Dagelijks brood, lezingen van de dag 31 mei – 6 juni 2020

heilige-drie-eenheid-olv-ter-nood-heiloo

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 31 mei – 6 juni 2020

9e week van Paastijd

Je kunt het boekje downloaden via deze link

Viert met ons mee de Heilige Mis via YouTube kanaal OLV ter Nood

Gebed Geestelijke Communie

Er zal een uur komen, ja het is er al, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid (Joh. 4, 23)

Gebed dat gebeden kan worden op het moment dat de priester ter Communie gaat

Mijn Jezus, ik geloof dat Gij in het Allerheiligst Sacrament tegenwoordig zijt. Ik bemin U boven alles en wens U in mijn hart te ontvangen. Maar ik kan dit nu niet werkelijk doen; daarom bid ik u: kom tenminste op geestelijke wijze in mijn hart. Ik omhels U, alsof Gij reeds gekomen waart en verenig mij geheel en al met U. Laat mij toch nooit van U gescheiden worden.

of

Mijn Jezus, ik geloof dat Gij in het Allerheiligst Sacrament tegenwoordig zijt. Ik bemin U en verlang naar U. Kom in mijn hart. Ik omhels U; verlaat mij nooit meer.

Zondag 31 mei Pinksterzondag

Eerste lezing (Hand. 2, 1-11)

Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond, liepen die te hoop en tot hun verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: “Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.”

Tussenzang (Ps. 104)

Refrein:  Zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven, dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.

Of: Alleluia.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, wat zijt Gij groot, Heer mijn God!

Hoe veel is het wat Gij gedaan hebt, Heer, de aarde is vol van uw schepsels.

Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om, en keren terug tot de aarde.

Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven, dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.

De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan, Hij vinde zijn vreugde in al zijn schepsels;

Mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn, dan zal ik mij in de Heer verheugen.

Tweede lezing (1 Kor. 12, 3b-7.12-13)

Broeders en zusters, niemand die zegt: “Jezus is vervloekt” staat onder invloed van de geest van God; en niemand kan zeggen: “Jezus is de Heer” tenzij door de heilige Geest. Er zijn verschillende gaven, maar slechts één Geest. Er zijn vele vormen van dienstverlening, maar slechts één Heer. Er zijn allerlei soorten werk, maar er is slechts één God, die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen. Het menselijk lichaam vormt met zijn vele ledematen één geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken te zamen één lichaam uit. Zo is het ook met de Christus. Wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen, zijn immers in de kracht van één en dezelfde Geest door de doop één enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één Geest.

Sequentie

Kom, o Geest des Heren, kom uit het hemels heiligdom, waar Gij staat voor Gods gezicht.

Kom der armen troost, daal neer, kom en schenk uw gaven, Heer, kom wees in de harten licht.

Kom o trooster, heil’ge Geest, zachtheid die de ziel geneest, kom verkwikking zoet en mild.

Kom o vrede in de strijd, lafenis voor ‘t hart dat lijdt, rust die alle onrust stilt.

Licht dat vol van zegen is, schijn in onze duisternis, neem de harten voor U in.

Zonder uw geheime gloed, is er in de mens geen goed, is de ziel niet rein van zin.

Was wat vuil is en onrein, overstroom ons dor domein, heel de ziel die is gewond,

maak weer zacht wat is verstard, koester het verkilde hart, leid wie zelf de weg niet vond.

Geef uw gaven zevenvoud ieder die op U vertrouwt, zich geheel op U verlaat.

Sta ons met uw liefde bij, dat ons einde zalig zij, geef ons vreugd die niet vergaat.

Vers voor het evangelie

Alleluia. Kom, heilige Geest, vervul het hart van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. Alleluia.

Evangelie (Joh. 20, 19-23)

In de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Na dit gezegd te hebben, toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u.” Na deze worden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.”

Gebed Geestelijke Communie

Op het moment dat de priester ter communie gaat kan één van de gebeden

op de binnenzijde van het voorblad worden gebeden.

