Dagelijks Brood, lezingen van de dag 3 januari – 9 januari 2020

dagelijks-brood-drie-koningen-olvternood

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 3 januari – 9 januari 2020

Week van de kersttijd na Epifanie

Zondag 3 januari OPENBARING DES HEREN, Driekoningen Hoogfeest

Eerste lezing (Jes. 60, 1-6)

De glorie van de Heer is over u opgegaan

Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem, want de Zon gaat over u op en de glorie van de Heer begint over u te schijnen. Want zie: duisternis bedekt de aarde, het donker de volkeren, maar over u gaat de Heer op en zijn glorie is boven u verschenen. Volkeren komen af op uw licht, koningen op de luister van uw dageraad. Sla uw ogen op en zie om u heen: van overal stromen ze naar u toe, uw zonen komen van verre, uw dochters draagt men op de arm. Bij het zien hiervan zult gij met blijdschap worden vervuld en uw hart zal bonzen en wijd worden van vreugde. Want de schatten der zee gaan over in uw bezit, de rijkdommen der volkeren worden aan u afgedragen. Een zee van kamelen bedekt u, jonge kamelen van Midjan en Efa. Alle bewoners van Sjeba trekken naar u toe; ze voeren goud en wierook aan en verkondigen luid de roem van de Heer.

Tussenzang (Ps. 72, 2.7-8.10-11.12-13)

Refrein:  Alle volken der aarde huldigen U, Heer.

Mijn God, verleen de koning uw wijsheid, de koningszoon uw rechtvaardigheid.

Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien en welvaart alom tot het einde der maanden.

Regeren zal hij van zee tot zee, vanaf de Rivier tot de grens van de aarde.

Vorsten van Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken, Arabische heersers en Ethiopen betalen hem cijns.

Hem huldigen alle vorsten der aarde en alle volkeren dienen hem.

De arme die steun vraagt zal hij bevrijden, de ongelukkige zonder hulp.

Hij zal zich ontfermen over misdeelden, de zwakken schenkt hij weer levensmoed.

Tweede lezing (Ef. 3, 2-3a.5-6)

Thans is geopenbaard dat de heidenen medeërfgenamen zijn van de belofte

Broeders en zusters, gij hebt vernomen hoe zich de genade Gods heeft verwezenlijkt die mij met het oog op u gegeven is; door openbaring is mij de kennis van het geheim meegedeeld, zoals ik het reeds in het kort heb beschreven. Nooit is het onder vroegere geslachten aan de kinderen der mensen bekend gemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: dat heidenen in Christus Jezus medeërfgenamen zijn, medeleden en mededeelgenoten van de belofte door middel van het evangelie.

Vers voor het evangelie (Mt. 2, 2)

Alleluia. Wij hebben zijn ster in het oosten gezien en komen de Heer onze hulde brengen. Alleluia.

Evangelie (Mt. 2, 1-12)

Wij komen uit het oosten om de koning hulde te brengen

Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was, ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: “Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.” Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor waar de Christus moest geboren worden. Zij antwoordden hem: “Te Betlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: En gij Betlehem, landstreek van Juda, gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman te voorschijn treden, die herder zal zijn over mijn volk Israël.” Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht: “Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind, en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan, opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.” Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.

Maandag 4 januari                                                                                

Eerste lezing (1 Joh. 3, 22 – 4, 6)

Onderzoekt de geesten of ze wel van God komen

Vrienden, wij krijgen van God alles wat wij vragen, omdat wij zijn geboden onderhouden en doen wat Hem aangenaam is. En dit is zijn gebod: van harte geloven in zijn Zoon Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons bevolen heeft. Wie zijn geboden onderhoudt, blijft in God en God blijft in hem. En dat Hij in ons woont, weten we door de Geest, die Hij ons gegeven heeft. Vrienden, vertrouwt niet elke geest. Onderzoekt de geesten of ze wel van God komen, want onder hen, die tot de wereld zijn uitgegaan, zijn veel valse profeten. Hieraan onderkent gij de Geest van God: iedere geest, die belijdt dat Jezus Christus werkelijk mens is geworden, is van God; maar iedere geest die Jezus neerhaalt, is niet van God en dat is de eigenlijke ‘antichrist’. Men heeft u gezegd, dat hij komen zou, maar hij is reeds in de wereld, nu al. Kinderen, gij hoort bij God en gij zijt sterker dan de leugenprofeten, want Hij die u bezielt is machtiger dan hij die de wereld beheerst. Zij horen bij de wereld, daarom ontlenen zij hun leer ook aan de wereld en luistert de wereld naar hen. Maar wij horen bij God en wie God werkelijk kent, luistert naar ons. Wie niet van God is, weigert naar ons te luisteren. Zo onderscheiden wij de geest der waarheid van de geest der dwaling.

