Dagelijks Brood, lezingen van de dag 29 december – 2 januari 2020

Dagelijks-brood-kerst-olvternood-heiloo

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 29 december – 2 januari 2020

Week onder het Octaaf van Kerstmis

 

Dinsdag 29 december 5e dag onder het Octaaf van Kerstmis, Thomas Becket, bisschop en martelaar

 Eerste lezing (1 Joh. 2, 3-11)

Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht

Vrienden, hoe weten wij dat wij God kennen? Er is maar één bewijs: dat we ons houden aan zijn geboden. Wie zegt dat hij Hem kent, maar zich niet stoort aan zijn geboden is een leugenaar; in zo iemand woont de waarheid niet. Maar in een mens, die gehoorzaam is aan Gods woord, heeft zijn liefde werkelijk haar volmaaktheid bereikt; dan weten we zeker dat we ‘in Hem’ zijn. Wie aanspraak maakt op verbondenheid met God, moet leven juist zoals Christus geleefd heeft. Vrienden, ik leg u geen nieuw gebod op. Het is het oude gebod, dat gij altijd gehad hebt; het is de boodschap, die gij vanaf het begin hebt gehoord. Toch is het ook weer een nieuw gebod en dat geldt van Christus, maar ook van u: want de duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt reeds. Wie zegt in het licht te zijn, maar zijn broeder haat, die is nog steeds in duisternis. Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht en hij komt niet ten val. Maar wie zijn broeder haat is in duisternis. Hij tast in het donker en hij weet niet waarheen zijn weg hem voert, want de duisternis heeft hem blind gemaakt.

Tussenzang (Ps. 96, 1-2a.2b-3.5b-6)

Refrein:  De hemel straalt en de aarde jubelt.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zingt voor de Heer, alle landen.

Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam. Verkondigt zijn heil alle dagen.

Meldt aan de naties zijn heerlijkheid, zijn wondere daden aan alle volken.

Hij is de schepper van het heelal.

Pracht en verhevenheid gaan voor Hem uit, macht en luister vervullen zijn woning.

Vers voor het evangelie (Joh. 1, 14.12b)

Alleluia. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Aan allen die Hem aanvaardden, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden. Alleluia.

Evangelie (Lc. 2, 22-35)

Een licht dat voor de heidenen straalt

Toen de tijd aanbrak waarop Maria en het Kind volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zijn ouders Jezus naar Jeruzalem om Hem aan de Heer op te dragen, volgens het voorschrift van de Wet des Heren: elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegeheiligd, en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven. Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon, een wetgetrouw en vroom man, die Israëls vertroosting verwachtte, en de heilige Geest rustte op hem. Hij had een godsspraak ontvangen van de heilige Geest, dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd. Door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen, nam ook hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden: “Uw dienaar laat Gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan: mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid; een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël.” Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd. Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit en hij zei tot Maria, zijn moeder: “Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden; en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord.”

Woensdag 30 december  6e dag onder het Octaaf van Kerstmis

Eerste lezing (1 Joh. 2, 12-17)

Wie de wil doet van God blijft in eeuwigheid

Ik schrijf u, kinderen, dat uw zonden vergeven zijn ter wille van de naam van Jezus Christus. Ik schrijf u, vaders, dat gij Hem kent, die er was vanaf het begin. Ik schrijf u, jonge mannen, dat gij de boze overwonnen hebt. Nogmaals, kinderen, ik schrijf u, dat gij de Vader kent. Ik schrijf u, vaders, dat gij Hem kent, die er was vanaf het begin. Ik schrijf u, jonge mannen, dat gij sterk zijt: Gods woord woont in u en gij hebt de boze overwonnen. Verliest uw hart niet aan de wereld of aan de dingen in de wereld! Als iemand de wereld liefheeft is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is – het begeren van de lust en het begeren der ogen en de hovaardij van het geld – het komt niet van de Vader, maar van de wereld. En die wereld gaat voorbij met heel haar begeerlijkheid, maar wie de wil doet van God blijft in eeuwigheid.

Tussenzang (Ps. 96, 7-8a.8b-9.10)

Refrein:  De hemel straalt en de aarde jubelt.

Huldigt de Heer, alle stammen en volken, huldigt de Heer om zijn glorie en macht, huldigt de Heer om de roem van zijn Naam.

Brengt Hem uw offer en treedt in zijn voorhof, gaat Hem aanbidden in heilig gewaad.

