Dagelijks Brood, lezingen van de dag 7 – 12 september 2020

maria-geboorte-giotto-olv-ter-nood-heiloo

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 7 – 12 september 2020

23e week door het jaar  

Maandag 7 september                                                               

Eerste lezing (1 Kor. 5, 1-8)

Doet het ouder zuurdeeg weg want ons paaslam is geslacht: Christus zelf

Broeders en zusters, men hoort algemeen spreken van ontucht onder u en wel van de soort, die zelfs bij de heidenen niet voorkomt: dat iemand leeft met de vrouw van zijn vader. En gij verheft u nog boven anderen? Waarom zijt gij niet in de rouw gegaan ? Dan zou de man, die zo iets heeft bedreven, uit uw midden verwijderd zijn. Ik voor mij, hoewel lichamelijk afwezig, maar in de geest aanwezig, heb reeds -als was ik bij u- het vonnis geveld over hem, die dat heeft durven doen. En het luidt: in de Naam van de Heer Jezus moeten wij bijeenkomen, gij en ik in de geest, samen met de kracht van onze Heer Jezus, en die man uitleveren aan de satan, tot ondergang van zijn lichaam, maar tot redding van zijn geest op de dag des Heren. Uw zelfvoldaanheid staat u niet fraai. Ge weet toch dat een beetje zuurdeeg genoeg is om het hele deeg zuur te maken? Doet het oude zuurdeeg weg om vers deeg te worden; ge moet immers zijn als ongezuurde paasbroden, want ook ons paaslam is geslacht: Christus zelf. Wij moeten ons feest niet vieren met het oude zuurdeeg, met het bederf van slechtheid en ontucht, maar met het zuivere brood van reinheid en waarheid.

Tussenzang (Ps. 5, 5-6.7.12)

Refrein:  Geleid mij langs veilige wegen, maak effen het pad dat ik ga.

Met aandrang wend ik mij, Heer, tot U, reeds vroeg in de morgen hoort Gij mijn stem, reeds vroeg mijn hoop en verlangen.

Gij zijt toch geen God die onrecht verdraagt, bij U kan geen booswicht vertoeven.

Geen zondaar kan U in de ogen zien, Gij haat hen die onrecht bedrijven.

Die leugentaal spreken vernietigt Gij, Gij gruwt van bloeddorst en wreedheid; maar zegent hen, die zich wenden tot U en maakt hen voor altijd gelukkig.

Wees Gij hun beschermer en schenk hen uw troost, omdat zij uw Naam beminnen.

Vers voor het evangelie (cf. Hand. 16, 14b)

Alleluia. Maak ons ontvankelijk, Heer, en dat wij ons richten naar het woord van uw Zoon. Alleluia.

Evangelie (Lc. 6, 6-11)

Mem hield Jezus in het oog of Hij op sabbat een genezing zou verrichten

Het gebeurde op een sabbat, toen Jezus de synagoge binnenging om daar te onderrichten, dat er een man aanwezig was met een verschrompelde rechterhand. De schriftgeleerden en Farizeeën hielden Jezus in het oog of Hij op sabbat een genezing zou verrichten, om iets te vinden waarvan zij Hem zouden kunnen beschuldigen. Maar Hij wist wat ze dachten en Hij zei tot de man met de verschrompelde hand: “Sta op en kom in het midden.” De man stond op en trad naderbij. Daarop sprak Jezus tot de Farizeeën: “Ik vraag u is het niet eerder geoorloofd op sabbat goed te doen dan kwaad, iemand te redden dan te laten omkomen?” Toen liet Hij zijn blik rondgaan over hen allen en zei tot de man: “Steek uw hand uit.” Hij deed het, en zijn hand was weer gezond. Toen waren ze buiten zichzelf van woede en ze bespraken met elkaar wat ze tegen Jezus konden doen.