Maandag 1 juni Heilige Maria, Moeder van de Kerk – Tweede Pinksterdag

Eerste lezing (Gen. 3, 9-15.20)

Nadat Adam in de tuin van Eden van de boom gegeten had riep God de Heer de mens en vroeg hem: ‘Waar zijt gij?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde uw donder in de tuin, en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen.’ Maar God de Heer zei: ‘Wie heeft u verteld dat gij naakt zijt? Hebt ge soms gegeten van de boom die Ik u verboden heb?’ De mens antwoordde: ‘De vrouw, die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van die boom gegeven, en toen heb ik gegeten.’ Daarop vroeg God de Heer aan de vrouw: ‘Hoe hebt ge dat kunnen doen?’ De vrouw zei: ‘De slang heeft mij verleid, en toen heb ik gegeten.’ God de Heer zei toen tot de slang: ‘Omdat ge dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw leven! Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Dit zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel.’ De mens noemde zijn vrouw Eva, want zij is de moeder geworden van alle levenden.

Ofwel:

Eerste lezing (Hand. 1, 12-14)

Nadat Jezus ten hemel was opgenomen keerden de apostelen van de Olijfberg naar Jeruzalem terug. Deze berg ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand. Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal waar zij verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Thomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus. Zij bleven allen eensgezind volharden in het gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.

Tussenzang (Ps. 87, 1-2.3.5.6-7)

Refrein:  Hoe groots is het wat er van u wordt gezegd, Jeruzalem, stad van God!

Zijn stad op de heilige bergen: de Heer heeft haar lief; de poorten van Sion veel meer dan alle tenten van Jakob.

Hoe groots is het wat er van u wordt gezegd, Jeruzalem, stad van God!

Zij zullen dan zeggen: ‘Mijn moeder is zij, uit haar zijn wij allen geboren.’

En Hij zal het zelf verklaren, de Allerhoogste, de Heer.

Hij zal in het boek der volkeren schrijven: ‘Ook dezen horen daar thuis.’

Dan zullen zij dansen en zingen: ‘De bron van ons leven zijt Gij!’

Vers voor het evangelie

Alleluia. O gelukkige Maagd, die de Heer ter wereld heeft gebracht; heilige Moeder van de Kerk, die in ons de Geest van uw Zoon, Jezus Christus, bevordert. Alleluia

Evangelie (Joh. 19, 25-34)

In die tijd stonden bij het kruis van Jezus: zijn moeder en de zuster van zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. Toen Jezus de moeder zag en bij haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot de moeder: ‘Vrouw, zie uw zoon.’ Vervolgens zei Hij tot de leerling: ‘Zie uw moeder.’ En vanaf dat uur af nam de leerling haar bij zich op.

Gebed Geestelijke Communie

Op het moment dat de priester ter communie gaat kan één van de gebeden

op de binnenzijde van het voorblad worden gebeden.

Dinsdag 2 juni HH Marcellinus en Petrus, martelaren

Eerste lezing (2 Petr. 3, 12-15a.17-18)

Broeders en zusters, verwacht en verhaast de komst van de dag Gods, waardoor de hemelen in vlammen zullen opgaan en de elementen wegsmelten in de vuurgloed. Maar volgens de belofte des Heren verwachten wij nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen. In deze verwachting, geliefden, moet gij u beijveren onbevlekt en onberispelijk voor Hem te verschijnen, in vrede met God. En beschouwt het uitstel dat de Heer u in zijn lankmoedigheid gunt als een genade ten heil. Vrienden, gij zijt dus gewaarschuwd. Past op dat gij u niet laat meeslepen op de dwaalwegen van de goddelozen; geeft uw standpunt niet prijs. Neemt toe in de genade en de kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus. Hem zij de eer, nu en in eeuwigheid!

Tussenzang (Ps. 90)

Refrein:  Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest voor ieder geslacht opnieuw.

Voordat de bergen geboren waren, voordat de aarde was voortgebracht, zijt Gij, God, van eeuwig tot eeuwig.

Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof, Gij zegt: keer terug, kind van mensen!

Voor U zijn duizend jaren één dag, als gisteren dat al voorbij is, een uur van slaap in de nacht.

De maat van ons leven is zeventig jaar, of als wij heel sterk zijn tachtig.

Het meeste daarvan is nog kwelling en zorg, en snel komt het uur van vertrekken.

Verleen ons van nu af uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn.

Laat zien aan uw dienaars waartoe Gij in staat zijt en toon aan hun zonen uw heerlijkheid.

Vers voor het evangelie (2 Tim. 1, 10b)

Alleluia. Onze Heiland Christus Jezus heeft de dood vernietigd, en onvergankelijk leven doen aanlichten door het evangelie. Alleluia.

