Dagelijks Brood, lezingen van de dag 21 – 26 september 2020

dagelijks-brood-evangelisten-olvternood
Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi. Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood, lezingen van de dag 21 – 26 september 2020

25e week door het jaar    

Maandag 21 september H. Matteüs, apostel en evangelist Feest

Eerste lezing (Ef. 4, 1-7.11-13)

Sommigen maakte Hij apostelen, anderen profeten Broeders en zusters, ik, de gevangene in de Heer vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping, die gij van God ontvangen hebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt tot een en dezelfde hoop, waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één doop. Eén God, en Vader van allen, die is boven allen, en met allen, en in allen. Maar aan ieder van ons afzonderlijk is de genade verleend naar de maat van Christus’ gave: sommigen maakte Hij apostelen, anderen profeten, anderen evangelisten, weer anderen herders en leraars. Zo heeft hij de heiligen toegerust voor het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen tezamen komen, tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus.

Tussenzang (Ps. 19,2-3.4-5)

Refrein:  Over heel de aarde klinkt hun roep. De hemel verkondigt Gods heerlijkheid, het uitspansel toont ons het werk van zijn handen. De dag roept het toe aan de volgende dag, de nacht geeft het door aan de nacht. Geen woord wordt gesproken, geen stem weerklinkt, geen enkel geluid is te horen; toch klinkt over heel de aarde hun roep, hun boodschap dringt door tot de rand van de wereld.

Vers voor het evangelie

Alleluia. U, God, loven wij. U, Heer, prijzen wij. U looft het roemvolle koor der apostelen. Alleluia.

Evangelie (Mt. 9, 9-13)

“Volg Mij” De man stond op en volgde Hem In die tijd trok Jezus verder en Hij zag iemand aan het tolhuis zitten, die Matteüs heette. Hij zei tot hem: “Volg Mij.” De man stond op en volgde Hem. Terwijl Hij nu in diens woning aan tafel aanlag, kwamen ook vele tollenaars en zondaars met Jezus en zijn leerlingen aanliggen. Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tot zijn leerlingen: “Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?” Jezus hoorde dit en zei: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. Gaat heen en leert wat het zeggen wil: Ik wil liever barmhartigheid dan offers. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.”

Dinsdag 22 september                                                                         

Eerste lezing (Spr. 21, 1-6.10-13)

Verschillende raadgevingen Als een waterloop, zo is het hart van de koning in de hand van de Heer; Hij leidt het waarheen Hij maar wil. Een mens mag menen dat al zijn gangen recht zijn, de Heer weegt toch de harten. Door naar recht en billijkheid te handelen is men de Heer aangenamer dan door offers. Verwaande ogen en een trots hart: de glans van de boosdoeners is de zonde. Het overleg van een ijverig man brengt enkel winst, maar de onbedachtzame vindt niets dan armoe. Schatten, met een leugentong verworven, zijn verwaaiende dampen, valstrikken van de dood. Het hart van de boosdoener haakt naar het kwade en hij kent geen deernis met zijn naaste. Straft men een spotter, dan wordt de onverstandige wijzer; onderricht men een wijze, dan wint hij aan weten. De Rechtvaardige let op het huis van de boosdoener en Hij stort de boosdoener in het verderf. Wie zijn oren sluit voor het hulpgeroep van de arme, zal zelf ook nog eens aan dovemans oren roepen.

Tussenzang (Ps. 119, 1.27.30.34.35.44)

Refrein:  Leid mij, Heer, langs de paden van uw geboden. Gelukkig degenen wier levensweg rein is, die voortgaan volgens de wet van de Heer. Leid mij op de weg van uw bevelen, dan zal ik uw daden indachtig zijn. Ik heb de weg van de trouw gekozen, ik houd mij aan wat Gij bepaalt. Geef mij begrip om uw wet na te leven, om hem te volgen met heel mijn hart. Leid mij langs de paden van uw geboden, daar vind ik mijn vreugde in. Uw wet zal ik altijd trouw onderhouden, te allen tijde, in eeuwigheid.

Vers voor het evangelie (Ps. 27, 11)

Alleluia. Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand, leid mij langs effen paden. Alleluia.