Tussenzang (Ps. 2, 7-8.10-11)

Refrein:  Ik geef u de volken als erfdeel.

Dit is het besluit van de Heer: Hij sprak tot mij: gij zijt mijn zoon, ik heb u heden verwekt.

Vraag Mij, Ik geef u de volken als erfdeel, schenk u de aarde als eigendom.

Weest nu verstandig, gij vorsten, heersers der aarde, weet wat gij doet!

Dient de Heer met ontzag, kust Hem bevend de voeten.

Vers voor het evangelie (Mt. 4, 16)

Alleluia. Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht aanschouwd; en over hen die in het land van de schaduw van de dood gezeten hebben, over hen is een licht opgegaan. Alleluia.

Evangelie (Mt. 4, 12-17.23-25)

Het Rijk der hemelen is nabij

Toen Jezus vernam dat Johannes was gevangen genomen, week Hij uit naar Galilea. Met voorbijgaan echter van Nazaret, vestigde Hij zich in Kafárnaüm, aan de oever van het meer, in het grensgebied van Zebulon en Naftali, opdat in vervulling zou gaan het woord van de profeet Jesaja: “Land van Zebulon, land van Naftali, liggend aan de zee, Overjordanië: Galilea van de heidenen! Het volk dat in de duisternis zat, heeft een groot licht aanschouwd; en over hen die in het land van de schaduw van de dood gezeten hebben, over hen is een licht opgegaan.” Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: “Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij.” Jezus trok rond door geheel Galilea, terwijl Hij als leraar optrad in hun synagogen, de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk en alle ziekten en alle kwalen onder het volk genas. Zijn faam ging uit over geheel Syrië en men bracht allen tot Hem, die er slecht aan toe waren, die door velerlei ziekten en pijnen gekweld werden, bezetenen, lijders aan vallende ziekte en lammen. En Hij genas hen. Grote volksmenigten uit Galilea en Dekápolis uit Jeruzalem, Judea en het Overjordaanse sloten zich bij Hem aan.

Dinsdag 5 januari                                                                                   

Eerste lezing (1 Joh. 4, 7-10)

De liefde komt van God

Vrienden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft is een kind van God en kent God. De mens zonder liefde kent God niet, want God is liefde. En de liefde die God is heeft zich onder ons geopenbaard, doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft om ons het leven te brengen. Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen.

Tussenzang (Ps. 72, 2.3-4ab.7-8)

Refrein: Hem huldigen alle vorsten der aarde en alle volkeren dienen Hem.

Mijn God, verleen de koning uw wijsheid, de koningszoon uw rechtvaardigheid.

Hij moge uw volk rechtvaardig besturen, uw armen met billijkheid.

Dan stroomt de vrede omlaag van de bergen, en van de heuvels het recht.

Hij zal het geringe volk beschermen, de zonen der armen verlossen.

Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien en welvaart alom tot het einde der maanden.

Regeren zal Hij van zee tot zee, vanaf de Rivier tot de grens van de aarde.

Vers voor het evangelie (Lc. 7, 16)

Alleluia. Een groot profeet is onder ons opgestaan; God heeft genadig neergezien op zijn volk. Alleluia.

Evangelie (Mc. 6, 34-44)

Door de broodvermeningvuldiging openbaart Jezus zich als profeet

In die tijd zag Jezus een grote menigte. Hij gevoelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder; en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten. Toen het al laat was geworden, kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en zeiden: “Deze plek is eenzaam en het is al laat. Stuur hen weg om naar de hoeven en dorpen in de omtrek te gaan en daar eten te kopen.” Maar Hij gaf hun ten antwoord: “Geeft gij hun maar te eten.” Zij zeiden Hem daarop: “Moeten wij dan voor tweehonderd denariën brood gaan kopen om hun te eten te geven?” Hij zeide tot hen: “Hoeveel broden hebt ge? Gaat eens kijken.” Na zich op de hoogte gesteld te hebben, zeiden ze: “Vijf, en twee vissen.” Nu gaf Hij hun opdracht te zeggen, dat allen zich groepsgewijze zouden neerzetten op het groene gras. Zij gingen zitten in groepen van honderd en van vijftig. Hij nam de vijf broden en de twee vissen, sloeg de ogen ten hemel, sprak de zegen uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de mensen voor te zetten; ook de twee vissen verdeelde Hij onder allen. Allen aten tot zij verzadigd waren. Men haalde aan brokken en aan wat er aan vis over was twaalf volle korven op. Het waren vijfduizend mannen, die van de broden gegeten hadden.