Evangelie (Mc. 12, 13-17)

In die tijd stuurden de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten enkele Farizeeën en Herodianen op Jezus af om Hem vast te zetten. Dezen kwamen bij Hem met de vraag: “Meester, wij weten dat Gij oprecht zijt en U aan niemand stoort, want Gij ziet de mensen niet naar de ogen, maar leert de weg van God in oprechtheid. Is het geoorloofd belasting te betalen aan de keizer of niet? Zullen we betalen of niet betalen?” Maar Jezus, die hun huichelarij doorzag, antwoordde: “Waarom probeert ge Mij te vangen? Geeft Mij een tienling, dan zal Ik eens zien.” Zij deden het. Jezus vroeg hun nu: “Van wie is deze beeldenaar en het randschrift ?” Ze antwoordden: “Van de keizer.” Daarop sprak Jezus tot hen: “Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt en aan God wat God toekomt.” En ze stonden verwonderd over Hem.

Gebed Geestelijke Communie

Op het moment dat de priester ter communie gaat kan één van de gebeden

op de binnenzijde van het voorblad worden gebeden.

 

Woensdag 3 juni HH. Carolus Lwanga en gezellen, martelaren

Eerste lezing (2 Tim. 1, 1-3.6-12)

Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, volgens de belofte van het leven dat in Christus Jezus is, aan Timóteüs, zijn geliefd kind. Genade, barmhartigheid en vrede voor u vanwege God de Vader en onze Heer Christus Jezus! Het is met dankbaarheid jegens God, die ik evenals mijn voorouders met een zuiver geweten tracht te dienen, dat ik uw naam noem in mijn gebeden, zonder ophouden, dag en nacht. Vergeet niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade, die in u is door de oplegging van mijn handen. Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam u dus niet van onze Heer te getuigen. Schaam u evenmin voor mij, zijn gevangene. Draag uw deel in het lijden voor het evangelie door de kracht van God, die ons gered heeft en geroepen met een heilige roeping, niet op grond van onze verdiensten, maar volgens het vrije besluit van zijn genade. Zijn genade, van alle eeuwigheid ons verleend in Christus Jezus, is nu openbaar geworden door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven deed aanlichten door het evangelie. Van dit evangelie ben ik aangesteld als heraut en apostel en leraar. Daarom moet ik ook deze nieuwe beproeving ondergaan, maar ik schaam er mij niet voor, want ik weet Wie ik mijn vertrouwen heb geschonken, en ik ben ervan overtuigd, dat Hij bij machte is wat mij is toevertrouwd ongerept te bewaren tot aan de grote dag.

Tussenzang (Ps. 123)

Refrein:  Tot U, Heer, sla ik mijn ogen op.

Tot U sla ik mijn ogen op, tot U, die woont in de hemel.

Zoals het oog van de slaaf, gericht op de hand van zijn meester;

Zoals het oog van de dienstmaagd, gericht op haar meesteres;

zo richt zich ons oog op de Heer onze God tot Hij zich om ons bekommert.

Vers voor het evangelie (2 Tim. 1, 10b)

Alleluia. Onze Heiland Christus Jezus heeft de dood vernietigd, en onvergankelijk leven doen aanlichten door het evangelie. Alleluia.

Evangelie (Mc. 12, 18-27)

In die dagen kwamen er Sadduceeën bij Jezus; deze houden dat er geen verrijzenis bestaat. Ze legden Hem daarom de volgende kwestie voor: “Meester, wij zien bij Mozes geschreven staan: Als iemands broer sterft en een vrouw achterlaat, maar geen kinderen, dan moet zijn broer die vrouw nemen om hem een nageslacht te geven. Nu waren er eens zeven broers. De eerste nam een vrouw, maar liet bij zijn dood geen kinderen na. Toen nam de tweede haar, maar ook hij stierf zonder kinderen. Zo ging het ook met de derde; kortom, geen van de zeven liet kinderen na. Het laatste van allen stierf ook de vrouw. Bij de verrijzenis, wanneer zij opstaan, van wie van hen zal zij dan de vrouw zijn? Alle zeven toch hebben haar tot vrouw gehad” Jezus antwoordde: “Zijt gij niet op een dwaalspoor, juist omdat gij nóch de Schrift, nóch Gods macht kent? Wanneer de mensen uit de doden opstaan, huwen zij niet en zij worden niet ten huwelijk gegeven, maar zijn ze als engelen in de hemel. En wat de doden betreft, hebt ge in het boek van Mozes niet gelezen, waar het gaat over de braamstruik, hoe God tot hem zei: Ik ben de God van Abraham, de God van Isaäk en de God van Jakob? Hij is geen God van doden maar van levenden. Ge verkeert in grote dwaling.”

