Dagelijks Brood, lezingen van de dag 29 juni – 4 juli 2020

petrus-&-paulus-catacomben-rome-olv-ter-nood-heiloo

(Afbeelding: HH. Petrus en Paulus uit een wand tekening van een catacombe 4e eeuw.)

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 29 juni – 4 juli 2020

13e week door het jaar

Je kunt het boekje downloaden via deze link.

Viert met ons mee de Heilige Mis via YouTube kanaal OLV ter Nood

 

Maandag 29 juni   HH. PETRUS EN PAULUS, Apostelen, Hoogfeest

Eerste lezing (Hand. 12, 1-11)

Nu weet ik zeker dat de Heer mij heeft ontrukt aan de macht van Herodes

In die dagen legde koning Herodes de hand op enkele leden van de kerk om hen te mishandelen: Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen. Omdat hij bemerkte dat dit de joden aangenaam was, liet hij ook nog Petrus gevangen nemen. Het was juist in de dagen van het ongedesemde brood. Toen hij hem in handen had gekregen, wierp hij hem in de gevangenis en liet hem bewaken door vier groepen soldaten, elk van vier man; het was zijn bedoeling Petrus na het paasfeest voor het volk te leiden. Terwijl Petrus in de gevangenis zat, werd door de kerk vurig voor hem tot God gebeden. In de nacht vóórdat Herodes hem wilde laten voorleiden, lag Petrus met twee kettingen vastgebonden, te slapen tussen twee soldaten, terwijl ook voor de poort van de gevangenis wacht werd gehouden. Opeens stond een engel des Heren bij hem en was de cel hel verlicht. Hij stootte Petrus in de zij, wekte hem en sprak: “Sta vlug op.” Meteen vielen de kettingen van zijn handen. Vervolgens zei de engel: “Doe uw gordel om en bind uw sandalen onder.” Petrus deed het. De engel hernam: “Sla uw mantel om en volg mij.” Hij ging mee naar buiten zonder nog te beseffen dat het werkelijkheid was wat de engel deed: hij meende een visioen te zien. Zij passeerden de eerste en de tweede wacht en kwamen aan de ijzeren poort, die toegang gaf tot de stad; deze ging vanzelf voor hen open. Zij traden naar buiten, liepen een straat ver en eensklaps was de engel verdwenen. Toen kwam Petrus tot zichzelf en zei: “Nu weet ik zeker, dat de Heer zijn engel heeft gezonden en mij heeft ontrukt aan de macht van Herodes en aan alles wat het volk der Joden verwachtte.”

Tussenzang (Ps. 34, 2-3, 4-5, 6-7, 8-9)

Refrein: De Heer heeft mij gered uit al wat ik vreesde.
De Heer zal ik prijzen iedere dag, zijn lof ligt mij steeds op de lippen.
Mijn geest is fier op de gunst van de Heer, laat elk die het hoort zich verheugen.
Verheerlijkt de Heer te zamen met mij en laat ons eendrachtig zijn Naam vereren.
Ik ging tot de Heer en Hij heeft mij verhoord, Hij heeft mij gered uit al wat ik vreesde.
Verlaat u op Hem, dan wordt ge gelukkig, want Hij stelt u niet teleur.
Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer en redt hen uit hun ellende.
De engel van God legt een schans om hen heen, om elk die God vreest te beschermen.
Let op en bemerkt hoe genadig de Heer is, gelukkig is hij die zijn heil zoekt bij Hem.

Tweede lezing (2 Tim. 4, 6-8.17-18)

Nu wacht mij de krans der gerechtigheid

Dierbare, wat mij betreft, mijn bloed wordt weldra geplengd, het uur van mijn heengaan is nabij. Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop voleind, het geloof bewaard. Nu wacht mij de krans der gerechtigheid waarmee de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij zal belonen op de grote dag, en niet alleen mij, maar allen die met liefde uitzien naar zijn komst. De Heer heeft mij terzijde gestaan en mij kracht gegeven om mijn ambt als prediker van het evangelie ten einde toe te vervullen, zodat alle volken ervan horen, en ik werd verlost uit de muil van de leeuw. De Heer zal mij blijven beschermen tegen alle boze aanslagen en mij behouden overbrengen naar zijn hemels koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid in de eeuwen der eeuwen! Amen.