Evangelie (Lc. 8, 19-21)

Mijn moeder en mijn broeders zijn zij die het woord van God horen en er naar handelen In die tijd kwam zijn moeder met zijn broeders bij Jezus, maar vanwege de menigte konden zij Hem niet bereiken. Men liet Hem dus weten: “Uw moeder en uw broeders staan buiten en willen u spreken.” Maar Hij gaf hun ten antwoord: “Mijn moeder en mijn broeders zijn zij, die het woord van God horen en ernaar handelen.”

Woensdag 23 september H. Pius van Pietrelcina, priester (Padre Pio)

Eerste lezing (Spr. 30, 5-9)

Geef mij noch armoe noch rijkdom, maar laat mij eten het brood dat mij is toegemeten leder woord van God is in vuur gelouterd; voor wie op Hem bouwen is Hij een schild. Gij moogt aan zijn woorden niets toevoegen, want dan zou Hij u tot de orde roepen en zoudt ge voor leugenaar staan. Heer, twee dingen zijn er, waar ik U om bid; weiger ze mij niet, tot mijn dood toe: Houd onwaarheid en leugen ver van mij af en geef mij noch armoe noch rijkdom, maar laat mij eten het brood dat mij is toegemeten. Dan loop ik geen kans, dat ik in mijn overmoed U ga loochenen en ga zeggen: Wie is de Heer? En evenmin zal ik uit armoe gaan stelen en mij aan de Naam van mijn God vergrijpen.

Tussenzang (Ps. 119, 29.72.89.101.104.163)

Refrein:  Uw woord, Heer, is een lamp voor mijn voeten. Gedoog niet dat ik een dwaalweg insla, maar geef mij uw wet als gids. De wet uit uw mond is mij meer waard dan schatten van zilver en goud. Uw woord, Heer, blijft gelden voor eeuwig, het staat in de hemel vast. Van slechte wegen weerhoud ik mijn schreden, om steeds aan uw woord te voldoen. Door uw bevelen word ik verstandig en keer ik mij af van de slechte weg. Ik haat en verafschuw het onrecht, uw wet heb ik lief.

Vers voor het evangelie (Ps. 119, 18)

Alleluia. Ontsluit mijn ogen om te aanschouwen, Heer, de heerlijkheid van uw wet. Alleluia.

Evangelie (Lc. 9, 1-6)

Jezus zond de twaalf uit om het Rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten In die tijd riep Jezus de twaalf bijeen en gaf hun macht en gezag over alle boze geesten en de kracht om ziekten te genezen. Daarop zond Hij hen uit om het Rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten. En Hij vermaande hen: “Neemt niets mee voor onderweg: geen stok, geen reiszak, geen voedsel en geen geld; niemand van u mag dubbele kleding hebben. Als ge een huis binnengaat, moet ge daar blijven en ge moet vandaar weer afreizen. Als men u ergens niet ontvangt, verlaat dan die stad en schudt het stof van uw voeten, als een getuigenis tegen hen.” Toen gingen ze op weg en trokken van dorp tot dorp, terwijl zij overal de Blijde Boodschap verkondigden en genezingen verrichtten.

Donderdag 24 september                                                                    

Eerste lezing (Pred. 1, 2-11)

Er is niets nieuws onder de zon IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, ijdelheid der ijdelheden en alles is ijdelheid. Wat heeft de mens voor baat bij al het gezwoeg, waarmee hij zich aftobt onder de zon? Er gaat een geslacht en er komt een geslacht en de aarde blijft steeds maar bestaan. De zon komt op, de zon gaat onder en haast zich alweer naar haar plaats, en komt daar weer op en beweegt naar het Zuiden en draait naar het Noorden. En de wind blijft draaien en gaat maar voort en de wind komt terug op zijn kringloop. Alle rivieren stromen de zee in en de zee wordt niet vol. Vanwaar de rivieren zijn uitgegaan, daar keren zij weer om opnieuw te stromen. Al die dingen, voortdurend in werking, vermag de mens niet op te sommen. Het oog raakt niet verzadigd van zien, het oor niet verzadigd van horen. Dat wat er gebeurd is, zal nog eens gebeuren en wat er gedaan is, wordt nog eens gedaan, en er is niets nieuws onder de zon. Zegt men van iets: “Kijk, dat is nieuw!,” dan heeft het al eerder bestaan in de eeuwen, die vóór ons geweest zijn. Aan de mensen van vroeger dacht men niet meer en evenmin blijft een volgend geslacht in herinnering bij hen die weer later komen.