Gebed Geestelijke Communie

moment dat de priester ter communie gaat kan één van de gebeden

op de binnenzijde van het voorblad worden gebeden.

 

Donderdag 4 juni Onze Heer Jezus Christus eeuwige Hogepriester – donderdag na Pinksteren

Eerste lezing (Gen. 22, 9-18)

In die dagen bereikten Abraham en Isaak de plaats die God hun had aangewezen en Abraham bouwde daar een altaar, stapelde er het hout op, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, boven op het hout. Toen Abraham echter zijn hand uitstak naar het mes om daarmee zijn zoon de keel afte snijden, riep de engel van de Heer hem vanuit de hemel toe: “Abraham, Abraham!” En hij antwoordde: “Hier ben ik.” Hij zei: “Raak de jongen met geen vinger aan en doe hem niets! Ik weet nu dat gij God vreest, want gij hebt Mij uw enige zoon niet willen onthouden.” Abraham keek om zich heen en bemerkte een ram, die met zijn horens in het struikgewas vastzat. Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op in plaats van zijn zoon. Abraham noemde de plaats: de Heer zal erin voorzien; vandaar dat men nu nog zegt: Op de berg van de Heer zal erin voorzien worden. Toen riep de engel van de Heer voor de tweede maal uit de hemel tot Abraham en zei: “Bij Mijzelf heb Ik gezworen – zo spreekt de Heer -, omdat gij dit gedaan hebt en Mij uw eigen zoon niet hebt onthouden, daarom zal Ik u overvloedig zegenen en uw nakomelingen talrijker maken dan de sterren aan de hemel en de zandkorrels op het strand van de zee. Uw nakomelingen zullen de poort van hun vijand bezitten. Door uw nakomelingen komt zegen over alle volken van de aarde, omdat gij naar Mij hebt geluisterd.”

Ofwel:

Eerste lezing (Hebr. 10, 4-10)

Broeders en zusters, het is uitgesloten dat het bloed van stieren en bokken zonden zou wegnemen. Daarom zegt Christus dan ook, als Hij in de wereld komt: “Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor Mij een lichaam bereid. Brandoffers en zoenoffers konden U niet behagen. Toen zei Ik: Hier ben Ik. Zoals er in de boekrol over Mij geschreven staat: Ik ben gekomen, o God om uw wil te doen.” Eerst zegt Hij: “Slachtoffers en gaven, brandoffers en zoenoffers hebt Gij niet gewild, die konden U niet behagen”, hoewel de wet voorschrijft dat ze gebracht moeten worden. En dan zegt Hij: “Hier ben Ik, Ik ben gekomen om uw wil te doen”. Hij schaft dus het eerste af om het tweede te laten gelden. Door die wil zijn wij geheiligd, eens voor al, door het offer van het lichaam van Jezus Christus.

Tussenzang (Ps. 40 (30), 7-8a.8b-9.l0-11ab.17)

Refrein:  Zie, ik kom, Heer, om uw wil te doen.

Gij hebt geen offer of geschenk gewild, Gij hebt mijn oor geopend;

Gij vraagt geen brandoffer, geen zoenoffer van mij, dus zei ik: ‘Ja, ik kom!’

Want in de boekrol staat van mij geschreven dat ik uw wil volbreng.

Mijn God, dat is het wat ik wil, uw wet staat in mijn hart geschreven.

Aan velen heb ik uw rechtvaardigheid bekendgemaakt, ik hield mijn lippen niet gesloten, Heer, Gij weet het.

Nooit heb ik uw rechtvaardigheid verborgen in mijn hart, uw trouw, uw bijstand heb ik steeds verkondigd.

Laat jubelen van blijdschap, die U zoeken, en steeds getuigen: ‘Groot is God!’, die uitzien naar uw heil.

Vers voor het evangelie (Fil. 2, 8-9)

Alleluia. Christus is voor ons gehoorzaam geworden tot de dood, tot de dood aan een kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen is. Alleluia.

