Dagelijks Brood, lezingen van de dag 6 december – 12 december 2020

olv-ter-nood-heiloo-onbevlekte-ontvangenis-maria-rubens

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 6 december – 12 december 2020

2e week van de Advent

Zondag 6 december 2e zondag van de Advent

Eerste lezing (Jes. 40, 1-5.9-11)

Baan de Heer een weg

Troost, troost toch mijn Stad – zegt uw God – spreek Jeruzalem moed in, roep haar toe dat haar straftijd voorbij is, dat haar ongerechtigheid vergeven is, dat zij van Gods hand haar zonden dubbel betaald heeft gekregen. Een stem roept: “Baan de Heer een weg in de steppe, effen voor onze God een heerbaan in de woestijn, elk dal moet gevuld, elke berg en heuvel geslecht worden, alle oneffenheden moeten vlak, de rotsmassa’s een vallei worden. En verschijnen zal de glorie des Heren en alle vlees zal daarvan getuige zijn: de mond des Heren heeft het gezegd! Beklim de hoogste berg, gij Sion, vreugdebode, verhef krachtig uw stem, Jeruzalem, vreugdegezant: verkondig het luide, ken geen vrees, roep tot de steden van Juda: uw God is op komst! Zie, God de Heer komt met kracht, zijn arm voert de heerschappij: zijn loon komt met Hem mee, zijn beloning gaat voor Hem uit. Als een herder zal Hij zijn schapen weiden, in zijn armen ze samenbrengen, de lammeren dragen tegen zijn boezem, de schapen met zachte hand geleiden.”

Tussenzang (Ps. 85, 9ab-10.11-12.13-14)

Refrein:  Laat ons uw barmhartigheid zien, geef ons uw heil, o Heer.

Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt, voorzeker een woord van verzoening.

Zijn heil is nabij voor hen die Hem vrezen, zijn glorie komt weer bij ons wonen.

Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan, als vrede en recht elkander omhelzen;

dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten, en ziet uit de hemel gerechtigheid neer.

Dan zal de Heer ons zijn zegen schenken en draagt ons land rijke vrucht.

Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan en voorspoed zijn schreden volgen.

Tweede lezing (2 Petr. 3, 8-14)

Wij verwachten nieuwe hemelen en een nieuwe aarde

Vrienden, één ding mag u niet ontgaan: voor de Heer is één dag als duizend jaren en duizend jaren als één dag. De Heer talmt niet met zijn belofte, zoals sommigen menen, maar Hij heeft geduld met u, daar Hij wil dat allen tot inkeer komen en dat niemand verloren gaat. Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Dan zullen de hemelen dreunend vergaan en de elementen zullen door vuur worden verteerd; en de aarde en de daden op aarde verricht zullen zich bevinden voor Gods oordeel. Wanneer alles zo vergaat, hoe moet gij dan uitmunten door een heilig leven en innige vroomheid, de komst verwachtend en verhaastend van de dag Gods, wanneer de hemelen in vlammen zullen opgaan en de elementen zullen wegsmelten in de vuurgloed. Maar volgens zijn belofte verwachten wij nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen. In deze verwachting, geliefden, moet gij u beijveren onbevlekt en onberispelijk voor Hem te verschijnen, in vrede met God.

Vers voor het evangelie (Lc. 3, 4.6)

Alleluia. Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht: en heel de mensheid zal Gods redding zien. Alleluia.

Evangelie (Mc. 1, 1-8)

Maakt de paden van de Heer recht

Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God. Zoals geschreven staat bij de profeet Jesaja: zie, ik zend mijn bode voor u uit, die voor u de weg zal banen; een stem van iemand die roept in de woestijn: bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht. Zo trad Johannes op in de woestijn en doopte; hij preekte een doopsel van bekering tot vergiffenis van de zonden. Heel de landstreek Judea en alle inwoners van Jeruzalem trokken naar hem uit, en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. Johannes ging gekleed in kameelhaar met een leren gordel om zijn lendenen; hij at sprinkhanen en wilde honing. Hij preekte: “Na mij komt die sterker is dan ik, en ik ben niet waardig mij te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken. Ik heb u gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de heilige Geest.”

