich tot Hem wenden.

Vers voor het evangelie (Jak. 1, 21)

Alleluia. Neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan dat in u werd geplant, en de kracht bezit uw zielen te redden. Alleluia.

Evangelie (Mc. 9, 30-37)

Na de gedaanteverandering op de berg gingen Jezus en zijn leerlingen daar weg en trokken Galilea door; maar Hij wilde niet dat iemand het te weten kwam, want Hij was bezig zijn leerlingen te onderrichten. Hij zeide hun: “De Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen der mensen en ze zullen Hem doden; maar drie dagen na zijn dood zal Hij weer opstaan.” Zij begrepen die woorden wel niet, maar schrokken ervoor terug Hem te ondervragen. Zij kwamen in Kafarnaüm en, eenmaal thuis, ondervroeg Hij hen: “Waar hebt ge onderweg over getwist?” Maar zij zwegen, want zij hadden onderweg een woordenwisseling gehad over de vraag wie de grootste was. Toen zette Hij zich neer, riep de twaalf bij zich en zei tot hen: “Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen en de dienaar van allen zijn.” Hij nam een kind en zette het in hun midden; Hij omarmde het en sprak tot hen: “Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.”

Woensdag 27 februari

Eerste lezing (Sir. 4, 11-19)

De wijsheid brengt haar zonen tot aanzien en ontfermt zich over degenen die haar zoeken. Wie haar liefheeft, heeft het leven lief; wie haar vanaf de ochtend zoeken, worden van vreugde vervuld. Wie haar vasthoudt zal eer beërven; waar de wijze binnengaat, geeft de Heer zegen. Wie de wijsheid dienen, vervullen hun dienst voor de Heilige; wie haar liefhebben, heeft de Heer lief. Wie naar haar luistert, zal over volken rechtspreken; wie acht op haar slaat, zal wonen in veiligheid. Wie op haar vertrouwt, zal haar beërven, en zijn nageslacht zal haar blijvend bezitten. In het begin gaat zij vreemd met hem om; angst en vreesachtigheid brengt zij over hem; zij kwelt hem met haar eisen, totdat zij hem volkomen vertrouwt; maar zij blijft hem beproeven met haar bevelen. Daarna zal zij zich rechtstreeks tot hem wenden en hem verblijden en hem haar verborgenheden openbaren. Als hij afdwaalt, laat zij hem in de steek en geeft hem prijs aan de greep van zijn val.

Tussenzang (Ps. 119/118)

Refrein: Zij die uw wet liefhebben, Heer, leven in vrede.
Zij die uw wet liefhebben leven in vrede, zij struikelen niet op hun weg. Ik houd mij aan wat Gij gebiedt en voorschrijft, want al mijn wegen zijn U bekend.
Een loflied moet van mijn lippen komen, omdat Gij mij uw beschikkingen leert. Uw uitspraken moet mijn tong bezingen, want al uw geboden zijn goed.
Mijn heil zoek ik enkel bij U, Heer, mijn vreugde vind ik in uw wet. Mijn geest moge leven en altijd U prijzen en steunen op wat Gij bepaalt.

Vers voor het evangelie (1 Petr. 1, 25)

Alleluia. Het woord des Heren blijft in eeuwigheid; en dit woord is de boodschap, die u in het evangelie is verkondigd. Alleluia.

Evangelie (Mc. 9, 38-40)

In die tijd zei Johannes tot Jezus: “Meester, we hebben iemand die ons niet volgt in uw Naam duivels zien uitdrijven, en we hebben getracht het hem te beletten, omdat hij geen volgeling van ons was.” Maar Jezus zei: “Belet het hem niet, want iemand die een wonder doet in mijn Naam zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken. “Wie niet tegen ons is, is voor ons.”

Donderdag 28 februari

Eerste lezing (Sir. 5, 1-8)

Verlaat u niet op uw rijkdommen en zeg niet: Ik ben van niemand afhankelijk. Volg niet uw eigen zin en kracht om te wandelen naar de begeerte van uw hart. Zeg niet: Wie zal macht over mij hebben? want de Heer zal u daarvoor zeker straffen. Zeg niet: Ik heb gezondigd, wat is me overkomen? want de Heer is lankmoedig. Wees over uw verzoening niet zo onbekommerd dat ge zonde op zonde zoudt stapelen, en zeg niet: Zijn ontferming is groot, Hij zal mijn vele zonden wel verzoenen, want zowel erbarmen als toorn is bij Hem en op zondaars rust zijn gramschap. Talm niet terug te keren tot de Heer; stel niet uit van dag tot dag, want plotseling schiet de toorn des Heren uit, en in het vuur der vergelding wordt ge vernietigd. Verlaat u niet op oneerlijk verkregen rijkdommen, want ze baten u niet op de dag der ellende.

