Dagelijks Brood, lezingen van de dag 1 – 7 november 2020

Dagelijks Brood, lezingen van de dag is een klein boekje met de lezingen voor de heilige Mis van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.
Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!
Dagelijks Brood, lezingen van de dag 1 – 7 november 2020
31e week door het jaar
Zondag 1 november Allerheiligen, Hoogfeest
Eerste lezing (Apok. 7, 2-4.9-14)
Aan onze God, die op de troon is gezeten en aan het Lam behoort de overwinning Ik, Johannes, zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tot de vier engelen aan wie macht gegeven was schade toe te brengen aan de aarde en de zee: “Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de dienstknechten van onze God met het zegel op hun voorhoofd getekend hebben.” En ik vernam het aantal getekenden: honderdvierenveertigduizend waren er uit alle stammen van de kinderen van Israël. Daarna zag ik een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon van het Lam, gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand. En zij riepen allen luid: “Aan onze God, die op de troon is gezeten en aan het Lam behoort de overwinning!” En al de engelen stonden rondom de troon, de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon en zij aanbaden God, zeggend: “Amen! Lof en heerlijkheid en wijsheid en dank, eer en macht en sterkte aan onze God in de eeuwen der eeuwen. Amen!” Toen richtte zich een van de oudsten tot mij en zei: “Wie zijn dat in die witte gewaden en waar komen zij vandaan?” Ik antwoordde hem: “Heer, dat weet gij.” Toen zei hij: “Dat zijn diegenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.
Tussenzang (Ps. 24)
Refrein: Zo doet het geslacht dat zich richt tot U, dat staat voor uw aanschijn, Heer onze God. Aan God hoort de aarde en al wat er op is, de aardschijf en al wat daar woont; want Hij heeft haar op het water gegrondvest, haar vastgelegd op de zee. Wie zal beklimmen de berg van de Heer, wie in zijn heiligdom staan? Die rein is van handen en zuiver van hart, zijn zinnen niet zet op wat kwaad is Hij zal door de Heer gezegend worden, beloond door God, zijn Verlosser. Zo doet het geslacht dat zich richt tot Hem, dat staat voor het aanschijn van Jakobs God.
Tweede lezing (1 Joh. 3, 1-3)
Nu reeds zijn wij kinderen van God Vrienden, hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft! Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook. De wereld begrijpt ons niet en ze kent ons niet, omdat zij Hem niet heeft erkend. Vrienden, nu reeds zijn wij kinderen van God en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten dat wanneer het geopenbaard wordt wij aan Hem gelijk zullen zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is. Wie zulk een heil van God verwacht, maakt zich rein zoals Christus rein is.
Vers voor het evangelie (Mt. 11, 28)
Alleluia. Komt allen tot Mij, die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verkwikking schenken. Alleluia.
Evangelie (Mt. 5, 1-12a)
Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel Toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op, en nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus: “Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen. Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen. Zalig zijt gij wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil: Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.”
Maandag 2 november Allerzielen, Gedachtenis van alle overleden gelovigen
Eerste lezing (Job 25, 1.23-27a)
Mijn hart smacht van verlangen Zo luiden de woorden van Job: Ach, werden mijn woorden maar opgetekend, ergens in vastgelegd, door een ijzeren stift in een rotssteen gedreven, met lood gevuld – tot blijvend getuigenis. Want ik weet, ik ben er zeker van: mijn verlosser leeft, op het laatst zal Hij deze wereld binnentreden. En al ben ik nog zo geschonden, ik zal God zien vanuit dit lichaam. Aan mijn zijde zal ik Hem zien, met eigen ogen; Mijn hart smacht van verlangen.
Tussenzang (Psalm 116)
Refrein: Ik mag weer leven onder Gods oog in het land van de levenden. De heer is goed en rechtvaardig, barmhartig is onze God. Eenvoudigen biedt Hij bescherming; Hij heeft mij gered uit de nood. Ik bleef vertrouwen, al zei ik: ik ben gebroken van smart; al sprak ik in mijn verwarring: arglistig is ieder mens. Want kostbaar is in zijn ogen het leven van wie hem vereert. O Heer, ik ben uw dienaar. Gij hebt mijn boeien geslaakt.
Tweede lezing (Rom. 14, 7-9.10b-12)
Of wij leven of sterven, Hem behoren wij toe Broeders en zusters, niemand van ons leeft voor zichzelf alleen, niemand sterft voor zichzelf alleen. Zolang wij leven, leven wij voor de Heer, en sterven wij, dan sterven wij voor de Heer: of wij leven of sterven, Hem behoren wij toe. Daarvoor is Christus gestorven en weer levend geworden: om Heer te zijn over doden en levenden. Allen zullen wij verschijnen voor de rechterstoel van God. Want er staat geschreven: “Zowaar Ik leef, zegt de Heer, voor Mij zal elke knie zich buigen en elke tong zal God lofprijzen.” Zo zal dan ieder van ons rekenschap moeten afleggen voor zichzelf.