Evangelie (Mt. 26, 36-42)

Toen Jezus met zijn leerlingen aan een landgoed kwam dat Getsemane heette, sprak Hij tot zijn leerlingen: “Blijft hier zitten, terwijl Ik ginds ga bidden.” Petrus en de twee zonen van Zebedeüs nam Hij echter met zich mee. Hij begon bedroefd en beangst te worden. Toen sprak Hij tot hen: “Ik ben bedroefd tot stervens toe. Blijft hier en waakt met Mij.” Nadat Hij een weinig verder was gegaan, wierp Hij zich plat ter aarde en bad: “Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet zoals Ik wil, maar zoals Gij wilt.” Toen ging Hij naar zijn leerlingen en vond hen in slaap; en Hij sprak tot Petrus: “Ging het dan uw krachten te boven één uur met Mij te waken? Waakt en bidt, dat gij niet op de bekoring ingaat. De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.” Hij verwijderde zich voor de tweede keer en weer bad Hij: “Vader, als het niet mogelijk is dat die beker voorbijgaat zonder dat Ik hem drink: dat dan uw wil geschiede.”

Gebed Geestelijke Communie

Op het moment dat de priester ter communie gaat kan één van de gebeden

op de binnenzijde van het voorblad worden gebeden.

 

Vrijdag 5 juni HH. Bonifatius, bisschop, en gezellen, martelaren

Eerste lezing (2 Tim. 3, 10-17)

Dierbare, gij echter zijt mij trouw gevolgd: in mijn leer, mijn manier van leven, mijn plannen, in mijn geloof, geduld, liefde en volharding; ook in de vervolgingen en het lijden, zoals die mij zijn overkomen in Antiochië, Ikonium en Lystra. Wat voor vervolgingen heb ik al niet moeten verduren! Maar de Heer heeft mij uit alles gered. Trouwens, allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden, terwijl deugnieten en charlatans van kwaad tot erger komen, anderen misleidend en zichzelf. Blijf gij echter bij de leer, die gij gelovig hebt aanvaard. Bedenk wie het waren, die u onderricht hebben en hoe gij van kindsbeen af vertrouwd zijt met de heilige geschriften; daaruit kunt gij de wijsheid putten, die u leidt tot het heil, door het geloof in Christus Jezus. Elk door God geïnspireerd geschrift dient ook om te onderrichten in de waarheid en de dwalingen te weerleggen, om de zeden te verbeteren en de mensen op te voeden tot een rechtschapen leven, zodat de man Gods voor zijn taak berekend is en toegerust voor elk goed werk.

Tussenzang (Ps. 119)

Refrein:  Zij die uw wet liefhebben, leven in vrede.

Met velen zijn mijn vervolgers en kwellers, toch wijk ik van wat Gij verordent niet af.

Uw woord berust op betrouwbaarheid en eeuwig is wat Gij rechtvaardig bepaalt.

Vorsten vervolgen mij zonder reden, maar slechts voor uw woord is mijn hart beducht.

Zij die uw wet liefhebben leven in vrede, zij struikelen niet op hun weg.

Ik stel mijn vertrouwen, Heer, op uw bijstand, ik doe al wat Gij gebiedt.

Ik houd mij aan wat Gij gebiedt en voorschrijft, want al mijn wegen zijn U bekend.

Vers voor het evangelie (Ps. 119, 105)

Alleluia. Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer, het is een licht op mijn pad. Alleluia.

Evangelie (Mc. 12, 35-37)

Bij zijn onderricht in de tempel wierp Jezus eens de vraag op: “Hoe kunnen de schriftgeleerden zeggen, dat de Messias Zoon van David is? David heeft zelf gezegd, door de heilige Geest bewogen: De Heer heeft gesproken tot mijn Heer: zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten heb gelegd. Als David zelf Hem Heer noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?” Het merendeel van het volk luisterde graag naar Hem.

Gebed Geestelijke Communie

Op het moment dat de priester ter communie gaat kan één van de gebeden

op de binnenzijde van het voorblad worden gebeden.

 

Zaterdag 6 juni H. Norbertus, bisschop

Eerste lezing (2 Tim. 4, 1-8)

Dierbare, ik bezweer u voor het aanschijn van God en van Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen bij zijn verschijning en bij zijn koningschap: verkondig het woord, dring aan, te pas en te onpas, weerleg, berisp, bemoedig, in één woord, geef uw onderricht met groot geduld. Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen. Zij zullen zich een menigte leraars aanschaffen naar eigen smaak, die hun naar de mond praten. En zij zullen hun oren sluiten voor de waarheid om te luisteren naar allerlei mythen. Maar gij, blijf nuchter bij dit alles, aanvaard uw lijden, doe het werk van een evangelist, wijd u geheel aan uw dienst. Want wat mij betreft, mijn bloed wordt weldra geplengd, het uur van mijn heengaan is nabij. Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop voleind, het geloof bewaard. Nu wacht mij de krans der gerechtigheid waarmee de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij zal belonen op de grote dag, en niet alleen mij, maar allen die met liefde uitzien naar zijn komst.