Tussenzang (Ps. 1)

Refrein: Gelukkig is de man, die op de Heer zijn hoop stelt (Ps. 40/39, 5a)
Gelukkig de man die weigert te doen wat goddelozen hem raden; die niet de wegen der zondaars gaat, niet zit te midden der spotters; maar die zijn geluk vindt in ‘s Heren wet, haar dag en nacht overweegt.
Hij is als een boom, aan het water geplant, die vruchten draagt op zijn tijd; des zomers verdorren zijn bladeren niet, maar al wat hij doet brengt hem voorspoed.
De goddelozen vergaat het zo niet: de wind blaast hen weg als kaf. De Heer immers let op de weg der gerechten, de weg van de zondaars loopt dood.

Vers voor het evangelie (1 Joh. 2, 5)

Alleluia. Wie het woord van de Heer bewaart, in hem is waarlijk Gods liefde volkomen. Alleluia.

Evangelie (Mc. 9, 41-50)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Als iemand u een beker water te drinken geeft, omdat gij van Christus zijt, voorwaar Ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan. Maar als iemand een van deze kleinen die geloven, aanleiding tot zonde geeft, het zou beter voor hem zijn als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp. Dreigt uw hand u aanleiding tot zonde te geven, hak ze af; het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het onblusbaar vuur. Geeft uw voet u aanleiding tot zonde, hak hem af; het is beter voor u kreupel het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee voeten in de hel te worden geworpen. Geeft uw oog u aanleiding tot zonde, ruk het uit; het is beter voor u met één oog het Rijk Gods binnen te gaan dan in het bezit van twee ogen in de hel te worden geworpen, waar hun worm niet sterft en het vuur niet gedoofd wordt. Iedereen zal met vuur gezouten worden. Het zout is iets goeds; maar als het zout zouteloos wordt, waarmee zult ge het dan zijn smaak hergeven? Hebt zout in uzelf en leeft in vrede met elkaar.”

Vrijdag 1 maart

Eerste lezing (Sir. 6, 5-17)

Aangename taal maakt vele vrienden; een innemend woord bevordert hoffelijke omgang. Velen mogen met u in vrede leven, maar laat slechts één op duizend uw raadsman zijn. Wilt ge een vriend winnen, stel hem dan eerst op de proef en vertrouw hem niet overijld. Menigeen is vriend zolang het hem uitkomt, maar blijft niet bij u als ge in nood verkeert. Menigeen is vriend, maar wordt vijand en maakt de twist tot uw schande openbaar. Menigeen is vriend zolang hij uw tafel deelt, maar blijft niet bij u als ge in nood verkeert. Zolang het u goed gaat, doet hij als u en gaat hij vrijmoedig met uw slaven om, maar raakt ge aan lagerwal, dan keert hij zich tegen u en houdt hij zich voor u verborgen. Houd u op een afstand van uw vijanden en wees op uw hoede voor uw vrienden. Een trouwe vriend is een sterke beschutting; wie hem vindt heeft een schat gevonden. Een trouwe vriend is onbetaalbaar; onmeetbaar is zijn voortreffelijkheid. Een trouwe vriend is een levenselixir; wie de Heer vrezen, zullen hem vinden. Wie de Heer vreest, houdt zijn vriendschap in stand, want zoals hij zelf is, zo is ook zijn naaste.

Tussenzang (Ps. 119/118)

Refrein: Leid mij langs de paden van uw geboden, Heer.
Gij zijt lofwaardig, Heer, leer mij uw beschikkingen kennen. Wat Gij hebt beschikt is mij welkom; uw woorden vergeet ik nooit. Ontsluit mijn ogen om te aanschouwen de heerlijkheid van uw wet.
Leid mij op de weg van uw bevelen, dan zal ik uw daden indachtig zijn. Geef mij begrip om uw wet na te leven, om hem te volgen met heel mijn hart. Leid mij langs de paden van uw geboden, daar vind ik mijn vreugde in.