Maandag 7 december H. Ambrosius, bisschop en kerkleraar

Eerste lezing (Jes. 35, 1-10)

God komt om u te redden

Zo spreekt de Heer: “Woestijn en steppe zullen zich verheugen, jubelen en bloeien de dorre vlakte. “Pronken zal zij met lelies, van blijdschap jubelen en juichen. De glorie van de Libanon valt haar ten deel, de luister van Karmel en Sjaron. Zij zullen de glorie van de Heer aanschouwen, de luister van onze God. Maak slappe handen sterk, geef kracht aan knikkende knieën. Spreek tot allen, die de moed verloren hebben: Vat moed en vrees niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden.” Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme. Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn. De dorre vlakte wordt een vijver, het dorstig land één waterbron. En op de plaats waar de jakhalzen huisden zullen biezen groeien en groen riet. Een hoge, gebaande weg zal daar lopen, die de heilige weg zal heten. Geen onreine betreedt die weg en de dwazen dwalen er niet. Er zal geen leeuw te bekennen zijn en wilde dieren komen er niet, maar de vrijgekochten zullen die weg begaan, en degenen, die door de Heer verlost zijn, zij zullen weer terugkeren. Jubelend komen zij naar Sion, hun hoofden omgeven met eeuwige vreugde. Zij zullen vreugde verkrijgen en blijdschap, en pijn en gejammer nemen de vlucht.

Tussenzang (Ps. 85, 9ab-10.11-12,13-14)

Refrein:  God zelf zal komen om ons te verlossen (Jes. 35, 4d).

Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt, voorzeker een woord van verzoening.

Zijn heil is nabij voor hen die Hem vrezen, zijn Glorie komt weer bij ons wonen.

Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan, als vrede en recht elkander omhelzen;

dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten, en ziet uit de hemel gerechtigheid neer.

Dan zal de Heer ons zijn zegen schenken en draagt ons land rijke vrucht.

Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan en voorspoed zijn schreden volgen.

Vers voor het evangelie (Lc. 3, 4.6)

Alleluia. Bereidt de weg van de Heer. Heel de mensheid zal Gods redding zien. Alleluia.

Evangelie (Lc. 5, 17-26)

Wij zijn getuige van ongehoorde dingen

Toen Jezus op zekere dag onderricht gaf, zaten er ook Farizeeën en wetgeleerden bij, die gekomen waren uit alle plaatsen van Galilea en Judea en uit Jeruzalem. En de kracht des Heren deed Hem genezingen verrichten. Op dat ogenblik kwamen er enige mannen aan, die op een bed een verlamde met zich meedroegen. Zij trachtten hem binnen te brengen en voor Jezus neer te leggen. Maar omdat ze vanwege de menigte geen weg vonden waarlangs ze hem konden binnenbrengen, gingen ze het dak op en lieten hem met bed en al door een opening in het tegeldak midden tussen het volk zakken, voor de voeten van Jezus. Toen Jezus hun geloof zag zei Hij: “Vriend, uw zonden zijn u vergeven.” Maar de schriftgeleerden en Farizeeën vroegen zich af: “Wat is dat voor iemand, die zo godslasterlijk spreekt? Wie anders kan zonden vergeven dan God alleen?” Jezus wist dat zij zo redeneerden en sprak tot hen: “Wat redeneert gij toch bij uzelf ? Wat is gemakkelijker te zeggen: uw zonden zijn u vergeven; of te zeggen: sta op en loop? Welnu, opdat ge zult weten dat de Mensenzoon macht heeft op aarde zonden te vergeven – en nu sprak Hij tot de lamme – Ik zeg u, sta op, neem uw bed mee en ga naar huis.” Onmiddellijk stond hij voor aller ogen op, nam het bed waarop hij gelegen had mee en ging naar huis, terwijl hij God verheerlijkte. Iedereen stond er versteld van en ze verheerlijkten God. Vol ontzag zeiden zij: “Wij zijn vandaag getuige geweest van ongehoorde dingen.”