Dinsdag 8 september Maria Geboorte, Feest

Eerste lezing (Mich. 5, 1-4a)

De tijd waarop de moeder haar kind zal baren

Dit zegt de Heer: “Gij, Betlehem Efrata, het kleinste onder Juda’s geslachten, uit u zal geboren worden hij die over Israël moet heersen. In het verre verleden ligt zijn oorsprong, in lang vervlogen dagen.” Daarom zal de Heer hen niet langer overlaten aan hun lot dan tot de tijd, dat de moeder haar kind gebaard heeft. Dan komt de rest van zijn broeders weer samen met de zonen van Israël. Dan neemt hij de macht in handen en zal hen hoeden door de kracht van de Heer, door de verheven Naam van de Heer zijn God. In veiligheid zullen zij wonen, omdat zijn macht zal reiken tot aan de uiteinden der aarde. Hij zal een man van vrede zijn.

Ofwel

Eerste lezing (Rom. 8, 28-30)

Die God te voren heeft gekend, heeft Hij ook voorbestemd

Broeders en zusters, wij weten, dat God in alles het heil bevordert van die Hem liefhebben van hen, die volgens zijn raadsbesluit geroepen zijn. Want die Hij te voren heeft gekend, heeft Hij ook te voren bestemd tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon, opdat Deze de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Die Hij heeft voorbestemd, heeft Hij ook geroepen. Die Hij riep, heeft Hij gerechtvaardigd, en die Hij rechtvaardigde, heeft Hij verheerlijkt.

Tussenzang (Ps 13, 6)

Refrein:  Ik zal juichen en jubelen in de Heer. (Jes. 61, 10a)

Ik rekende op uw genade, Heer.

Maak Gij mij door uw bijstand blij van hart, dan zal ik steeds uw weldaden bezingen.

Vers voor het evangelie

Alleluia. Gelukkig zijt gij, heilige maagd Maria, en alle lof waardig; want uit u is geboren de zon der gerechtigheid, Christus, onze Heer. Alleluia.

Evangelie (Mt. 1, (1-16+)18-23)

De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze (Geslachtslijst van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham. Abraham was de vader van Isaak, Isaak van Jakob, Jakob van Juda en zijn broers; Juda was de vader van Peres en Zerach, die uit Tamar geboren werden; Peres was de vader van Chesron. Chesron van Aram. Aram van Amminadab, Amminadab van Nachson, Nachson van Salmon, Salmon van Boaz, die uit Rachab geboren werd; Boaz was de vader van Obed, geboren uit Ruth; Obed was de vader van Isaï en Isaï van David, de koning. David was de vader van Salomo, die geboren werd uit de vrouw van Uria; Salomo was de vader van Rechabeam, Rechabeam van Abia, Abia van Asa, Asa van Josafat, Josafat van Joram, Joram van Uzzia, Uzzia van Jotam, Jotam van Achaz, Achaz van Hizkia, Hizkia van Manasse, Manasse van Amon, Amon van Josia, Josia van Jechonja en zijn broers, in de tijd van de Babylonische ballingschap. Na de Babylonische ballingschap werd Jechonja de vader van Sealtiël, Sealtiël van Zerubabel, Zerubabel van Abihud, Abihud van Eljakim, Eljakim van Azor, Azor van Sadok, Sadok van Achim, Achim van Eliud, Eliud van Eleazar, Eleazar van Mattan, Mattan van Jakob. Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria, en uit haar werd geboren Jezus, die Christus genoemd wordt.) De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze. Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef bleek zij, voordat ze gingen samenwonen, zwanger van de heilige Geest. Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, dacht hij er over in stilte van haar te scheiden. Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die tot hem sprak: “Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd, Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest. Zij zal een Zoon ter wereld brengen, die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.” Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden wat de Heer gesproken heeft door de profeet, die zegt: “Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, en men zal Hem de naam Immanuël geven.” Dat is in vertaling: God met ons.

Woensdag 9 september H. Petrus Claver, priester

Eerste lezing (1 Kor. 7, 25-31)

Hebt gij een vrouw getrouwd? Zoek geen scheiding Hebt gij uw vrouw verloren? Zoek geen andere

Broeders en zusters, voor de ongehuwden heb ik geen gebod van de Heer, maar ik geef mijn mening als iemand, die door de ontferming des Heren betrouwbaar is. Ik meen dat het in onze zware tijden voor een mens het beste zou zijn te blijven wat hij is. Hebt gij een vrouw getrouwd? Zoek geen scheiding. Hebt gij uw vrouw verloren? Zoek geen andere. Maar als gij wel trouwt, zondigt gij niet, en ook het ongehuwde meisje doet geen zonde als zij wil trouwen. Alleen, zulke mensen halen zich kommer en zorg op de hals en dat zou ik u willen besparen. Ik bedoel dit, broeders en zusters: de tijd is kort geworden. Laten daarom zij die een vrouw hebben, zijn als hadden zij ze niet; zij die wenen als weenden zij niet; zij die zich verheugen als waren zij niet verheugd; zij die kopen als werden zij geen eigenaar. Kortom, zij die met het aardse ómgaan, moeten er niet in ópgaan; want de wereld die wij zien gaat voorbij.