Vers voor het evangelie (Joh. 6)
Alleluia. Dit is de wil van mijn Vader, zegt de Heer, dat Ik niets van wat Hij Mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag. Alleluia.
Evangelie (Joh. 17, 24-26)
Al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en zei: “Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad vóór de grondvesting van de wereld. Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.”
Dinsdag 3 november H. Martinus de Porres, kloosterling/Hubertus, bisschop
Eerste lezing (Fil. 2, 5-11)
Hij heeft zichzelf vernederd; daarom heeft God Hem hoog verheven Broeders en zusters, die gezindheid moet onder u heersen, welke Christus Jezus bezielde. Hij die bestond in goddelijke majesteit, heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood, tot de dood aan een kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de Naam verleend, die boven alle namen is. Opdat bij het noemen van zijn Naam zich iedere knie zou buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde; en iedere tong zou belijden, tot eer van God de Vader Jezus Christus is de Heer.
Tussenzang (Ps. 22, 26b-27.28-30a.31-32)
Refrein: Voor heel de menigte zal ik U prijzen, Heer. U dank ik voor het oog van de godvrezenden. De armen zullen eten en verzadigd worden, en allen die God zoeken, prijzen Hem, hun moed zal weer herleven. Dan zullen alle landen van de aarde de Heer gedenken en zich tot Hem keren; en nedervallen zullen voor zijn Aangezicht de stammen en de volken overal. Want aan de Heer komt toe het koningschap, Hij is de heerser over alle naties. Die rusten in de aarde zullen Hem aanbidden. Mijn ziel zal voor zijn Aanschijn blijven leven, mijn nageslacht zal steeds zijn dienaar zijn. Het zal verhalen van de Heer aan het geslacht dat komt, van zijn gerechtigheid aan die geboren worden: dit heeft de Heer gedaan.
Vers voor het evangelie (Joh. 6, 64b.69b)
Alleluia. Uw woorden, Heer, zijn geest en leven, uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. Alleluia.
Evangelie (Lc. 14, 15-24)
Haast je naar de straten en stegen van de stad en nodig de mensen dringend uit binnen te komen, want mijn huis moet vol worden In die tijd zei een der tafelgenoten tot Jezus: “Gelukkig al wie zijn maaltijd zal houden in het Rijk Gods.” Hij antwoordde hem: “Zeker iemand gaf een groot maal en nodigde veel gasten. Op het uur van de maaltijd zond hij zijn dienaar om aan de genodigden te zeggen: Komt, alles is gereed. Maar zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen. De eerste liet hem zeggen: Ik heb een akker gekocht en moet die noodzakelijk gaan bekijken, ik verzoek u mij wel te willen verontschuldigen. Een tweede zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en moet ze gaan proberen, ik verzoek u mij wel te willen verontschuldigen. Weer een ander: Ik ben zo pas getrouwd; daarom kan ik niet komen. Bij zijn thuiskomst bracht die dienaar dat alles aan zijn meester over. Nu ontstak de heer des huizes in toorn en beval aan zijn dienaar: Haast je naar de straten en stegen van de stad en breng de armen, gebrekkigen, blinden en kreupelen hier binnen. Toen de dienaar hem zei: Heer, wat gij bevolen hebt, is gebeurd en nog is er plaats, droeg de heer zijn dienaar op: Ga naar de wegen en de binnenpaden en nodig de mensen dringend uit binnen te komen, want mijn huis moet vol worden. Ik zeg u: Geen enkel van de mannen, die het eerst genodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven.”
Woensdag 4 november H. Carolus Borromeüs, bisschop
Eerste lezing (Fil. 2, 12-18)
Maakt werk van uw heil; God is het immers die zowel het willen als het doen in u tot stand brengt Broeders en zusters, gij hebt altijd naar mij geluisterd; maakt dus nu, in mijn afwezigheid, met niet minder ernst werk van uw heil dan toen ik bij u was. God is het immers, die zowel het willen als het doen in u tot stand brengt, om zijn heilsplan te verwezenlijken. Doet al wat ge te doen hebt, zonder te morren of tegen te spreken. Zorgt dat ge onberispelijk en ongerept zijt, als onbesproken kinderen van God onder een slinks en ontaard geslacht, waarin gij schittert als sterren in het heelal. Houdt vast het woord des levens. Dan kan ik, als de dag van Christus komt, er trots op zijn dat mijn werk en mijn inspanning niet vergeefs zijn geweest. Maar ook al wordt mijn bloed geplengd bij de offerdienst van uw geloof, dan nog wens ik mijzelf en u allen geluk. En gij moet evengoed blij zijn en delen in mijn vreugde.