Tussenzang (Ps. 71)

Refrein:  Ik zal uw rechtvaardigheid prijzen, Heer.

Mijn mond was vervuld van uw lof, U prijs ik van vroeg tot laat.

Verwerp mij nu niet in mijn ouderdom, laat mij niet los, nu mijn krachten bezwijken.

Maar ik blijf steeds vol vertrouwen, draag elke dag bij tot uw lof.

Ik zal uw rechtvaardigheid prijzen, uw bijstand de hele dag.

Gods macht zal ik alom verhalen en uw gerechtigheid loven, Heer.

Van jongsaf heb ik het ondervonden, en nu nog prijs ik uw daden.

Dan zal ik bij harpspel uw trouw bezingen, met citerspel Israëls Heilige loven. 

Vers voor het evangelie (Jak. 1, 21)

Alleluia. Neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan dat in u werd geplant, en de kracht bezit uw zielen te redden. Alleluia.

Evangelie (Mc. 12, 38-44)

In die tijd gaf Jezus bij zijn onderricht ook deze waarschuwing: “Wacht u voor de schriftgeleerden, die graag in lange gewaden rondlopen, die zich laten groeten op de markt, belust zijn op de voornaamste zetels in de synagogen en op de ereplaatsen bij de maaltijden, maar die de huizen der weduwen opslokken, terwijl ze voor de schijn lange gebeden verrichten; over deze mensen zal een strenger vonnis worden uitgesproken.” Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp, terwijl menige rijke er veel in liet vallen. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee penningen, ter waarde van een cent, in wierp. Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: “Voorwaar, Ik zeg u die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen, die iets in de offerkist wierpen; allen wierpen ze er iets in van hun overvloed, maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.”

Gebed Geestelijke Communie

Op het moment dat de priester ter communie gaat kan één van de gebeden

op de binnenzijde van het voorblad worden gebeden.

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Noveengebed

om bescherming tegen het coronavirus

 

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood,

Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven

en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon.

Daarom komen wij vol vertrouwen tot u

en wij vragen door U aan de Heer:

 

Bevrijd ons land van de Corona-epidemie,

genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen.

Geef wijsheid aan onze bestuurders en geef dat wij spoedig

weer kunnen samenkomen om ons geloof te vieren.

 

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet.

Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten,

geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen,

geef ons licht waar het donker is.

 

Maria, bescherm ons en onze dierbaren,

geef ons overgave aan de wil van de Vader

en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon.

Amen

Imprimatur: Haarlem, 14 maart 2020 +Johannes Hendriks

 

Regina caeli

Regína caeli, laetáre, allelúia

Quia quem meruísti portáre, allelúia

Resurréxit sicut dixit, allelúia

Ora pro nobis Deum, allelúia

Gaude et laetáre, Virgo María, allelúia

Quia surréxit Dóminus vere, allelúia

 

Orémus

Deus qui per resurrectiónem Fílii tui

Dómini nostri Iesu Christi

Mundum laetificáre dignátus es

Praesta, quaésumus

Ut per eius Genetrícem Vírginem Maríam

Perpétuae capiámus gaúdia vitae

Per Christum Dóminum nostrum

Amen

 

Koningin des Hemels

Koningin des hemels, verheug u, alleluja

Omdat Hij, die gij waardig geweest zijt te dragen, alleluja

Verrezen is, zoals Hij gezegd heeft, alleluja

Bid God voor ons, alleluja

Verheug en verblijd u, Maagd Maria, alleluja

Want de Heer is waarlijk verrezen, alleluja

 

Laat ons bidden

God, door de verrijzenis van uw Zoon

Jezus Christus onze Heer

hebt Gij de vreugde geschonken aan de wereld

Wij bidden U

laat ons door zijn moeder, de maagd Maria

eenmaal komen tot de vreugde van het eeuwig leven

Door Christus onze Heer

 

Amen

 

Dagelijks Brood is een uitgave van

het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood

(teksten:Dionysius Parochie )

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom op:

IBAN NL42 RABO 0120 5023 99

t.n.v. Diocesaan Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood

Hartelijk dank voor uw gave

Verdere info: OLV ter Nood