Tussenzang (Ps. 45, 11-12.14-15.16-17)

Refrein:  Nu luister, dochter, wees aandachtig.

Nu luister, dochter, wees aandachtig, vergeet uw volk, vergeet uw vaderhuis.

Uw schoonheid wekt de liefde van de koning, breng hem uw hulde, want hij is uw heer.

Daar treedt de koningsdochter binnen in haar schoonheid, haar klederen van goud-doorweven stof.

In kleurenpracht gehuld leidt men haar tot de koning, met haar gevolg van maagden komt zij naderbij.

Men haalt hen in met blijdschap en gejuich, zij treden binnen in de koninklijke woning.

Uw zonen nemen eens de plaats in van uw vader, zij zullen vorsten zijn in heel het land.

Vers voor het evangelie (cf. Ef. 1, 17-18)

Alleluia. De God van onze Heer Jezus Christus moge ons innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is, waartoe Hij ons roept. Alleluia.

Evangelie (Lc. 6, 20-26)

Zalig gij die arm zijt, maar wee u rijken

In die tijd sloeg Jezus zijn ogen op, keek zijn leerlingen aan en sprak: “Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk Gods. Zalig die nu honger lijdt, want gij zult verzadigd worden. Zalig die nu weent, want gij zult lachen. Zalig zijt gij wanneer omwille van de Mensenzoon de mensen u haten, wanneer zij u uitstoten en u beschimpen en uw naam uit de samenleving bannen als iets verfoeilijks. Als die dag komt, springt dan op van blijdschap, want groot is uw loon in de hemel. Op dezelfde manier behandelden hun voorvaders de profeten. Maar wee u, rijken, want wat u vertroost hebt ge al ontvangen. Wee u, die nu verzadigd zijt, want ge zult honger lijden. Wee u, die nu lacht, want ge zult klagen en wenen. Wee u, wanneer alle mensen met lof over u spreken, want hun voorvaderen deden hetzelfde met de valse profeten.”

Donderdag 10 september                                                                    

Eerste lezing (1 Kor. 8, 1b-7.10-13)

Door te zondigen tegen de broeders en hun angstvallig geweten te kwetsen zondigt gij tegen Christus

Broeders en zusters, kennis alleen leidt tot eigenwaan, het is de liefde die opbouwt. Als iemand kennis meent te bezitten, kent hij nog niet op de juiste wijze. Maar wie liefheeft, die is gekend. Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten dat er in de hele wereld geen afgod bestaat en dat er geen God is behalve Eén. Want al zijn er ook zogenaamde goden, hetzij in de hemel hetzij op aarde – en in deze zin zijn er ongetwijfeld goden en heren in menigte – toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit wie het al voortkomt en voor wie wij bestemd zijn, en één Heer: Jezus Christus door wie het al bestaat en wij in het bijzonder. Ondertussen bezitten niet allen die kennis. Sommigen, nog altijd gewoon de afgoden te vereren, kunnen het vlees dat aan de goden geofferd is, alleen maar als zodanig beschouwen en hun geweten – zwak als het is – wordt erdoor besmet. Als zo iemand u, met uw ‘kennis’ in een afgodstempel aan een maaltijd ziet deelnemen, zal dan die zwakke geen offervlees gaan eten en zijn geweten geweld aandoen? Dan gaat ten gevolge van uw ‘kennis’ de zwakke verloren, de broeder voor wie Christus is gestorven. Door te zondigen tegen de broeders en hun angstvallig geweten te kwetsen, zondigt gij tegen Christus. Daarom, als mijn eten aanstoot geeft aan mijn broeder zal ik in eeuwigheid geen vlees meer gebruiken, om mijn broeder geen aanstoot te geven.