Tussenzang (Ps. 90, 3-4.5-6.12-13.14.17)

Refrein:  Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest, voor ieder geslacht opnieuw. Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof, Gij zegt: keer terug, kind van mensen! Voor U zijn duizend jaren één dag, als gisteren dat al voorbij is, een uur van slaap in de nacht. Ons leven breekt af als een droom in de ochtend, kortstondig is het als gras op het veld. Des morgens ontkiemt het en schiet het op, des avonds is het verwelkt. Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart. Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons? wees toch uw dienaars genadig. Verleen ons van nu af uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn. Uw zegen, Heer God, moge over ons waken, bestuur onze handen bij al wat zij doen.

Vers voor het evangelie (Hebr. 4, 12)

Alleluia. Het woord van God is levend en krachtig, en het dringt door tot het raakpunt van ziel en geest. Alleluia.

Evangelie (Lc. 9, 7-9)

Herodes zei: Johannes heb ik onthoofd. Wie kan dat zijn over wie ik dergelijke verhalen hoor? In die tijd hoorde de viervorst Herodes alles wat Jezus deed en hij wist niet wat hij ervan moest denken. Sommigen immers zeiden: “Johannes is verrezen uit de doden”; anderen: “Elia is verschenen”; en weer anderen: “Een van de oude profeten is opgestaan”. Maar Herodes zei: “Johannes heb ik onthoofd. Wie kan dat zijn over wie ik dergelijke verhalen hoor?” Hij wilde Jezus daarom te zien krijgen.

Vrijdag 25 september                                                                           

Eerste lezing (Pred. 3, 1-11)

Ieder ding dat onder de hemel gebeurt, heeft zijn tijd Alles heeft zijn uur en ieder ding, dat onder de hemel gebeurt, heeft zijn tijd: er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om het geplante weer uit te trekken, een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om te slopen en een tijd om te bouwen, een tijd om te schreien en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen, een tijd om stenen weg te werpen en een tijd om stenen op te rapen, een tijd om te omhelzen en een tijd om zich van omhelzen te onthouden, een tijd om te zoeken en een tijd om verloren te laten gaan, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen, een tijd om stuk te scheuren en een tijd om aaneen te naaien, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken, een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd voor de oorlog en een tijd voor de vrede. Wat heeft de werker voor baat bij datgene waarmee hij zich moe maakt? Ik heb de bezigheden bezien, door God aan de mensenkinderen gegeven om zich daar moe mee te maken. Hij heeft alle dingen uitstekend gemaakt, ieder ding voor zijn tijd. Hij heeft in het hart van de mens ook de hele wereld gelegd, maar toch kan die mens het werk niet bevroeden, dat God van het begin tot het einde verricht heeft.

Tussenzang (Ps. 144, 1a.2abc.3-4)

Refrein:  Verheerlijken wil ik de Heer, mijn rots. Verheerlijken wil ik de Heer, mijn rots, mijn steun en mijn burcht, mijn beschermer en redder, mijn schild en mijn toevlucht. Wat is dan een mens, Heer, dat Gij om hem geeft, een mensenkind, dat Gij U om hem bekommert? De mens is niet meer dan een vleugje wind, zijn dagen vergaan als een vluchtige schaduw.

Vers voor het evangelie (1 Sam. 3, 9; Joh. 6, 69b)

Alleluia. Spreek, Heer, uw dienaar luistert; uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. Alleluia.

Evangelie (Lc. 9, 18-22)

Gij zijt de Gezalfde van God De Mensenzoon moet veel lijden Toen Jezus eens alleen aan het bidden was en zijn leerlingen bij Hem kwamen stelde Hij hun de vraag: “Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?” Zij antwoordden: “Johannes de Doper, anderen zeggen: Elia, en weer anderen: een van de oude profeten is opgestaan.” Hierop zei Hij tot hen: “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?” Nu antwoordde Petrus: “De Gezalfde van God.” Maar Hij verbood hun nadrukkelijk dit aan iemand te zeggen. “De Mensenzoon -zo sprak Hij- moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht zal Hij op de derde dag verrijzen.”

