Dagelijks Brood, lezingen van de dag 13 december – 19 december 2020

olv-ter-nood-heilige-johannes-van-het-kruis

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.

Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!

Dagelijks Brood Lezingen van zondag t/m zaterdag 13 – 19 december 2020
3e week van de Advent

Zondag 13 december 3e zondag van de Advent

Eerste lezing (Jes. 61, 1-2a.10-11)
Ik wil juichen en jubelen in de Heer
De geest van de Heer God rust op Mij; Hij heeft Mij gezalfd om aan de armen de blijde boodschap te brengen. Hij heeft Mij gezonden om te genezen allen wier hart gebroken is, om de gevangenen vrijlating te melden, aan wie opgesloten zijn vrijheid; om aan te kondigen het genadejaar van de Heer. Ik wil jubelen en juichen in de Heer. Mijn ziel wil zich verheugen in mijn God, want Hij heeft Mij bekleed met het kleed des heils en Mij de mantel der gerechtigheid omgehangen, als een bruidegom, die zich het hoofd feestelijk omhult of als een bruid, die zich met haar sieraden tooit. Want zoals de aarde haar vruchten voortbrengt en zoals een tuin het zaad laat rijpen, zo laat de Heer de gerechtigheid ontluiken en zijn glorie voor het oog der volken.

Tussenzang (Lc. 1, 46-48.49-50.53-54)
Refrein: Hoog verheft nu mijn ziel de Heer.
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
verrukt is mijn geest om God, mijn verlosser.
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd;
van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
de Machtige, groot is zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
voor ieder die Hem erkent.
Behoeftigen schenkt Hij overvloed,
maar rijken gaan heen met ledige handen.
Hij trekt zich zijn dienaar Israël aan,
zijn milde erbarming indachtig.

Tweede lezing (1 Tess. 5, 16-24)
Uw geest, uw ziel en lichaam moge ongerept bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus.

Broeders en zusters, weest altijd blij. Bidt zonder ophouden. Dankt God voor alles. Dit is wat God van u verlangt in Christus Jezus. Blust de Geest niet uit: kleineert de profetische gaven niet, keurt alles, behoudt het goede. Houdt u verre van alle soort van kwaad. De God van de vrede, Hij moge u heiligen, geheel en al. Heel uw wezen: geest, ziel en lichaam, moge ongerept bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Die u roept is getrouw: Hij zal zijn woord gestand doen.

Vers voor het evangelie (Jes. 61, 1)
Alleluia. De geest des Heren is over mij gekomen, Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen. Alleluia.

Evangelie (Joh. 1, 6-8.19-28)
Midden onder u staat Hij die gij niet kent

Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht. Dit dan is het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en levieten naar hem toezonden om hem te vragen: “Wie zijt gij?” Daarop verklaarde hij zonder enig voorbehoud en met grote stelligheid: “Ik ben de Messias niet.” Zij vroegen hem: “Wat dan?
Zijt gij Elia?” Hij zei: “Dat ben ik niet.” “Zijt gij profeet?” Hij antwoordde: “Neen.” Toen zeiden zij hem: “Wie zijt gij dan? Wij moeten toch een antwoord geven aan degenen, die ons gestuurd hebben. Wat zegt gij over uzelf?” Hij sprak: “Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt, de stem van iemand, die roept in de woestijn: Maak de weg recht voor de Heer!” De afgezanten waren uit de kring van de Farizeeën. Zij vroegen hem: “Wat doopt gij dan als gij de Messias niet zijt, noch Elia, noch de profeet?” Johannes antwoordde hun: “Ik doop met water, maar onder u staat Hij, die gij niet kent, Hij die na mij komt, ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken.”
Dit gebeurde te Betanië, aan de overkant van de Jordaan waar Johannes aan het dopen was.