Vers voor het evangelie (Mt. 16, 18)

Alleluia. Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Alleluia.

Evangelie (Mt. 16, 13-19)

Gij zijt Petrus en Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen
In die tijd, toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was, stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: “Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?” Zij antwoordden: “Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten.” “Maar gij -sprak Hij tot hen- wie zegt gij dat Ik ben?” Simon Petrus antwoordde: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” Jezus hernam: “Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is. Op mijn beurt zeg Ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn.”

Dinsdag 30 juni HH. Eerste Martelaren van de kerk van Rome

Eerste lezing (Am. 3, 1-8; 4, 11-12)

God de Heer heeft gesproken: wie zou er niet profeteren
Hoort het woord dat de Heer spreekt over u, de zonen van Israël, over heel het geslacht, dat Hij uit Egypte heeft geleid: “U alleen heb Ik uitverkoren onder al de geslachten der aarde; daarom roep Ik u ook ter verantwoording voor al uw ongerechtigheden! Gaan er ooit twee mensen samen op weg zonder dat zij elkaar gevonden hebben? Brult ooit een leeuw in het woud zonder dat hij een prooi heeft? Of gromt er een leeuwenjong in zijn hol zonder dat het iets te pakken heeft gekregen? Schiet een vogel omlaag naar de knip op de grond zonder dat daar een lokaas ligt? Of wordt de knip van de grond opgenomen zonder dat er iets gevangen is? Wordt in een stad de bazuin gestoken zonder dat de bewoners beven? Gebeurt er ooit in een stad een ramp zonder dat de Heer daar de hand in heeft? Zo ook doet God de Heer nooit iets zonder dat Hij zijn besluit onthult aan zijn dienaars, de profeten. De leeuw heeft gebruld wie zou er niet vrezen? God de Heer heeft gesproken wie zou er niet profeteren?” En verder spreekt de Heer: “Ik heb u ondersteboven gekeerd, even geweldig als Sodom en Gomorra; als een geblakerd stuk hout zijt gij geworden dat aan de brand ontrukt is, maar gij hebt u niet tot Mij bekeerd. Daarom zal Ik zo met u handelen, Israël. En omdat Ik zo met u zal handelen, moet gij, Israël, u gereedmaken om voor uw God te verschijnen.”

Tussenzang (Ps. 5, 5-6, 7, 8)

Refrein: Geleid mij, Heer, langs veilige wegen.
Reeds vroeg in de morgen hoort Gij mijn stem, reeds vroeg mijn hoop en verlangen.
Gij zijt toch geen God die onrecht verdraagt, bij U kan geen booswicht vertoeven
Geen zondaar kan U in de ogen zien, Gij haat hen die onrecht bedrijven.
Die leugentaal spreken vernietigt Gij, Gij gruwt van bloeddorst en wreedheid.
Maar ik, door uw rijke genade, mag binnengaan in uw huis.
Ik werp mij neer voor uw tempel in eerbied voor U, mijn Heer.

Vers voor het evangelie (Ps. 130, 5)

Alleluia. Op de Heer stel ik mijn hoop, op zijn woord vertrouw ik. Alleluia.

Evangelie (Mt. 8, 23-27)

Jezus richtte zich met een dwingend woord tot de winden en de zee, en het water werd volmaakt stil
Toen Jezus in de boot stapte volgden zijn leerlingen Hem. Opeens raakte de zee in hevige beroering, zodat de golven over de boot sloegen; Hij echter lag te slapen. Zij gingen naar Hem toe en maakten Hem wakker met de woorden: “Heer, red ons, wij vergaan !” Hij sprak tot hen: “Waarom zijt gij bang, kleingelovigen?” Dan stond Hij op, richtte zich met een dwingend woord tot de winden en de zee, en het water werd volmaakt stil. De mensen stonden verbaasd en zeiden: “Wat voor iemand is dat toch, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzamen?”