Tussenzang (Ps. 27, 1.4.13-14)
Refrein: De Heer is mijn licht en mijn leidsman. De Heer is mijn licht en mijn leidsman, wie zou ik vrezen, de Heer is de schuts van mijn leven, voor wie zou ik bang zijn ? Eén ding slechts vraag ik de Heer, meer zal ik niet wensen, dat ik in Gods huis mag wonen zolang als ik leef. Dat ik de beminnelijkheid van de Heer mag ervaren, zijn tempel weer met eigen ogen mag zien. Ik reken er nog op tijdens mijn leven de weldaden van de Heer te ervaren. Zie uit naar de Heer en houd dapper stand, wees moedig van hart en vertrouw op de Heer.
Vers voor het evangelie (Mt. 11, 25)
Alleluia. Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen hebt geopenbaard aan kinderen. Alleluia.
Evangelie (Lc. 14, 25-33)
Als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt, kan hij mijn leerling niet zijn Toen talloze mensen met Jezus meetrokken, keerde Hij zich om en zei tot hen: “Als iemand naar Mij toekomt, die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen, zijn broers en zusters, ja, zelfs zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn. Als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt, kan hij mijn leerling niet zijn. Als iemand van u een toren wil bouwen, zal hij dan niet eerst ervoor gaan zitten om een begroting te maken of hij wel genoeg bezit om hem te voltooien? Anders zou het hem kunnen overkomen – als hij de fundering heeft gelegd en niet in staat is het werk tot een einde te brengen – dat allen, die het zien hem gaan bespotten en zeggen: Die man begon te bouwen, maar hij was niet in staat het einde te halen. Of welke koning zal – als hij tegen een andere koning ten oorlog wil trekken – niet eerst overleggen of hij sterk genoeg is, om met tienduizend man het hoofd te bieden aan iemand, die met twintigduizend man tegen hem optrekt? Zo niet, dan stuurt hij, als de tegenstander nog ver weg is een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden. Zo kan niemand van u mijn leerling zijn als hij zich niet losmaakt van al wat hij bezit.”
Donderdag 5 november
Eerste lezing (Fil. 3, 3-8a)
Al die voordelen heb ik afgeschreven en om Christus’ wil beschouw ik alles als verlies Broeders en zusters, wij die God aanbidden in de Geest, wij zijn de ware besnedenen. Wij zoeken onze roem in Christus Jezus, niet in onszelf. Ik zou me overigens met recht en reden op menselijke voorrechten kunnen beroepen. Als anderen menen daarop te kunnen vertrouwen, dan ik zeker. Ik ben besneden op de achtste dag, van Israëls geslacht, van de stam Benjamin, een geboren en getogen Hebreeër, op het stuk van de tora een Farizeeër, wat ijver aangaat een vervolger van de kerk, in wettische heiligheid volmaakt. Maar al die voordelen heb ik afgeschreven om Christus’ wil. Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want mijn Heer Christus Jezus kennen gaat alles te boven. Om Hem heb ik alles prijsgegeven.
Tussenzang (Ps. 105, 2-3.4-5.6-7)
Refrein: Verheugt u, gij die de Heer aanhangt. Of: Alleluia. Bezingt Hem en tokkelt de snaren voor Hem, verhaalt al zijn wondere werken. Gaat groot op de heilige Naam van de Heer, verheugt u, gij die Hem aanhangt Verlaat u op Hem, op zijn machtige arm, blijft altijd zijn Aanschijn zoeken. Vergeet nooit de wonderen, die Hij deed, zijn tekenen en zijn beloften. Gij, kroost van zijn dienaar Abraham, gij, zonen van Jakob, zijn welbeminde. De Heer, Hij is onze enige God, wat Hij beslist geldt voor heel de aarde.
Vers voor het evangelie (cf. Lc. 8, 15)
Alleluia. Zalig zij, die het woord Gods dat zij hoorden, in een goed en edel hart bewaren en vrucht voortbrengen door hun standvastigheid. Alleluia.