Maandag 14 december H. Johannes van het Kruis, priester en kerkleraar

Eerste lezing (Num. 24, 2-7.15-17a)
Een ster komt op uit Jakob
Toen Bileam de ogen opsloeg en Israël stam bij stam gelegerd zag, kwam de geest van God over hem. Hij hief het volgende lied aan: “Dit is het orakel van Bileam, zoon van Beor, het orakel van de man, die geheimen mocht zien, het orakel van hem die God hoort spreken, die schouwt wat de Almachtige ontsluiert, en in extase openbaringen ontvangt. Hoe schoon zijn uw tenten, Jakob, hoe mooi uw woningen, Israël: als dalen liggen zij uitgespreid, als tuinen langs een rivier, als aloëbomen door de Heer geplant, als ceders die staan aan het water. Zijn emmers stromen over van water; wat hij zaait wordt volop bevloeid. Zijn koning komt hoger dan Agag; zijn koningschap zal zich verheffen.” Toen hief hij het volgende lied aan: “Dit is het orakel van Bileam, zoon van Beor, het orakel van de man, die geheimen mocht zien, het orakel van hem, die God hoort spreken, die weet wat de Allerhoogste weet, die schouwt wat de Almachtige ontsluiert en in extase openbaringen ontvangt. Ik zie hem, maar niet in het heden, ik aanschouw hem, maar niet van nabij; een ster komt op uit Jakob, een scepter rijst uit Israël.”

Tussenzang (Ps. 25, 4bc-5ab.6-7bc.8-9)
Refrein: Wijs mij uw wegen, Heer,
leer mij uw paden kennen.
Wijs mij uw wegen, Heer,
leer mij uw paden kennen.
Leid mij volgens uw woord,
want Gij zijt mijn God en Verlosser.
Gedenk uw barmhartigheid, Heer,
uw altijd geschonken ontferming.
Herinner u niet het kwaad van mijn jeugd,
maar denk aan mij met erbarmen.
De Heer is goed en rechtschapen,
daarom wijst Hij zondaars de weg.

Vers voor het evangelie
Alleluia. De Heer komt, gaat Hem tegemoet; Hij is de Vorst van de vrede. Alleluia.

Evangelie (Mt. 21, 23-27)
Het doopsel van Johannes, waar was dat vandaan?

Op zekere dag ging Jezus naar de tempel en toen Hij daar aan het onderrichten was, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk Hem de vraag stellen: “Welke bevoegdheid hebt Gij om dit alles te doen? En wie heeft U die bevoegdheid dan gegeven?” Jezus antwoordde hun: “Ik zal u ook een vraag stellen, en als gij Mij daar antwoord op geeft, zal Ik u op mijn beurt zeggen, krachtens welke bevoegdheid Ik dit alles doe. Het doopsel van Johannes, waar was dat vandaan? Van de hemel of van de mensen?” Zij beraadslaagden onder elkaar: “Als wij zeggen: van de hemel, dan zal Hij tegen ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan geen geloof geschonken? Als we zeggen: van de mensen, dan hebben wij het volk te vrezen, want iedereen houdt Johannes voor een profeet. Ze gaven Jezus dus ten antwoord: “Wij weten het niet.” Toen zei Hij op zijn beurt tot hen: “Dan zeg Ik u evenmin krachtens welke bevoegdheid Ik zo handel.”

Dinsdag 15 december

Eerste lezing (Sef. 3, 1-2.9-13)
Het messiaanse heil wordt beloofd aan de armen

Wee de weerspannige, bezoedelde, gewelddadige stad! Zij luistert naar geen vermaning, zij wil van geen onderrichting weten, zij vertrouwt niet op de Heer en nadert niet tot haar God. Ik zal aan de volken andere, reine lippen geven. Dan zullen zij allen de Naam van de Heer aanroepen en eensgezind Hem dienen. Van over de rivieren van Ethiopië, waarheen zij verstrooid zijn, brengen zij Mij hun offers, degenen die Mij aanbidden. Dan wordt onder u geen misdaad tegen Mij meer begaan, waarover gij u hebt te schamen, want Ik verwijder dan uit uw midden de hoogmoedige pronkers; op mijn heilige berg zult gij u niet langer misdragen. Ik laat bij u alleen nog over een nederig, bescheiden volk, dat zijn toevlucht vindt bij de Naam van de Heer: de rest van Israël.Zij bedrijven geen onrecht meer,  zij vertellen niet langer leugens en in hun mond is geen arglistige tong meer te vinden. Zij zullen weiden en rustig neerliggen zonder dat hen nog iemand opschrikt.

Tussenzang (Ps. 34, 2-3.6-7.17-18.19.23)
Refrein: Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer.
De Heer zal ik prijzen iedere dag,
zijn lof ligt mij steeds op de lippen.
Mijn geest is fier op de gunst van de Heer,
laat elk die het hoort zich verheugen.
Verlaat u op Hem, dan wordt ge gelukkig,
want Hij stelt u niet teleur.
Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer
en redt hen uit hun ellende.
Van boosdoeners keert Hij zijn aangezicht af,
zij worden op aarde vergeten.
Naar vromen die roepen luistert de Heer
en redt hen uit iedere nood.
De Heer is nabij voor rouwmoedige harten,
Hij helpt wie zijn schuld erkent.
De Heer redt het leven van wie Hem dient,
alwie tot Hem vlucht heeft geen straf te duchten.