Woensdag 1 juli

Eerste lezing (Am. 5, 14-15.21-24)

Spaart Mij het lawaai van uw liederen; de gerechtigheid moet stromen als een nooit uitdrogende beek
Zoekt het goede en niet het kwade: dan zult gij leven, dan zal God, de Heer van de hemelse machten, met u zijn, zoals gij altijd zegt. Haat het kwade, hebt het goede lief en handhaaft het recht in de stadspoort; misschien zal dan de Heer, de God van de hemelse machten, zich over de rest van Jozef ontfermen. Want zo spreekt de Heer: “Ik haat, Ik verfoei uw feesten, uw vieringen kan Ik niet luchten. De brandoffers en meeloffers, die gij Mij brengt, behagen Mij niet; uw vredeoffers van gemeste kalveren kan Ik niet meer aanzien. Spaart Mij het lawaai van uw liederen, de klank van uw harpen wil Ik niet meer horen! Neen, het recht moet stromen als water, de gerechtigheid als een nooit uitdrogende beek.”

Tussenzang (Ps. 50, 7, 8-9, 10-11, 12-13, 16bc-17)

Refrein: Wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.
Hoor nu, mijn volk, wat Ik u zeggen ga, hoor, Israël, waarvan Ik u beschuldig, want Ik ben God, uw God!
Ik maak u over offers geen verwijt, uw offerdieren zie Ik aldoor branden.
Ik wil geen stier meer hebben uit uw huizen en rammen uit uw schaapskooi vraag Ik niet.
Want Mij behoren alle dieren in het woud, de duizenden die op mijn bergen zwerven.
De vogels in de lucht, Ik ken ze allen, van Mij is al wat rondloopt op het veld.
Ik zou het u niet zeggen als Ik honger had, Ik kan beschikken over al wat leeft op aarde.
Zou Ik soms vlees van stieren eten of bloed van bokken nuttigen als drank?
Wat spreekt ge aldoor over mijn geboden en hebt ge mijn verbond steeds op de tong?
Gij die van tucht een afkeer hebt en nimmer acht slaat op mijn woorden?

Vers voor het evangelie (cf. Lc. 8, 15)

Alleluia. Zalig zij die het woord Gods dat zij hoorden in een goed en edel hart bewaren, en vrucht voortbrengen door hun standvastigheid. Alleluia.

Evangelie (Mt. 8, 28-34)

Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van God?
Toen Jezus aan de overkant van het meer gekomen was in het land der Gadarenen, liepen Hem twee bezetenen tegemoet. Ze kwamen uit de grafspelonken te voorschijn en waren zeer gevaarlijk, zodat niemand daarlangs kon gaan. Plotseling begonnen ze te schreeuwen: “Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van God? Zijt Gij hier gekomen of ons vóór de tijd te kwellen?” Een eind van hen vandaan was men een grote kudde zwijnen aan het hoeden. De duivels nu smeekten Hem: “Als Gij ons uitdrijft, stuur ons dan in die kudde zwijnen.” Hij zei hun: “Gaat heen.” En zij verlieten hen. Nauwelijks hadden zij bezit genomen van de zwijnen, of de hele kudde stortte zich van de steile oever in het meer en kwam in het water om. De zwijnenhoeders namen de vlucht, en in de stad gekomen vertelden zij alles, ook wat er met de bezetenen gebeurd was. Daarop liep de hele stad uit, Jezus tegemoet; en toen zij Hem zagen verzochten zij Hem hun streek te verlaten.