Dinsdag 8 december ONBEVLEKTE ONTVANGENIS VAN DE HEILIGE MAAGD MARIA, Hoogfeest

 Eerste lezing (Gen. 3, 9-15.20)

Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare

Nadat Adam van de boom gegeten had riep God de Heer, de mens en vroeg hem: “Waar zijt gij?” Hij antwoordde: “Ik hoorde uw donder in de tuin, en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen.” Maar God de Heer zei: “Wie heeft u verteld, dat gij naakt zijt? Hebt ge soms gegeten van de boom, die Ik u verboden heb?” De mens antwoordde: “De vrouw, die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van die boom gegeven, en toen heb ik gegeten.” Daarop vroeg God, de Heer, aan de vrouw: “Hoe hebt ge dat kunnen doen?” De vrouw zei: “De slang heeft mij verleid, en toen heb ik gegeten.” God, de Heer, zei toen tot de slang: “Omdat ge dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw leven! Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Dit zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel!” De mens noemde zijn vrouw Eva, want zij is de moeder geworden van alle levenden.

Tussenzang (Ps. 98, 1.2-3ab.3c-4)

Refrein:  Zingt voor de Heer een nieuw gezang, omdat Hij wonderen deed.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, omdat Hij wonderen deed.

Zijn hand deed zich krachtig gelden, de macht van zijn heilige arm.

Zijn weldaden deed Hij ons kennen, de volkeren zijn gerechtigheid.

Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw ten gunste van Israëls huis.

Geheel de aarde aanschouwde wat onze God voor ons deed.

Verheerlijkt de Heer, alle landen, weest blij, verheugt u en zingt.

Tweede lezing (Ef. 1, 3-6.11-12)

In Christus heeft God ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld

Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen. In Hem heeft Hij ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van zijn genade. Hiermee heeft Hij ons begiftigd in de Geliefde, in wie wij ook ons erfdeel hebben ontvangen, daartoe voorbestemd door de beschikking van Hem, die alles tot stand brengt naar het besluit van zijn wil, opdat wij verbreiden de lof van zijn heerlijkheid, wij, die reeds te voren onze hoop op de Christus hadden gebouwd.

Vers voor het evangelie (Lc. 1, 28)

Alleluia. Verheug u, Maria, Begenadigde, de Heer is met u; gij zijt gezegend onder de vrouwen. Alleluia.

Evangelie (Lc. 1, 26-38)

Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u

In die tijd werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazaret, tot een maagd, die verloofd was met een man, die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria. De engel trad bij haar binnen en sprak: “Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u, gij zijt de gezegende onder de vrouwen.” Zij schrok van dat woord en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen. Maar de engel zei tot haar: “Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en gij moet Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.” Maria echter sprak tot de engel: “Hoe zal dit geschieden, daar ik geen man beken?” Hierop gaf de engel haar ten antwoord: “De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God. Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk.” Nu zei Maria: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.” En de engel ging van haar heen.

Woensdag 9 december H. Juan Diego Cuauhtlatoatzin

Eerste lezing (Jes. 40, 25-31)

De almachtige Heer verleent kracht aan wie moe is

“Met wie wilt gij Mij vergelijken, met wie Mij gelijkstellen,” vraagt de Alheilige. “Richt uw ogen naar boven en kijk eens goed; wie heeft dit alles geschapen? Wie laat de hemellichamen voltallig uittrekken, wie roept ze alle bij naam, is zo geweldig machtig en sterk dat er niet één op het appèl ontbreekt? Hoe kunt gij dan zeggen, Jakob, hoe kunt gij beweren, Israël, dat uw wegen voor de Heer verborgen zijn, dat uw recht God zou ontgaan? Weet gij dan niet, hebt gij dan nooit gehoord, dat de Heer een eeuwige God is, en schepper van heel het aardoppervlak, dat Hij niet moe wordt, geen uitputting kent, en dat zijn wijsheid ondoorgrondelijk is? Aan wie moe is, verleent Hij kracht, aan wie geen weerstand heeft, schenkt Hij overvloedige energie. Jonge mannen kunnen moe worden en uitgeput, kerels kunnen bezwijken, maar allen die op de Heer vertrouwen ontvangen nieuwe kracht, en slaan hun vleugels uit als adelaars: zij lopen, maar worden niet moe, zij rennen, maar raken niet uitgeput!”

Tussenzang (Ps. 103, 1-2.3-4.8.10)

Refrein:  Verheerlijk, mijn ziel, de Heer.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen!

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, vergeet zijn weldaden niet!

Hij is het die u uw schulden vergeeft, die u geneest van uw kwalen.