Woensdag 6 januari                                                                              

Eerste lezing (1 Joh. 4, 11-18)

Als wij elkaar liefhebben woont God in ons

Vrienden, als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben, woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. Dit is het bewijs dat wij in Hem verblijven, zoals Hij verblijft in ons, dat Hij ons deel heeft gegeven aan zijn Geest. En wij, wij hebben gezien en wij getuigen dat de Vader zijn Zoon heeft gezonden om de Heiland van de wereld te zijn. Als iemand erkent dat Jezus de Zoon van God is, woont God in hem en woont hij in God. Zo hebben wij de liefde leren kennen, die God voor ons heeft en wij geloven in haar. God is liefde: wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem. Onze liefde is volmaakt als wij vertrouwvol uitzien naar de dag van het oordeel, omdat wij in deze wereld leven volgens het voorbeeld van Christus. Liefde laat geen ruimte voor vrees. De volmaakte liefde drijft de vrees uit, want vrees duidt op straf en wie vreest is niet volgroeid in de liefde.

Tussenzang (Ps. 72, 2.10.12-13)

Refrein:  Hem huldigen alle vorsten der aarde en alle volkeren dienen Hem.

Mijn God, verleen de koning uw wijsheid, de koningszoon uw rechtvaardigheid.

Hij moge uw volk rechtvaardig besturen, uw armen met billijkheid.

Vorsten van Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken,

Arabische heersers en Ethiopen betalen Hem cijns.

De arme die steun vraagt zal Hij bevrijden, de ongelukkige zonder hulp.

Hij zal zich ontfermen over misdeelden, de zwakken schenkt Hij weer levensmoed.

Vers voor het evangelie (Mt. 4, 23)

Alleluia. Jezus verkondigde de Blijde Boodschap van het koninkrijk en alle ziekten en alle kwalen onder het volk genas Hij. Alleluia.

Evangelie (Mc. 6, 45-52)

Jezus bedaart de storm en loopt over het meer

Na de broodvermenigvuldiging dwong Jezus onmiddellijk zijn leerlingen in de boot te gaan en alvast naar de overkant te varen, naar Betsaïda, terwijl Hij het volk naar huis zou zenden. Na afscheid van hen genomen te hebben, ging Hij de berg op om te bidden. Toen de avond viel, bevond de boot zich midden op het meer en was Hij alleen aan land. Omdat Hij zag, dat zij zich aftobden om vooruit te komen – de wind zat hun tegen – kwam Hij omstreeks de vierde nachtwake te voet over het meer naar hen toe; en Hij wilde hen voorbijgaan. Maar toen zij Hem zo over het meer zagen gaan, meenden zij dat het een spook was en ze schreeuwden het uit. Want allen zagen Hem en raakten van streek. Maar onmiddellijk begon Hij met hen te spreken en zei hun: “Weest gerust, Ik ben het. Vreest niet.” Hij klom bij hen in de boot en de wind ging liggen. Zij raakten buiten zichzelf van verbazing, want zij waren door het gebeurde met de broden niet tot inzicht gekomen, maar hun geest was verblind.

Donderdag 7 januari                                                                             

Eerste lezing (1 Joh. 4, 19 – 5, 4)

Wie God liefheeft moet ook zijn broeder liefhebben

Vrienden, wij hebben lief, omdat God ons het eerst heeft liefgehad. Maar als iemand zegt, dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want als hij zijn broeder, die hij ziet niet liefheeft, kan hij niet God liefhebben, die hij nooit heeft gezien. Dit gebod hebben wij dan ook van Hem gekregen: wie God liefheeft moet ook zijn broeder liefhebben. Iedereen die gelooft dat Jezus de verlosser is, is een kind van God. Welnu, wie de vader liefheeft, bemint ook het kind. Willen wij God liefhebben en zijn geboden onderhouden, dan moeten wij ook Gods kinderen liefhebben. Dat is onze maatstaf. God beminnen wil zeggen zijn geboden onderhouden, en zijn geboden zijn niet moeilijk te onderhouden, want ieder die uit God geboren is overwint de wereld. En het wapen waarmee wij de wereld overwinnen is geen ander dan ons geloof.