Tussenzang (Ps. 139, 1-3.13-14ab.23-24)

Refrein:  Leid mij, Heer, langs beproefde paden.

Gij kent mij, Heer, en Gij doorschouwt mij, Gij ziet mij waar ik ga of sta.

Van verre kent Gij mijn gedachten, Gij weet waarom ik bezig ben of rust.

Want wat er in mij is hebt Gij geschapen, Gij hebt mij als een weefsel in de moederschoot gevormd.

Ik dank U voor het wonder van mijn leven, voor alle wonderwerken die Gij hebt gemaakt.

Doorzoek mij, God, en peil mijn hart, beproef mij en beoordeel mijn gezindheid.

Zie of ik soms verkeerde wegen ga en leid mij langs beproefde paden.

Vers voor het evangelie (Fil. 2, 15-16)

Alleluia. Schittert als sterren in het heelal, en houdt vast het woord des levens. Alleluia.

Evangelie (Lc. 6, 27-38)

Weest barmhartig zoals uw Vader barmhartig is

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen. Als iemand u op de ene wang slaat, keer hem ook de andere toe; en als iemand uw bovenkleed van u afneemt, belet hem niet ook uw onderkleed te nemen. Geeft aan ieder die u iets vraagt, en als iemand wegneemt wat u toebehoort, eist het niet terug. Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij het hun doen. Als gij bemint wie u beminnen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben. Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Dat doen de zondaars ook. Als gij leent aan hen van wie ge hoopt terug te krijgen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars lenen aan zondaars met de bedoeling evenveel terug te krijgen. Neen, bemint uw vijanden, doet goed en leent uit zonder er op te rekenen iets terug te krijgen. Dan zal uw loon groot zijn, dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste, die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten. Weest barmhartig zoals uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet, dan zult ge niet geoordeeld worden. Veroordeelt niet, dan zult ge niet veroordeeld worden. Spreekt vrij en ge zult vrijgesproken worden. Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat zal men u in de schoot storten. De maat die gij gebruikt zal men ook voor u gebruiken.”

Vrijdag 11 september                                                                           

Eerste lezing (1 Kor. 9, 16-19.22b-27)

Alles ben ik voor allen om er tot elke prijs enkelen te redden

Broeders en zusters, dat ik het evangelie predik is voor mij geen reden om te roemen, ik kan niet anders. Wee mij als ik het evangelie niet verkondig! Deed ik het uit eigen beweging, dan had ik recht op loon; maar zo is het niet: het is een taak, die mij is toevertrouwd. Wat is dan mijn verdienste? Dat ik het evangelie kosteloos verkondig en geen gebruik maak van het recht aan de prediking verbonden. Van allen onafhankelijk, heb ik mij de slaaf van allen gemaakt om er zoveel mogelijk voor Christus te winnen. Met de zwakken ben ik zwak geworden om de zwakken te winnen. Alles ben ik voor allen om er tot elke prijs enkelen te redden. En ik doe alles voor het evangelie om er ook zelf deel aan te krijgen. Gij weet het: de hardlopers in het stadion lopen allen, maar slechts één wint de race. Loopt zo dat ge wint! En de atleten ontzeggen zich bij de training allerlei dingen. Zij doen dat om een vergankelijke krans, wij om een onvergankelijke. Ik loop dan ook niet in den blinde, Ik boks niet als een die in de lucht slaat. Ik beuk mijn lichaam en houd het in bedwang om niet, na anderen gepredikt te hebben, zelf te worden verworpen.

Tussenzang (Ps. 84, 3.4.5-6a.8a.12)

Refrein:  Hoe lief is mij uw woning, Heer der hemelmachten.

Mijn ziel verlangt en hunkert naar uw heiligdom.

Mijn hart en heel mijn wezen gaan juichend uit naar U, de God die leeft.

Want zelfs de mussen vinden wel een schuilplaats, de zwaluwen een nestje voor hun broed; voor mij is dat uw altaar, Heer der hemelmachten, mijn koning en mijn God!

Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o Heer, die U daar altijd mogen prijzen.

Gelukkig die op U mag steunen, hij zal zijn weg vervolgen met hernieuwde kracht.