Vers voor het evangelie
Alleluia. De Heer komt zijn volk bevrijden; zalig die klaar zijn om Hem te ontmoeten. Alleluia.

Evangelie (Mt. 21, 28-32)
Johannes kwam en zondaars schonken hem geloof
In die tijd zei Jezus tot de hogepriesters en de oudsten van het volk: “Wat denkt ge van het volgende? Een man had twee zonen. Hij ging naar de eerste toe en zei: Mijn zoon, ga vandaag werken in mijn wijngaard. Goed vader, antwoordde deze, maar hij deed het niet. Toen ging hij naar de tweede en zei hetzelfde. Deze antwoordde: Neen, ik wil niet; maar later kreeg hij spijt en ging toch. Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan?” Ze zeiden: “De laatste.” Toen zei Jezus hun: “Voorwaar, Ik zeg u: de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen. Johannes kwam tot u en beoefende de gerechtigheid; toch hebt gij hem geen geloof geschonken, terwijl de tollenaars en de ontuchtige vrouwen hem wel geloof schonken. Maar zelfs nadat ge dit had gezien, zijt ge toch niet tot inkeer gekomen en hebt ge hem geen geloof geschonken.”

Woensdag 16 december

Eerste lezing (Jes. 45, 6b-8.18.21b-25)
Dauwt, hemelen, uit de hoge
Zo spreekt God de Heer: “Ik ben de Heer, en niemand anders! Ik boetseer het licht en Ik schep de duisternis, Ik maak de vrede en Ik sticht het onheil! Ik, de Heer, Ik bewerk dat alles! Dauwt hemelen, uit den hoge en laat de wolken gerechtigheid regenen! De aarde moet opengaan en het heil opschieten; de grond moet de gerechtigheid laten ontspruiten.Ik, de Heer, Ik heb het geschapen! Ja, zo spreekt de Heer, die de hemelen geschapen heeft, Hij, de God, die de aarde geboetseerd en gemaakt heeft en die haar in stand houdt, Hij, die haar niet heeft gemaakt om leeg te zijn, maar die haar heeft geboetseerd om bewoond te worden, Hij zegt: Ik ben de Heer, en niemand anders!
Naast Mij is er geen God, geen rechtvaardige, geen reddende God. Keert u tot Mij om gered te worden, gij volken van alle landen der aarde, want Ik ben God, en niemand anders. Ik heb bij Mijzelf gezworen en wat uit mijn mond komt is waarheid, is een onherroepelijk woord: Iedere knie zal voor Mij buigen en iedere tong bij Mij zweren. Alleen bij de Heer, zal men zeggen, is zegepraal en kracht te vinden. Al degenen die tegen Hem opstonden zullen beschaamd voor Hem treden. Maar zegevierend en  oemrijk door de Heer is heel het volk van Israël.”

Tussenzang (Ps. 85, 9ab-10.11-12.13-14)
Refrein: Dauwt hemelen, uit den hoge
en laat de wolken gerechtigheid regenen.
Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt,
voorzeker een woord van verzoening.
Zijn heil is nabij voor hen die Hem vrezen,
zijn Glorie komt weer bij ons wonen.
Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan,
als vrede en recht elkander omhelzen;
dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten,
en ziet uit de hemel gerechtigheid neer.
Dan zal de Heer ons zijn zegen schenken
en draagt ons land rijke vrucht.
Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan
en voorspoed zijn schreden volgen.

Vers voor het evangelie (Ps. 80)
Alleluia. God van de heerscharen, richt ons weer op; lach ons weer toe en wij zullen gered zijn. Alleluia.