Hij is het die u van de ondergang redt, die u omringt met zijn gunst en erbarmen.

De Heer is barmhartig en welgezind, lankmoedig en goedertieren.

Hij handelt met ons niet zoals wij verdienen, vergeldt ons niet onze schuld.

Vers voor het evangelie

Alleluia. De Heer zal verschijnen met kracht, een licht voor het oog van zijn dienaren. Alleluia.

Evangelie (Mt. 11, 28-30)

Komt allen tot Mij die uitgeput zijt

In die tijd nam Jezus het woord en sprak: “Komt allen tot Mij, die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.”

Donderdag 10 december H. Maagd Maria van Loreto

Eerste lezing (Jes. 41, 13-20)

Ik, de heilige van Israël, Ik ben uw Verlosser, zegt de Heer

Zo spreekt de Heer: “Ik ben de Heer, uw God, die u bij uw rechterhand heeft genomen en die tot u zegt: Wees maar niet bang; Ik help u. Wees maar niet bang, wormpje Jakob, klein volk Israël! Ikzelf ben uw helper, zegt de Heer, Ik ben uw verlosser, de Heilige van Israël. Ik maak van u een dorsslee, nieuw en goed geslepen, met scherpe tanden. Gij zult bergen dorsen en verbrijzelen, heuvels tot kaf maken; gij werpt ze omhoog; de wind draagt ze mee, de storm verstrooit ze. Gij zelf echter, gij verblijdt u in de Heer en prijst uzelf om de Heilige van Israël. De armen en de behoeftigen zoeken naar water en het is er niet; hun tong is verdroogd van de dorst. Ik, de Heer, Ik verhoor hen, Ik, de God van Israël, Ik verlaat hen niet! Op de kale gronden doe Ik rivieren ontspringen en bronnen in de rotskloven. Van de woestijn maak Ik een waterland, van de dorstige bodem een bronnengebied. In de woestijn laat Ik ceders groeien, acacia’s, mirten en oleasters. In het dorre land zet Ik cypressen neer en essen en palmen, een menigte bomen. Dan zullen zij zien en erkennen, volledig verstaan en begrijpen, dat de hand van de Heer dat gedaan heeft, dat Israëls Heilige dat heeft geschapen.” Zo spreekt de almachtige God.

Tussenzang (Ps. 145, 1.9.10-11.12-13ab)

Refrein:  De Heer is vol liefde en medelijden, lankmoedig en zeer goedgunstig.

U wil ik loven, mijn God en Koning, uw Naam verheerlijken voor altijd.

De Heer is bezorgd voor iedere mens, barmhartig voor al wat Hij maakte.

Uw werken zullen U prijzen, Heer, uw vromen zullen U loven.

Zij roepen de glorie van uw heerschappij, uw macht verkondigen zij.

Zij maken uw kracht aan de mensen bekend, de pracht van uw koninkrijk.

Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen, uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.

Vers voor het evangelie

Alleluia. Kom ons tegemoet, Heer, met uw vrede, dat wij ons met een oprecht hart in U kunnen verheugen. Alleluia.

Evangelie (Mt. 11, 11-15)

Er is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper

In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Voorwaar, Ik zeg u: Onder hen, die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. Niettemin is de kleinste in het Rijk der hemelen groter dan hij. Van de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Rijk der hemelen zich met geweld baan, en geweldenaars maken het buit. Want al de profeten en de Wet, tot aan Johannes, hebben het slechts voorspeld; maar als gij het van Mij wilt aannemen: Deze is de Elia die zou komen. Wie oren heeft, hij luistere!

Vrijdag 11 december H. Damasus I, paus

Eerste lezing (Jes. 48, 17-19)

Geef toch acht op de geboden van de Heer

Zo spreekt de Heer, uw verlosser, Israëls Heilige: “Ik ben de Heer, uw God, die u voor uw bestwil wil leren, en u voeren over de weg die gij moet gaan! Als gij acht gegeven had op mijn geboden zou de voorspoed u reeds nu omspoeld hebben als een bergstroom, en zou uw welvaart zo uitgestrekt geweest zijn als de zee met zijn golven. Uw nageslacht zou talrijk geweest zijn als de zandkorrels, uw nakomelingen als het stof: hun naam zou bij Mij nooit uitgeveegd zijn, nooit uitgewist!”