Beeft voor de Heer, alle mensen op aarde. Zegt tot elkander: de Heer regeert!

Onwrikbaar heeft Hij de aarde geschapen, de volken bestuurt Hij met billijkheid.

Vers voor het evangelie (Hebr. 1, 1-2)

Alleluia. Nadat God eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot onze vaderen had gesproken door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon. Alleluia.

Evangelie (Lc. 2, 36-40)

In die tijd was er een profetes, Hanna, een dochter van Fanuël, uit de stam van Aser. Zij was hoogbejaard en na haar jeugd had zij zeven jaren met haar man geleefd. Nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Ze verbleef voortdurend in de tempel en diende God dag en nacht door vasten en gebed. Op dit ogenblik kwam zij naderbij, dankte God en sprak over het kind tot allen, die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten. Toen zij alle voorschriften van de Wet des Heren vervuld hadden, keerden zij naar Galilea, naar hun stad Nazaret terug. Het kind groeide op en nam toe in krachten; het werd vervuld van wijsheid en de genade Gods rustte op Hem.

Donderdag 31 december 7e dag onder het Octaaf van Kerstmis, Silvester, paus

Eerste lezing (1 Joh. 2, 18-21)

Gij hebt van de Heilige de inwijding ontvangen, en gij bezit allen kennis

Kinderen, het is ‘het laatste uur’. Gij hebt gehoord dat de ‘antichrist’ moet komen. Inderdaad, er zijn nu al vele antichristen opgestaan en daarom weten wij, dat het laatste uur is aangebroken. Zij zijn uit ons midden voortgekomen, maar zij behoorden niet werkelijk tot ons. Hadden zij tot ons behoord, dan waren zij bij ons gebleven; maar het moest duidelijk worden, dat zij geen van allen bij ons horen. Ook gij hebt van de Heilige de inwijding ontvangen, ook gij bezit allen ‘kennis’. En ik schrijf u niet, omdat gij de waarheid niet zoudt kennen, maar juist omdat gij haar kent en omdat de leugen onverenigbaar is met de waarheid.

Tussenzang (Ps. 96, 1-2.11-12.13)

Refrein:  De hemel straalt en de aarde jubelt.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zingt voor de Heer, alle landen.

Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam, verkondigt zijn heil alle dagen.

Dan straalt de hemel en jubelt de aarde, de zee neuriet mee met al wat daar leeft;

de velden zwaaien met al hun gewassen, de woudreuzen buigen hun kruin.

Zij juichen de Heer toe omdat Hij komt, Hij komt als koning der aarde.

Rechtvaardig zal Hij de wereld regeren, de volkeren eerlijk en trouw.

Vers voor het evangelie

Alleluia. De luister van deze dag is een licht om ons heen; komt allen de Heer aanbidden, gij volkeren en naties, want vandaag verscheen een groot licht op aarde. Alleluia.

Evangelie (Joh. 1, 1-18)

Het Woord is vlees geworden

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is. In Hem was leven en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan. Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht. Het ware Licht, dat iedere mens verlicht kwam in de wereld. Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet. Aan allen echter, die Hem wel aanvaardden, aan hen, die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen kinderen van God te worden. Zij zijn niet uit bloed, noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid. Wij hebben Johannes’ getuigenis over Hem toen hij uitriep: “Deze was het van wie ik zei: Hij die achter mij komt is vóór mij, want Hij was eerder dan ik.” Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen; genade op genade. Werd de wet door Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus. Niemand heeft ooit God gezien; de Eniggeboren God, die in de schoot van de Vader is, Hij heeft Hem doen kennen.

Vrijdag 1 januari OCTAAFDAG VAN KERSTMIS, HEILIGE MARIA, MOEDER VAN GOD, Hoogfeest

Eerste lezing (Num. 6, 22-27)

Zij zullen mijn naam over de Israëlieten uitspreken, en ik zal hen zegenen

De Heer sprak tot Mozes: “Zeg aan Aäron en zijn zonen Als gij de Israëlieten zegent doe het dan met deze woorden: Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken! Als zij zo mijn naam over de Israëlieten uitspreken zal Ik hen zegenen.”

Tussenzang (Ps. 67, 2-3.5.6.8)

Refrein:  God, wees ons barmhartig en zegen ons.

God, wees ons barmhartig en zegen ons, toon ons het licht van uw aanschijn;

opdat men op aarde uw wegen mag kennen, in alle landen uw heil.

Laat alle naties van vreugde juichen, omdat Gij de volken rechtvaardig regeert en alles op aarde bestuurt.

Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren.

God geve ons zo zijn zegen dat heel de aarde Hem vreest.

Tweede lezing (Gal. 4, 4-7)

God zond zijn eigen Zoon, geboren uit een vrouw

Broeders en zusters, toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God zijn eigen Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet om ons, slaven van de wet, vrij te maken, zodat wij de rang kregen van zonen. En omdat ge zonen zijt, heeft God de Geest van zijn Zoon, die “Abba, Vader!” roept in ons hart gezonden. Ge zijt dus niet langer slaaf, maar zoon en als zoon ook erfgenaam en wel door toedoen van God.

Vers voor het evangelie (Hebr. 1, 1-2)

Alleluia. Op velerlei wijzen heeft God tot onze vaderen gesproken door de profeten, op het einde der tijden heeft Hij tot ons gesproken in de Zoon. Alleluia.

Evangelie (Luc. 2, 16-21)

Zij vonden Maria, Jozef en het kind … en na acht dagen ontving Hij de naam Jezus

In die tijd haastten de herders zich naar Betlehem en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. Toen ze dit gezien hadden maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. Allen die het hoorden stonden verwonderd ver hetgeen de herders hun verhaalden. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was. Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden, ontving het de naam Jezus, zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot werd ontvangen.

Zaterdag 2 januari HH. Basilius de Grote en Gregorius van Nazianze, bisschoppen en kerkleraren

Eerste lezing (1 Joh. 2, 22-28)

Zorgt ervoor dat in u levend blijft wat gij vanaf het begin gehoord hebt

Vrienden, wie ontkent dat Jezus de verlosser is, is dat niet de leugenaar? Dat is de ‘antichrist’: de loochenaar van de Vader èn van de Zoon. Wie Christus loochent kan God niet vinden: wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader. Wat u betreft, zorgt er voor dat in u levend blijft wat gij vanaf het begin gehoord hebt; dan zult gij zelf blijven in de Zoon en ook in de Vader. En gij kent de belofte, die Hij ons zelf gedaan heeft: de belofte van eeuwig leven. Dit met het oog op hen, die u willen misleiden. Wat uzelf aangaat, de inwijding die gij van Hem ontvangen hebt, blijft u bij, gij hebt geen andere leraar nodig. Zijn wijding onderricht u in alles; ze is waarachtig en zonder bedrog. Blijft in Hem, zoals zij het leert. En nu kinderen, blijft in Hem. Dan zijn wij vol vertrouwen als Hij zal verschijnen, en hoeven wij bij zijn komst niet beschaamd te zijn.

Tussenzang (Ps. 98, 1.2-3ab.3c-4)

Refrein: verheerlijkt de Heer, alle landen, weest blij, verheugt u en zingt.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, omdat Hij wonderen deed.

Zijn hand deed zich krachtig gelden, de macht van zijn heilige arm.

Zijn weldaden deed Hij ons kennen, de volkeren zijn gerechtigheid.

Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw ten gunste van Israëls huis.

Geheel de aarde aanschouwde wat onze God voor ons deed.

Verheerlijkt de Heer, alle landen, weest blij, verheugt u en zingt.

Vers voor het evangelie (Joh. 1, 14.12b)

Alleluia. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Aan allen die Hem aanvaardden gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden. Alleluia.

Evangelie (Joh. 1, 19-28)

Hij die na mij komt was eerder dan ik

Dit is het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en levieten naar hem toezonden om hem te vragen: “Wie zijt gij?” Daarop verklaarde hij zonder enig voorbehoud en met grote stelligheid: “Ik ben de Messias niet.” Zij vroegen hem: “Wat dan? Zijt gij Elia?” Hij zei: “Dat ben ik niet.” “Zijt gij de profeet?” Hij antwoordde: “Neen.” Toen zeiden zij hem: “Wie zijt gij dan? Wij moeten toch een antwoord geven aan degenen, die ons gestuurd hebben. Wat zegt gij over uzelf?” Hij sprak: “Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt de stem van iemand die roept in de woestijn: Maakt de weg recht voor de Heer!” De afgezanten waren uit de kring van de Farizeeën. Zij vroegen hem: “Wat doopt gij dan als gij de Messias niet zijt, noch Elia, noch de profeet?” Johannes antwoordde hun: “Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt, ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken.” Dit gebeurde te Betanië, aan de overkant van de Jordaan waar Johannes aan het dopen was.

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.