Vers voor het evangelie (1 Sam. 3, 9; Joh. 6, 69b)

Alleluia. Spreek, Heer, uw dienaar luistert; uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. Alleluia.

Evangelie (Mc. 10, 1-12)

In die tijd vertrok Jezus en ging naar het gebied van Judea en het Overjordaanse. Ook daar kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe en als naar gewoonte onderrichtte Hij hen. Er kwamen ook Farizeeën, die Hem vroegen: “Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?” Daarmee wilden zij Hem op de proef stellen. Hij antwoordde hun met een wedervraag: “Wat heeft Mozes u voorgeschreven?” Zij zeiden: “Mozes heeft toegestaan een scheidingsbrief op te stellen en haar weg te zenden.” Doch Jezus antwoordde hun: “Om de hardheid van uw hart heeft hij die bepaling voor u neergeschreven. Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen één vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden mag een mens niet scheiden.” Thuis ondervroegen de leerlingen Hem nogmaals daarover. Hij sprak tot hen: “Wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt, maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man verlaat en een andere huwt, begaat zij echtbreuk.”

Zaterdag 2 maart

Eerste lezing (Sir. 17, 1-15)

De Heer schiep de mens uit de aarde, en deed hem weer tot haar terugkeren. Een vastgesteld aantal dagen en een bestemde tijd schonk Hij hun, maar gaf hun heerschappij over al wat op aarde is. Hij rustte hen toe met de kracht die bij hen hoort, en naar zijn eigen beeld maakte Hij hen. Hij vervulde al wat leeft met ontzag voor de mens om hem over dieren en vogels te laten heersen. Zij verkregen het gebruik van de vijf werken van de Heer; als zesde deelde Hij hun de gave van de geest toe en als zevende de rede als vertolker van zijn werken. Onderscheidingsvermogen en tong en ogen, oren en een hart gaf Hij hun om te kunnen denken. Hij vervulde ze met kennis en verstand; goed en kwaad hield Hij hun voor; dat zij zich eeuwig beroemen zouden op zijn wonderwerken. Hij legde zijn doorzicht in hun harten, om hun de grootheid van zijn werken te tonen, opdat men zijn grote werken verkondigt. Zij prijzen zijn heilige naam. Ook schonk Hij hun kennis, en een wet des levens gaf Hij hun ten erfdeel, om te bedenken dat zij, sterfelijk zijnde, nu leven. Een eeuwig verbond richtte Hij met hen op, en zijn oordelen hield Hij hun voor. Hun ogen hebben zijn grote glorie aanschouwd, hun oren zijn heerlijke stem vernomen. Hij sprak tot hen: “Hoedt u voor elk onrecht,” en Hij gaf hun geboden voor ieders verhouding tot zijn naaste. Hun wegen liggen altijd voor Hem; ze zijn niet verborgen voor zijn ogen.

Tussenzang (Ps. 103/102)

Refrein: Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig, rechtvaardig is Hij voor geslacht na geslacht.
Zo zeer als een vader zijn kinderen liefheeft, zo zeer heeft de Heer zijn dienaren lief. Hij weet toch waaruit Hij de mens heeft gemaakt, Hij denkt er aan dat wij slechts stof zijn.
De mens is als gras dat spoedig verdort, hij bloeit maar zo kort als een veldbloem. De storm strijkt er langs en hij is er niet meer, er blijft geen spoor van hem over.
Maar Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig, rechtvaardig is Hij voor geslacht na geslacht. Voor allen die trouw zijn verbond onderhouden, zich houden aan wat Hij gebiedt.

Vers voor het evangelie (Ps. 19/18, 9)

Alleluia. Uw voorschriften, Heer, zijn betrouwbaar, onwetenden maken zij wijs. Alleluia.

Evangelie (Mc. 10, 13-16)

In die tijd brachten de mensen kinderen bij Jezus met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Toen Jezus dat zag, zei Hij verontwaardigd: “Laat die kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.” Daarop omarmde Hij ze en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde.

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad”
(Psalm 119)

Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom
via Ideal op onze doneerpagina
of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99
t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave.
Verdere info: www.olvternood.nl