Tussenzang (Ps. 1, 1-2.3.4.6)

Refrein:  Wie U volgt, Heer, zal het licht des levens bezitten (Joh. 8, 12).

Gelukkig de man die weigert te doen wat goddelozen hem aanraden;

die niet de wegen der zondaars gaat, niet zit te midden der spotters.

Hij is als een boom, aan het water geplant, die vruchten draagt op zijn tijd;

des zomers verdorren zijn bladeren niet, maar al wat hij doet brengt hem voorspoed.

De goddelozen vergaat het zo niet; de wind blaast hen weg als kaf.

De Heer immers let op de weg der gerechten, de weg van de zondaars loopt dood.

Vers voor het evangelie

Alleluia. Hij komt als Koning en Heer van de aarde. Het juk van de ballingschap zal Hij verbrijzelen. Alleluia.

Evangelie (Mt. 11, 16-19)

Zij luisteren noch naar Johannes noch naar de Mensenzoon

In die tijd sprak Jezus tot de menigte: “Waarmee zal Ik dit geslacht vergelijken? Het gelijkt op kinderen, die op het marktplein zitten en de andere partij toeroepen: Wij hebben voor jullie op de fluit gespeeld en jullie hebt niet gedanst; wij hebben een treurlied gezongen en jullie hebt niet op je borst geklopt. Immers: Johannes komt, hij eet niet en drinkt niet, en ze zeggen: Hij is van de duivel bezeten! De Mensenzoon komt, Hij eet en drinkt wel, en ze zeggen: Kijk, die gulzigaard en wijndrinker, die vriend van tollenaars en zondaars! Maar de wijsheid vindt haar rechtvaardiging in haar werken.”

Zaterdag 12 december                                                                         

Eerste lezing (Sir. 48, 1-4.9-11)

Elia zal wederkomen

Elia de profeet stond op als een vuur; zijn woord brandde als een fakkel; hij bracht hongersnood over het volk en in zijn ijveren voor de Heer maakte hij hen weinig in aantal. Door het woord van de Heer sloot hij de hemel toe, en evenzo liet hij driemaal vuur neerdalen. Hoe roemrijk werdt gij, Elia, door uw wonderwerken: wie mag zich als gij beroemen? Gij die werdt opgenomen in een wervelstorm van vuur op een wagen met vurige paarden, van wie geschreven staat dat hij bestemd is voor de tijd waarop hij de toorn van God zal stillen vóórdat hij ontbrandt, het hart van de vaderen zal keren tot de zoon en de stammen van Jakob zal oprichten. Gelukkig zij, die u gezien hebben en in liefde zijn ontslapen.

Tussenzang (Ps. 80, 2ac.3b.15-16.18-19)

Refrein:  God van de heerscharen, richt ons weer op; lach ons weer toe en wij zullen gered zijn.

Herder van Israël, hoor ons aan, Gij die troont op de Kerubs, verschijn met luister;

werp uw macht in de strijd, kom om ons bij te staan.

God van de heerscharen, keer toch terug, zie neer uit de hemel en let op uw wijngaard.

Bescherm wat uw eigen hand heeft geplant, het stekje dat Gij hebt gekweekt.

Laat uw hand op uw gunsteling rusten, op het kind dat Gij grootgebracht hebt.

Nooit meer zullen wij U verlaten; bewaart Gij ons leven, dan prijzen wij U.

Vers voor het evangelie

Alleluia. De dag van de Heer is nabij; zie, Hij komt ons bevrijden. Alleluia.

Evangelie (Mt. 17, 10-13)

Elia is reeds gekomen, maar zij hebben hem niet erkend

Bij het afdalen van de berg stelden de leerlingen Jezus de vraag: “Waarom zeggen de schriftgeleerden toch dat eerst Elia moet komen?” Hij gaf hun ten antwoord: “Inderdaad, Elia zal komen om alles te herstellen. Ik zeg u zelfs: Elia is reeds gekomen, maar zij hebben hem niet erkend, doch naar willekeur met hem gehandeld, zoals ook de Mensenzoon van hen te lijden zal hebben.” Nu begrepen de leerlingen dat Hij hun over Johannes de Doper gesproken had.

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.