Evangelie (Lc. 15, 1-10)
Er is vreugde bij de engelen van God over één zondaar die zich bekeert In die tijd kwamen tollenaars en zondaars van allerlei slag bij Jezus om naar Hem te luisteren. De Farizeeën en de schriftgeleerden morden daarover en zeiden: “Die man ontvangt zondaars en eet met hen.” Hij hield hun deze gelijkenis voor: “Wanneer iemand onder u honderd schapen heeft en er één van verliest, laat hij dan niet de negenennegentig in de wildernis achter om op zoek te gaan naar het verlorene, totdat hij het vindt? En als hij het vindt, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en hij gaat naar huis, roept zijn vrienden en buren bij elkaar en zegt hun: Deelt in mijn vreugde, want mijn schaap dat verloren was geraakt heb ik gevonden. Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar, die zich bekeert, dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben. Of welke vrouw, die tien drachmen bezit en één drachme verliest, steekt niet een lamp aan, veegt niet het huis en zoekt niet zorgvuldig, totdat ze die vindt? En als ze die gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buurvrouwen bij elkaar en zegt: Deelt in mijn vreugde, want de drachme, die ik had verloren, heb ik gevonden. Zo, zeg Ik u, is er vreugde bij de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.”
Vrijdag 6 november Alle heilige verkondigers van het geloof in onze streken, Feest
Eerste lezing (2 Kor. 4, 1-2.5-7)
Licht moet schijnen uit het duister Broeders en zusters, nu wij door Gods ontferming met zijn dienst zijn belast, verliezen wij nooit de moed. Wij hebben heimelijkheid en schaamte afgelegd, wij gaan niet met sluwheid te werk, wij vervalsen Gods woord niet. De openlijke verkondiging van de waarheid is onze aanbeveling bij alle mensen, die ons voor het aanschijn van God willen beoordelen. Wij verkondigen immers niet onszelf, maar Christus Jezus de Heer; onszelf beschouwen wij slechts als uw dienaars om Jezus’ wil. Dezelfde God die gezegd heeft: “Licht moet schijnen uit het duister” is als een licht in onze harten opgegaan, om de kennis te doen stralen van zijn heerlijkheid, die ligt over het gelaat van Christus. Maar wij dragen deze schat in aarden potten; duidelijk blijkt dat die overgrote kracht van God komt en niet van ons.
Tussenzang (Ps. 67)
Refrein: Toon het licht van uw aanschijn; maak in alle landen uw heil bekend. God, wees ons barmhartig en zegen ons, toon ons het licht van uw aanschijn; opdat men op aarde uw wegen mag kennen, in alle landen uw heil. Laat alle naties van vreugde juichen omdat Gij de volken rechtvaardig regeert en alles op aarde bestuurt. De aarde gaf ons haar vruchten, de zegen van onze God. God geve ons zo zijn zegen dat heel de aarde Hem vreest.
Vers voor het evangelie (Joh. 6, 8.12b)
Alleluia. Ik ben het licht der wereld, zegt de Heer. Wie mij volgt zal het licht des levens bezitten. Alleluia.
Evangelie (Joh. 12, 44-50)
Ik heb immers niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader die Mij gezonden heeft In die tijd verklaarde Jezus met luide stem: “Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij, maar in Hem die Mij gezonden heeft; en wie Mij ziet, ziet Hem die Mij gezonden heeft. Als een licht ben Ik in de wereld gekomen, opdat al wie in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft. Indien iemand mijn woorden hoort zonder ze te onderhouden, dan veroordeel Ik hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld te redden. Want wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanvaardt heeft reeds iemand die hem veroordeelt: het woord dat Ik gesproken heb, dat zal hem veroordelen op de laatste dag. Ik heb immers niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader die Mij gezonden heeft, Hij heeft Mij opgedragen wat Ik moet zeggen en verkondigen. Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Wat Ik dus verkondig, verkondig Ik zoals de Vader het Mij gezegd heeft.”
Zaterdag 7 november H. Willibrord, bisschop Verkondiger van ons geloof, Patroon van de Nederlandse kerkprovincie, Patroon van het bisdom Haarlem-Amsterdam, Hoogfeest
Eerste lezing (Jes. 52, 7-10)
De vreugdebode die vrede meldt Hoe liefelijk op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede meldt, goed nieuws verkondigt, die heil komt melden, die zegt tot Sion: Uw God regeert! Hoort! Uw torenwachters verheffen hun stem, zij jubelen tegelijk, want zij zien, oog in oog de terugkeer van de Heer naar Sion. Barst los in jubel, allen samen, puinen van Jeruzalem, want de Heer heeft zijn volk getroost; Hij heeft Jeruzalem verlost. De Heer heeft zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle volkeren; en alle grenzen der aarde hebben het heil van onze God aanschouwd.