Tussenzang (Ps. 72, 2.14.15bc.17)

Refrein:  Hem huldigen alle vorsten der aarde en alle volkeren dienen Hem.

Mijn God, verleen de koning uw wijsheid, de koningszoon uw rechtvaardigheid.

Hij moge uw volk rechtvaardig besturen, uw armen met billijkheid.

Vorsten van Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken,

Arabische heersers en Etiopen betalen Hem cijns.

In dankbaar gebed zal men Hem gedenken, Hem zegenen iedere dag.

Voor eeuwig blijve zijn naam geprezen, in ere zolang als er dagen zijn.

Zijn naam zij een zegen voor alle stammen, bij alle volken met lof vermeld.

Vers voor het evangelie (Lc. 4, 18-19)

Alleluia. De Heer heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, en aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken. Alleluia.

Evangelie (Lc. 4, 14-22a)

Het Schriftwoord dat gij gehoord hebt is thans in vervulling gegaan

In die tijd keerde Jezus in de kracht van de Geest terug naar Galilea en men sprak over Hem in heel de streek. Hij trad nu op als leraar in hun synagogen en werd algemeen geprezen. Zo kwam Hij ook in Nazaret, waar Hij was grootgebracht. Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen. Ze reikten Hem de boekrol van de profeet Jesaja aan. Hij opende de rol en vond de plaats waar geschreven stond: De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer. Daarop rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten. In de synagoge waren aller ogen gespannen op Hem gevestigd. Toen begon Hij hen toe te spreken: “Het Schriftwoord, dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan.” Allen betuigden Hem hun instemming en verbaasden zich, dat woorden, zo vol genade uit zijn mond vloeiden.

Vrijdag 8 januari                                                                                    

Eerste lezing (1 Joh. 5, 5-13)

Er zijn drie getuigen: de Geest, het water en het bloed

Vrienden, niemand kan de wereld overwinnen, dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is. Hij is het die gekomen is met water en bloed, Jezus Christus. Hij is gekomen niet door water alleen, maar door water en door bloed. De Geest betuigt het, omdat de Geest de waarheid is. Want er zijn drie getuigen, de Geest, het water en het bloed en deze drie stemmen overeen. Als wij het getuigenis van mensen aannemen, dan zeker dat van God, dat zoveel groter gezag heeft; God zelf waarborgt dit getuigenis, dat Hij heeft afgelegd aangaande zijn Zoon. Wie in de Zoon van God gelooft, draagt Gods getuigenis in zijn hart. Wie God geen geloof schenkt, maakt Hem tot een leugenaar, want hij weigert Gods eigen getuigenis over zijn Zoon te aanvaarden. En dit is de zin van het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft leven gevonden; wie de Zoon van God niet heeft, heeft ook het leven niet. Ik heb u deze brief geschreven om u er van te overtuigen, dat gij eeuwig leven hebt, gij allen die waarachtig gelooft in de Zoon van God.

Tussenzang (Ps. 147, 12-13.14-15.19-20)

Refrein:  Loof nu de Heer, Jeruzalem!

Of : Alleluia.

Loof nu de Heer, Jeruzalem, Sion, verheerlijk uw God!

Want Hij heeft uw poorten stevig gegrendeld, uw zonen gezegend binnen uw muur.

Hij laat u in vrede uw akkers bebouwen en voedt u met tarwebloem.

Hij zendt zijn bevel uit over de aarde en haastig rept zich zijn woord.

Hij is het die Jakob zijn woord heeft gezonden, zijn wet en geboden voor Israël.

Nooit was er een volk, dat Hij zo heeft behandeld, geen ander maakt Hij zijn wegen bekend.

Vers voor het evangelie (Mt. 4, 23)

Alleluia. Jezus verkondigde de Blijde Boodschap van het koninkrijk en alle ziekten en alle kwalen onder het volk genas Hij. Alleluia.