Evangelie (Lc. 7, 18b-23)
Gaat aan Johannes zeggen wat gij gezien en gehoord hebt
In die tijd ontbood Johannes een tweetal van zijn leerlingen
en stuurde ze naar de Heer om te vragen:
“Zijt Gij de Komende,
of hebben wij een ander te verwachten?”
Bij Jezus gekomen zeiden de mannen tot Hem:
“Johannes de Doper heeft ons naar U gestuurd om te vragen:
zijt Gij de Komende,
of hebben wij een ander te verwachten?”
Op dat ogenblik genas Jezus veel mensen
van ziekten, kwalen en boze geesten
en Hij schonk een groot aantal blinden het gezicht terug.
Hij gaf hun dit antwoord:
“Gaat aan Johannes zeggen wat gij gezien en gehoord hebt:
blinden zien en lammen lopen,
melaatsen worden gereinigd en doven horen,
doden staan op
en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.
Gelukkig hij die aan Mij geen aanstoot neemt.”

Donderdag 17 december

Eerste lezing (Gen. 49, 1a-2.8-10)
Van Juda zal de scepter niet wijken
In die dagen ontbood Jakob
zijn zonen en sprak:
“Kom nu bijeen en luister, zonen van Jakob,
luister naar Israël hier, jullie vader.
Juda, jou prijzen je broers;
jouw hand drukt de nek van je vijanden neer,
voor jou staan de zonen van je vader gebogen.
De welp van een leeuw is Juda;
met roof ben je opwaarts gekomen, mijn zoon!
Hij vlijt zich neer, hij ligt als een leeuw,
als de koning der dieren; wie waagt hem te wekken?
Van Juda zal de scepter niet wijken,
de staf niet verdwijnen tussen zijn voeten,
totdat hij verschijnt die hem dragen mag:
hem zijn de volken gehoorzaam.”

Tussenzang (Ps. 72, 2.3-4ab.7-8.17)
Refrein: Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien en welvaart alom tot het einde der maanden.
Mijn God, verleen de koning uw wijsheid, de koningszoon uw rechtvaardigheid. Hij moge uw volk rechtvaardig besturen, uw armen met billijkheid.

Dan stroomt de vrede omlaag van de bergen, en van de heuvels het recht. Hij zal het geringe volk beschermen, de zonen der armen verlossen. Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien en welvaart alom tot het einde der maanden.

Regeren zal hij van zee tot zee, vanaf de Rivier tot de grens van de aarde. Voor eeuwig blijve zijn naam geprezen, in ere zolang als er dagen zijn. Zijn naam zij een zegen voor alle stammen, bij alle volken met lof vermeld.

Vers voor het evangelie
Alleluia. Wijsheid van de Allerhoogste, alles bestuurt Gij met kracht en inzicht; kom, en leer ons de weg te gaan van kennis en wijsheid. Alleluia.

Evangelie (Mt. 1, 1-17)
Geslachtslijst van Jezus Christus, zoon van David
Geslachtslijst van Jezus Christus,
zoon van David,
zoon van Abraham.
Abraham was de vader van Isaäk,
Isaäk van Jakob,
Jakob van Juda en zijn broers;
Juda was de vader van Peres en Zerach,
die uit Tamar geboren werden;
Peres was de vader van Chesron,
Chesron van Aram,
Aram van Amminádab,
Amminádab van Nachson,
Nachson van Salmon,
Salmon van Boaz, die uit Rachab geboren werd;
Boaz was de vader van Obed,
geboren uit Ruth;
Obed was de vader van Isaï
en Isaï van David, de koning.
David was de vader van Salomo,
die geboren werd uit de vrouw van Uria;
Salomo was de vader van Rechabeam,
Rechabeam van Abia,
Abia van Asa,
Asa van Josafat,
Josafat van Joram,
Joram van Uzzia,
Uzzia van Joram,
Joram van Achaz,
Achaz van Hizkia,
Hizkia van Manasse,
Manasse van Amon,
Amon van Josia,
Josia van Jechonja en zijn broers,
in de tijd van de Babylonische ballingschap.
Na de Babylonische ballingschap
werd Jechonja de vader van Seáltiël,
Seáltiël van Zerubabel,
Zerubabel van Abiúd,
Abiúd van Eljakim,
Eljakim van Azor,
Azor van Sadok,
Sadok van Achim,
Achim van Eliud,
Eliud van Eleazar,
Eleazar van Mattan,
Mattan van Jakob.
Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria,
en uit haar werd geboren Jezus, die Christus genoemd wordt.
In het geheel zijn er dus van Abraham tot David
veertien geslachten,
van David tot de Babylonische ballingschap
ook veertien geslachten
en van de Babylonische ballingschap tot de Christus
eveneens veertien geslachten.