Want God de Heer is als een zon en als een schild, Hij geeft ons zegen en bescherming.

Vers voor het evangelie (Kol. 3, 16a.17c)

Alleluia. Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen; dankt God de Vader door Hem. Alleluia.

Evangelie (Lc. 6, 39-42)

Kan soms de ene blinde de andere leiden?

In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: “Kan soms de ene blinde de andere leiden? Vallen dan niet beiden in de kuil? De leerling staat niet boven zijn meester; maar hij zal ten volle gevormd zijn als hij is gelijk zijn meester. Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en waarom slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog? Hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen, terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog; dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen, die in het oog van uw broeder zit.”

Zaterdag 12 september De heilige naam van Maria

Eerste lezing (1 Kor. 10, 14-22)

Omdat het brood één is vormen wij allen te zamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood

Broeders en zusters, houdt u ver van alle afgoderij. Ik spreek toch tot verstandige mensen; vormt gerust uw eigen oordeel over wat ik ga zeggen. Geeft niet de beker der zegening, die wij zegenen, gemeenschap met het bloed van Christus? Geeft niet het brood dat wij breken, gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het brood één is vormen wij allen te zamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood. Kijkt ook naar het joodse volk: treden zij die de offers nuttigen niet in gemeenschap met het altaar? Ik beweer niet dat het aan de afgoden geofferde vlees als zodanig iets bijzonders is of dat er afgoden bestaan. Maar wat de heidenen offeren, offeren zij aan boze geesten en niet aan God, en ik wil niet dat gij gemeenschap aangaat met de boze geesten. Gij kunt niet de beker des Heren drinken én de beker der demonen; gij kunt niet deel hebben aan de tafel des Heren én aan de tafel der demonen. Of willen wij de Heer tot naijver prikkelen? Zijn wij sterker dan Hij?

Tussenzang (Ps. 116, 12-13.17-18)

Refrein:  Met offers zal ik U loven, Heer.

Hoe kan ik mijn dank betuigen voor al wat de Heer mij gaf?

Ik hef de offerbeker, de Naam van de Heer roep ik aan.

Met offers zal ik U loven, de Naam van de Heer roep ik aan.

Ik zal mijn geloften volbrengen waar heel zijn volk het ziet.

Vers voor het evangelie (1 Tess. 2, 13)

Alleluia. Ontvangt het goddelijk woord, niet als een woord van mensen, maar als wat het inderdaad is: het woord van God. Alleluia.

Evangelie (Lc. 6, 43-49)

Waarom toch noemt gij Mij: Heer, Heer! als gij niet doet wat Ik zeg?

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Er bestaat geen goede boom, die zieke vruchten voortbrengt en evenmin een zieke boom, die goede vruchten voortbrengt. Iedere boom immers wordt gekend aan zijn vruchten; men plukt geen vijgen van dorens, men oogst geen druiven van een braamstruik. Een goed mens brengt het goede te voorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart; maar een slechte brengt het slechte te voorschijn uit zijn schat van slechtheid; want zijn mond spreekt waar zijn hart van overloopt. Waarom toch noemt gij Mij: Heer, Heer! als ge niet doet wat Ik zeg? Ieder die tot Mij komt, naar mijn woorden luistert en er naar handelt, Ik zal u duidelijk maken op wie hij gelijkt. Hij gelijkt op de man, die bij het bouwen van zijn huis diep had gegraven en het fundament had gelegd op de rotsgrond. Toen de stortvloed kwam, beukte de storm op dat huis; maar de storm had niet de kracht om het te doen wankelen, omdat het zo goed gebouwd was. Wie luistert, maar niet doet, gelijkt op de man, die zijn huis op de grond bouwde, zonder fundering. De storm beukte erop en ogenblikkelijk stortte het in en de verwoesting van dat huis was volkomen.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina
of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave. Verdere info: www.olvternood.nl

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.

Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus Sancta Maria, Mater Dei.
Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi sectundum verbum tuum

Ave Maria . . .

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria . . .

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix,
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus
Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur Per Christum Dominum nostrum. Amen

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria . . .

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria . . .

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God,
℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden

Laat ons bidden

Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis Door Christus, onze Heer. Amen.