Evangelie (Lc. 5, 12-16)

En terstond verdween de melaatsheid van hem

Terwijl Jezus eens in een van de steden vertoefde, trof Hij een man aan, die overdekt was met melaatsheid. Toen deze Jezus zag, wierp hij zich ter aarde neer en smeekte Hem: “Heer, als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.” Jezus stak de hand uit, raakte hem aan en sprak: “Ik wil, word rein.” En terstond verdween de melaatsheid. Jezus verbood hem het aan iemand te zeggen. “Maar – zo zei Hij – ga u laten zien aan de priester en offer voor uw reiniging, zoals Mozes heeft voorgeschreven om hun het bewijs te leveren.” In steeds wijder kring werd over Hem gesproken en grote volksmenigten stroomden samen om Hem te horen en om van hun kwalen genezen te worden. Hij trok zich telkens in de eenzaamheid terug om te bidden.

Zaterdag 9 januari                                                                                 

Eerste lezing (1 Joh. 5, 14-21)

God luistert naar ons als wij Hem iets vragen

Vrienden, ons vertrouwen op God geeft ons de zekerheid, dat Hij naar ons luistert als wij Hem iets vragen overeenkomstig zijn wil. En als wij weten, dat Hij naar al ons vragen luistert, mogen wij er ook zeker van zijn, dat onze gebeden al zijn verhoord. Als iemand zijn broeder een zonde ziet bedrijven, die niet voert tot de dood, moet hij voor zijn broeder bidden en God zal hem in leven houden, dat wil zeggen, als zijn zonde hem niet doodt. Want er is een zonde, die voert tot de dood; hiervoor geldt mijn aansporing om te bidden niet. Maar hoewel elke verkeerde daad zonde is, brengt niet elke zonde de dood. Wij weten, dat een kind van God niet zondigt; de Zoon van God behoedt hem en de boze heeft geen vat op hem. Wij weten, dat wij bij God horen, terwijl de hele wereld in de macht van de boze ligt. Wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en dat Hij ons inzicht gegeven heeft om de waarachtige God te kennen, en wij zijn in de waarachtige God, want wij zijn in Jezus Christus, zijn Zoon. Dit is de ware God, dit is eeuwig leven! Kinderen, wacht u voor valse goden.

Tussenzang (Ps. 149, 1-2.3-4.5.6a.9b)

Refrein:  Onze Heer, die zijn volk bemint, omkranst de verdrukte met zegekransen.

Of: Alleluia.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zijn lof weerklinke te midden der zijnen.

Israël juiche zijn Schepper toe, laat Sions zonen hun koning begroeten.

Looft zijn Naam in een heilige dans, bespeelt voor Hem harp en citer.

Want onze Heer, die zijn volk bemint, omkranst de verdrukte met zegekransen.

Jubelt dus, heiligen, om uw triomf, viert feest in uw legerplaatsen.

Voltrek aan hen het vonnis van God, de taak die zijn vromen tot eer strekt.

Vers voor het evangelie (cf. 1 Tim. 3, 16)

Alleluia. Geprezen zij de Heer, omdat Hij verkondigd werd onder de volken; geprezen zij de Heer, omdat Hij geloofd werd in de wereld. Alleluia.

Evangelie (Joh. 3, 22-30)

De vriend van de bruidegom is vol blijdschap wanneer hij de stem van de bruidegom verneemt

In die tijd ging Jezus met zijn leerlingen het land van Judea in, bleef daar enige tijd met hen en doopte er. Ook Johannes diende te Enon bij Salem het doopsel toe, omdat daar veel water was; men ging daarheen om zich te laten dopen. Johannes was namelijk nog niet in de gevangenis geworpen. Enige leerlingen uit de kring van Johannes geraakten in een twistgesprek met een Jood over reinigingskwesties. Zij gingen naar Johannes en zeiden hem: “Rabbi, de man die met u was aan de overkant van de Jordaan en over wie gij een getuigenis hebt gegeven: nu Hij aan het dopen is, lopen ze allemaal naar Hèm toe.” Johannes gaf hun ten antwoord: “Een mens kan zich niets toeëigenen, tenzij het hem vanuit de hemel gegeven is. Gij zijt zelf mijn getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Messias niet, maar een gezondene om voor Hem uit te gaan. De bruidegom is hij, die de bruid heeft, maar de vriend van de bruidegom, die staat te luisteren of hij hem hoort, is al vol blijdschap, wanneer hij de stem van de bruidegom verneemt. Zo nu is mijn vreugde en ze is volkomen. Hij moet groter worden, maar ik kleiner.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad”  (Psalm 119)

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.