Vrijdag 18 december

Eerste lezing (Jer. 23, 5-8)
Een wettige afstammeling van David doe Ik opstaan
“Geloof Mij, de tijd komt – zo spreekt de Heer –
dat Ik een wettige afstammeling van David doe opstaan.
Hij zal met bekwaamheid regeren
en het land rechtvaardig en eerlijk besturen.
Dan wordt Juda bevrijd, leeft Israël veilig.
Dit is de naam die men hem geeft:
God de Heer, onze gerechtigheid.
Eens komt de tijd – zo spreekt de Heer –
dat men niet meer zegt:
Zowaar God leeft,
die de Israëlieten uit Egypte heeft geleid,
maar: Zowaar God leeft,
die de nakomelingen van Israël
heeft teruggebracht uit het noorden,
uit alle landen waarheen Hij hen had verdreven.
Op hun eigen grond zullen zij weer wonen.”

Tussenzang (Ps. 72, 2.12-13.18-19)
Refrein: Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien en welvaart alom tot het einde der maanden.
Mijn God, verleen de koning uw wijsheid,
de koningszoon uw rechtvaardigheid.
Hij moge uw volk rechtvaardig besturen,
uw armen met billijkheid.
De arme die steun vraagt zal hij bevrijden,
de ongelukkige zonder hulp.
Hij zal zich ontfermen over misdeelden,
de zwakken schenkt hij weer levensmoed.
De Heer zij geprezen, Israëls God,
die wonderen doet als geen ander;
geprezen zijn heilige Naam voor altijd,
zijn glorie vervulle de aarde.

Vers voor het evangelie
Alleluia. Leider van het huis Israël: Mozes hebt Gij op de Sinaï de Wet gegeven; kom ons met uw sterke arm bevrijden. Alleluia.

Evangelie (Mt. 1, 18-24)
Geboorte van Jezus uit de maagd Maria,
die verloofd is met Jozef, een afstammeling van David
De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze:
Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef
bleek zij, voordat ze gingen samenwonen,
zwanger van de heilige Geest.
Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was
en haar niet in opspraak wilde brengen,
dacht hij er over
in stilte van haar te scheiden.
Terwijl hij dit overwoog,
verscheen hem in een droom een engel van de Heer,
die tot hem sprak:
“Jozef, zoon van David,
wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen;
het kind in haar schoot is van de heilige Geest.
Zij zal een zoon ter wereld brengen, die gij Jezus moet noemen,
want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.
Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden
wat de Heer gesproken heeft door de profeet, die zegt:
Zie, de maagd zal zwanger worden
en een zoon ter wereld brengen,
en men zal Hem de naam Immanuël geven.
Dat is in vertaling:
God met ons.”
Ontwaakt uit de slaap
deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had
en nam zijn vrouw tot zich.

Zaterdag 19 december

Eerste lezing (Recht. 13, 2-7.24-25a)
De geboorte van Simson, door een engel aangekondigd
In die tijd
woonde er in Sora een Daniet die Manoach heette.
Zijn vrouw was onvruchtbaar en had nooit kinderen gekregen.
De engel van de Heer verscheen aan die vrouw en zei:
“Gij zijt altijd onvruchtbaar geweest
en hebt nooit een kind gekregen,
maar nu zult gij zwanger worden
en een zoon ter wereld brengen.
Zorg dat gij geen wijn of sterke drank drinkt
en niets eet dat onrein is.
Gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen.
Over het hoofd van de jongen mag geen scheermes gaan,
omdat hij vanaf de schoot van zijn moeder aan God is gewijd.
De bevrijding van Israël uit de macht van de Filistijnen
zal met hem beginnen.”
De vrouw ging dit aan haar man vertellen en zei:
“Er is een man Gods bij mij geweest;
hij zag er buitengewoon indrukwekkend uit,
als een engel van God.
Ik heb hem niet durven vragen waar hij vandaan kwam,
en hij heeft mij zijn naam niet genoemd.
Hij zei tegen mij:
Gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen.
Van nu af moogt gij geen wijn of sterke drank drinken
en niets eten dat onrein maakt;
want de jongen zal aan God gewijd zijn
vanaf de schoot van zijn moeder tot aan zijn dood.”
De vrouw bracht een zoon ter wereld en noemde hem Simson.
De jongen groeide op, en de Heer zegende hem.
En de geest des Heren bewoog hem voor het eerst.