Donderdag 2 juli

Eerste lezing (Am. 7, 10-17)

Trek als profeet naar mijn volk Israël
In die dagen stuurde Amasja, de priester van Betel, aan Jerobeam, de koning van Israël, deze boodschap: “Binnen uw eigen Israël smeedt Amos een complot tegen u; het land is tegen al die dreigementen van hem niet bestand. Want hij, Amos, zegt: Jerobeam zal sterven door het zwaard en Israël wordt van zijn eigen grond verbannen.” En tot Amos zei Amasja: “Ziener, gij moet maken dat ge wegkomt! Verdwijn naar Juda en verdien daar uw brood maar met profeteren! Hier in Betel moogt ge niet meer profeteren, want dit heiligdom is van de koning en dit gebouw van het rijk.” Amos gaf Amasja ten antwoord: “Ik ben geen profeet of lid van een profetengilde, ik ben veehoeder en vijgenkweker. Maar de Heer heeft mij achter mijn beesten weggehaal en het is de Heer die mij gezegd heeft: Trek als profeet naar mijn volk Israël. Daarom, luister naar het woord van de Heer. Gij zegt wel: Je mag tegen Israël niet profeteren, tegen het huis Israël niet schuimbekken. Maar de Heer zegt: Uw vrouw zal in deze stad ontucht plegen, uw zonen en dochters zullen omkomen door het zwaard, uw eigen grond zal met het meetsnoer verkaveld worden; zelf zult gij op onreine grond moeten sterven en Israël wordt van zijn eigen grond verbannen.”

Tussenzang (Ps. 19, 8, 9, 10, 11)

Refrein: De uitspraken van de Heer zijn waarachtig, rechtvaardig in iedere zaak.
De wet van de Heer is volkomen, zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar, onwetenden maken zij wijs.
Rechtmatig zijn al zijn bevelen, bevredigend voor het gemoed.
Glashelder zijn zijn geboden, zij zijn een licht voor het oog.
Het woord van de Heer is eerlijk, het blijft in eeuwigheid waar.
Zijn uitspraken zijn waarachtig, rechtvaardig in iedere zaak.
Gezocht meer dan goud of juwelen, welsmakend als honingzeem.

Vers voor het evangelie (1 Sam. 3, 9; Joh. 6, 69b)

Alleluia. Spreek, Heer, uw dienaar luistert; uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. Alleluia.

Evangelie (Mt. 9, 1-8)

De menigte verheerlijkte God, die zulk een macht gegeven had aan mensen
In die tijd ging Jezus in een boot, stak over en kwam in zijn stad. Men bracht een lamme, die op een bed lag, naar Hem toe. Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tot de lamme: “Heb goede moed mijn zoon, uw zonden zijn u vergeven.” Enkele schriftgeleerden zeiden nu bij zichzelf: “Die man spreekt godslasterlijk.” Maar Jezus kende hun gedachten en zei: “Waarom denkt gij kwaad bij uzelf? Wat is gemakkelijker, te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven, of Sta op en loop? Welnu, opdat ge zult weten dat de Mensenzoon macht heeft op aarde zonden te vergeven – en nu sprak Hij tot de lamme: – Sta op, neem uw bed en ga naar huis” En de lamme stond op en ging naar huis. Toen de menigte dit zag, werd zij door ontzag bevangen en zij verheerlijkte God, die zulk een macht gegeven had aan mensen.

Vrijdag 3 juli H. Tomas, Apostel

Eerste lezing (Ef. 2, 19-22)

Gebouwd op het fundament van de apostelen
Broeders en zusters, gij zijt geen vreemdelingen en ontheemden meer, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl de sluitsteen Christus Jezus zelf is, die het hele bouwwerk in zijn voegen houdt. In Hem groeit het uit tot een heilige tempel in de Heer. In Hem wordt ook gij mee opgebouwd tot een woonstede van God, in de Geest.

Tussenzang: (Ps. 117)

Refrein: Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie. Of: Alleluia.
Looft nu de Heer, alle naties der aarde, huldigt de Heer alle volken rondom;
omdat Hij bij ons zijn goedheid getoond heeft; de trouw van de Heer houdt in eeuwigheid stand.

Vers voor het evangelie (Joh. 20, 29)

Alleluia. Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben. Alleluia.