Zaterdag 26 september                                                                        

Eerste lezing (Pred. 11, 9 – 12, 8)

Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat het stof naar de aarde teruggaat en de levensgeest weerkeert naar God Jongeman, wees opgewekt in uw jeugd en laat uw hart vrolijk zijn, in uw jonge jaren. Laat u leiden door wat uw hart verlangt en door wat uw ogen zien, maar bedenk wel, dat God u over dat alles rekenschap zal vragen. Weer uit uw hart de bitterheid en houd u het lijden van het lijf, want de jeugd en de morgenstond zijn vluchtig. Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan gij zeggen zult: “Ze bevallen mij niet!”, voordat de zon verduistert en ook het licht en de maan en de sterren, voordat de wolken terugkomen na de regen, voordat de huisbewaarders beven en de sterke mannen ineenkrimpen, en de maalsters haar werk niet meer doen, omdat haar aantal te klein is geworden, en over haar, die door de tralies uitzien de duisternis daalt, voordat de deuren aan de straat dichtgaan en het geluid van de molen doffer wordt en de stem van de vogel ijler klinkt en degenen die zingen verstommen, voordat men tegen iedere helling opziet en angstig is op straat, -dan bloeit de amandelboom, is de sprinkhaan verzadigd en barst de kappervrucht open, terwijl de mens vertrekt naar zijn eeuwig tehuis en de klagers al rondgaan op straat- voordat het zilveren koord wordt losgemaakt en de gouden emmer gebroken, en de kruik bij de bron wordt verbrijzeld en de katrol gebroken de put in valt en het stof naar de aarde teruggaat waar het vandaan is gekomen, en de levensgeest weerkeert naar God die hem heeft gegeven. IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, en alles is ijdelheid.

Tussenzang (Ps. 90, 3-4.5-6.12-13.14.17)

Refrein:  Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest voor ieder geslacht opnieuw. Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof, Gij zegt: keer terug, kind van mensen! Voor U zijn duizend jaren één dag, als gisteren dat al voorbij is, een uur van slaap in de nacht. Ons leven breekt af als een droom in de ochtend, kortstondig is het als gras op het veld. Des morgens ontkiemt het en schiet het op, des avonds is het verwelkt. Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart. Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons? Wees toch uw dienaars genadig. Verleen ons van nu af uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn. Uw zegen, Heer God, moge over ons waken, bestuur onze handen bij al wat zij doen.

Vers voor het evangelie (Hebr. 4, 12)

Alleluia. Het woord van God is levend en krachtig, en het dringt door tot het raakpunt van ziel en geest. Alleluia.

Evangelie (Lc. 9, 43b-45)

De Mensenzoon zal worden overgeleverd. De leerlingen schokken ervoor terug Hem hierover te ondervragen In die tijd verbaasde zich iedereen over alles wat Jezus deed, en Hij sprak tot zijn leerlingen: “Hebt een open oor voor wat Ik u zeg. De Mensenzoon zal worden overgeleverd in de handen der mensen.” Ofschoon zij die woorden niet begrepen -ze bleven voor hen omsluierd, zodat zij het niet konden vatten- schrokken zij ervoor terug Hem hierover te ondervragen.

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood. Hartelijk dank voor uw gave. Verdere info: www.olvternood.nl

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer: Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders. Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn. Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae ℟.Et concepit de Spiritu Sancto Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen. ℣.Ecce ancilla Domini ℟.Fiat mihi sectundum verbum tuum Ave Maria . . . ℣.Et Verbum caro factum est ℟.Et habitavit in nobis Ave Maria . . . ℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix, ℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi Oremus Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur Per Christum Dominum nostrum. Amen

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt ℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen. ℣.Zie de dienstmaagd des Heren ℟.Mij geschiede naar uw woord Wees gegroet, Maria . . . ℣.En het Woord is vlees geworden ℟.En Het heeft onder ons gewoond Wees gegroet, Maria . . . ℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden Laat ons bidden Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis Door Christus, onze Heer. Amen.