Tussenzang: Ps. 71 (70) 3-4a, 5-6ab, 16-17
Refrein: Mijn mond was vervuld van uw lof,
U prees ik van vroeg tot laat.
Wees mij een vluchtoord, een veilige plaats;
mijn rots en mijn burcht zijt Gij altijd geweest.
Bevrijd mij, mijn God, uit de handen der zondaars.
Want Gij, mijn God, Gij zijt mijn verwachting,
mijn hoop zijt Gij, Heer, sinds mijn vroegste jeugd.
Vanaf de moederschoot steun ik op U,
Gij waart mijn beschermer sinds mijn geboorte.
Gods macht zal ik alom verhalen
en uw gerechtigheid loven, Heer.
Van jongsaf heb ik het ondervonden,
en nu nog prijs ik uw daden.
Vers voor het evangelie
Alleluia. Wortel van Jesse, standaard der volken: kom ons bevrijden, wil niet langer wachten. Alleluia.

Evangelie (Lc. 1, 5-25)
De geboorte van Johannes de Doper, door de engel Gabriël aangekondigd
In de dagen van Herodes, koning van Judea,
leefde er een priester, Zacharias geheten,
die behoorde tot de klasse van Abia.
Hij had een vrouw uit de dochters van Aäron
en haar naam was Elisabeth.
Beiden waren rechtvaardig in Gods ogen en leefden onberispelijk
volgens alle geboden en voorschriften van de Heer.
Zij hadden geen kinderen,
want Elisabeth was onvruchtbaar
en beiden waren al op gevorderde leeftijd.
Toen Zacharias voor God als priester mocht optreden,
omdat zijn klasse de beurt had,
geschiedde het dat hij
– zoals onder de priesters gebruikelijk was –
door het lot werd aangewezen
om de tempel des Heren binnen te gaan
en het wierookoffer op te dragen.
Het gehele volk
stond op het uur van het wierookoffer buiten te bidden.
Er verscheen hem een engel des Heren
aan de rechterkant van het wierookaltaar.
Toen Zacharias hem zag ontstelde hij
en werd door vrees bevangen.
Maar de engel sprak tot hem:
“Vrees niet Zacharias, want uw bede is verhoord;
uw vrouw Elisabeth zal u een zoon schenken,
die gij Johannes moet noemen.
Ge zult verheugd zijn en het uitjubelen
en vele mensen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer;
wijn of sterke drank zal hij niet drinken
en nog in de schoot van zijn moeder
zal hij met de heilige geest vervuld worden.
Vele zonen van Israël zal hij terugbrengen tot de Heer, hun God.
Hij zal voor Hem uitgaan met de geest en de kracht van Elia
om de gezindheid van de vaderen
te doen terugkeren in de kinderen
en de ongehoorzamen
te brengen tot de gesteltenis van de rechtvaardigen,
en om zo voor de Heer een welbereid volk te vormen.”
Maar Zacharias zei tot de engel:
“Waaraan zal ik dit erkennen?
Ik ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren.”
De engel antwoordde hem:
“Ik ben Gabriël, die voor Gods aanschijn staat,
en ik ben gezonden om tot u te spreken
en u deze blijde boodschap aan te kondigen.
Zie, gij zult zwijgen en niet in staat zijn te spreken
tot de dag waarop dat zal gebeuren,
omdat ge mijn woorden niet geloofd hebt;
deze zullen echter op hun tijd in vervulling gaan.”
Intussen stond het volk op Zacharias te wachten
en ze verwonderden zich, dat hij zolang in het heiligdom bleef.
Toen hij naar buiten kwam,
was hij niet bij machte tot hen te spreken
en zij begrepen dat hij in het heiligdom een verschijning gezien had.
Maar omdat hij stom bleef, kon hij slechts tegen hen gebaren.
Toen de tijd van zijn tempeldienst om was
ging hij naar huis terug
en enige tijd later werd zijn vrouw Elisabeth zwanger.
Zij hield zich vijf maanden lang verborgen en daarna sprak zij:
“Dit heeft de Heer voor mij gedaan,
toen het Hem behaagd had
mijn schande bij de mensen weg te nemen.”

“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)

Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.

Hartelijk dank voor uw gave.

Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus

O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:

Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.

Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.

Gebed van de Vrouwe van alle volkeren

Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.

Gebed tot de Aartsengel Michaël

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.

Angelus ad Virginem

℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis

Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi

Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

De Engel des Heren

℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond

Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.

℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.