Evangelie (Joh. 20, 24-29)

Mijn Heer en mijn God!
Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelde hem:
“Wij hebben de Heer gezien.” Maar hij antwoordde: “Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.” Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Vervolgens zei Hij tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig.” Toen riep Tomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” Toen zei Jezus tot Hem: “Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.”

Zaterdag 4 juli H. Elisabeth van Portugal

Eerste lezing (Am. 9, 11-15)

Ik herstel mijn volk Israël en Ik zal planten in hun eigen grond
Zo spreekt de Heer: “Op die dag herstel Ik de bouwvallige hut van David, dicht Ik haar scheuren, zet Ik weer overeind wat is neergehaald en bouw Ik haar op als weleer. Wat er is overgebleven van Edom en van al de volken waarover mijn Naam is uitgeroepen, dat nemen zij dan in bezit” – zo luidt de godsspraak van de Heer, die dit voltrekt. “Zie de dagen komen – zegt de Heer – dat de ploeger de maaier op de voet volgt en de druiventreder de zaaier, dat de bergen stromen van de most en alle heuvels ervan druipen. Dan herstel Ik mijn volk Israël in zijn vroegere staat, dan herbouwen zij de verwoeste steden en bewonen die weer, dan planten zij wijngaarden en drinken hun wijn, leggen zij boomgaarden aan en eten hun vruchten. Ik zal hen planten in hun eigen grond en zij worden niet meer weggerukt uit de grond die Ik hun heb gegeven.”

Tussenzang (Ps. 85, 9, 11-12, 13-14)

Refrein:  Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt, voorzeker een woord van verzoening.
Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt, voorzeker een woord van verzoening.
Een woord voor zijn volk, voor alwie Hem dient, voor elk die zijn hart voor Hem opent.
Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan, als vrede en recht elkander omhelzen;
dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten, en ziet uit de hemel gerechtigheid neer.
Dan zal de Heer ons zijn zegen schenken en draagt ons land rijke vrucht.
Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan en voorspoed zijn schreden volgen.

Vers voor het evangelie (Ps. 19)

Alleluia. Uw voorschriften, Heer, zijn betrouwbaar, onwetenden maken zij wijs. Alleluia.

Evangelie (Mt. 9, 14-17)

De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet bedroefd zijn zolang de bruidegom bij hen is
Op zekere dag kwamen de leerlingen van Johannes tot Jezus met de vraag: “Waarom vasten wij en de Farizeeën wel, maar uw leerlingen niet?” Jezus sprak tot hen: “De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet bedroefd zijn, zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen; dan zullen zij vasten. Niemand gebruikt voor een oud kleed een verstellap van ongekrompen stof; want het ingezette stuk trekt aan het kleed en de scheur wordt nog groter. Ook doet men geen jonge wijn in oude zakken, anders bersten de zakken, de wijn loopt er uit en de zakken gaan verloren. Maar jonge wijn doet men in nieuwe zakken; dan blijven beide behouden.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Noveengebed

om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood,
Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven
en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon.
Daarom komen wij vol vertrouwen tot u
en wij vragen door U aan de Heer:
Bevrijd ons land van de Corona-epidemie,
genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen.
Geef wijsheid aan onze bestuurders en geef dat wij spoedig
weer kunnen samenkomen om ons geloof te vieren.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet.
Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten,
geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen,
geef ons licht waar het donker is.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren,
geef ons overgave aan de wil van de Vader
en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon.
Amen

Imprimatur: Haarlem, 14 maart 2020 +Johannes Hendriks

 

Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom
via Ideal op onze doneerpagina
of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99
t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave.
Verdere info: www.olvternood.nl

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus Sancta Maria, Mater Dei.
Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi sectundum verbum tuum

Ave Maria . . .

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria . . .

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix,
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus
Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur Per Christum Dominum nostrum. Amen

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria . . .

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria . . .

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God,
℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden

Laat ons bidden

Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis Door Christus, onze Heer. Amen.