Tussenzang (Ps. 96, 1-2a.2b-3.7-8a.10)
Refrein: Meldt aan de naties de heerlijkheid van de Heer. Of: Alleluia. Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zingt voor de Heer, alle landen. Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam. Verkondigt zijn heil alle dagen. Meldt aan de naties zijn heerlijkheid, zijn wondere daden aan alle volken. Huldigt de Heer, alle stammen en volken, huldigt de Heer om zijn glorie en macht. Huldigt de Heer om de roem van zijn Naam. Beeft voor de Heer, alle mensen op aarde. Zegt tot elkander: de Heer regeert! Onwrikbaar heeft Hij de aarde geschapen, de volken bestuurt Hij met billijkheid.
Tweede lezing (Hebr. 13, 7-9a.15-17a)
Gedenkt uw leiders die u het eerst het woord van God verkondigd hebben Broeders en zusters, gedenkt uw leiders, die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof, Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid. Laat u niet van de wijs brengen door allerlei vreemde theorieën. Door Jezus willen wij God voortdurend een lofoffer brengen, de hulde namelijk van lippen, die zijn Naam prijzen. Vergeet ook nooit elkaar goed te doen en te helpen, want dat zijn de offers, die God behagen. Gehoorzaamt uw leiders en voegt u naar hen; zij zijn dag en nacht in de weer voor uw heil, want zij zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid.
Vers voor het evangelie (Mt. 28, 19a.20b)
Alleluia. Gaat en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen, zegt de Heer; Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld. Alleluia.
Evangelie (Mc. 16, 15-20)
Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie In die tijd, toen Jezus aan de elf verscheen, sprak Hij tot hen: “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping. Wie gelooft en gedoopt is zal gered worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. En deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen: in mijn Naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, slangen opnemen; zelfs als ze dodelijk vergif drinken zal het hun geen kwaad doen; en als ze aan zieken de handen opleggen zullen dezen genezen zijn.” Nadat de Heer Jezus aldus tot hen gesproken had, werd Hij ten hemel opgenomen en Hij zit aan de rechterhand van God. Maar zij trokken uit om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden.
Ofwel:
Vers voor het evangelie (Joh. 15, 16)
Alleluia. Ik heb u uitgekozen en de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen, die blijvend zijn. Alleluia.
Evangelie (Mt. 28, 16-20)
Gaat en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen
In die tijd begaven de elf leerlingen zich naar Galilea, naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wierpen ze zich in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden. Jezus trad nader en sprak tot hen: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.”
“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad” (Psalm 119)
Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom via Ideal op onze doneerpagina of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99 t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave.
Noveengebed om bescherming tegen het coronavirus
O goede Moeder, Onze Lieve Vrouw ter Nood, Wij geloven in uw zorg, in uw medeleven en uw voorspraak bij Jezus uw Zoon. Daarom komen wij vol vertrouwen tot u en wij vragen door U aan de Heer:
Bevrijd heel de wereld van de Corona-epidemie, genees en sterk de zieken en zegen hen die zorg voor hen dragen. Sta alle mensen bij die lijden onder de gevolgen van deze crises. Geef wijsheid aan onze bestuurders.
Bevrijd ons van onrust en angst, verlicht ons in pijn en verdriet. Geef ons hoop waar wij het niet meer zien zitten, geef ons kracht als wij er niet tegenop kunnen, geef ons licht waar het donker is en geef dat wij elkaar spoedig weer in vrijheid en vreugde nabij kunnen zijn.
Maria, bescherm ons en onze dierbaren, geef ons overgave aan de wil van de Vader en leid ons veilig naar Jezus, uw Zoon. Amen.
Gebed van de Vrouwe van alle volkeren
Heer Jezus Christus, zoon van de Vader zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze voorspreekster zijn. Amen.
Gebed tot de Aartsengel Michaël
Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen en Gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.
Angelus ad Virginem
℣. Angelus Domini nuntiavit Mariae
℟.Et concepit de Spiritu Sancto
Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.
Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.
℣.Ecce ancilla Domini
℟.Fiat mihi secundum verbum tuum
Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.
Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.
℣.Et Verbum caro factum est
℟.Et habitavit in nobis
Ave Maria Gratia plena, Dominus tecum Benedicta tu in mulieribus Et benedictus fructus ventris tui, Jesus.
Sancta Maria, Mater Dei. Ora pro nobis peccatoribus Nunc et in hora mortis nostrae. Amen.
℣.Ora pro nobis, Sancta Dei Genetrix
℟.Ut digni efficiamur promissionibus Christi
Oremus. Gratiam tuam, quaesumus, Domine mentibus nostris infunde ut, qui, Angelo nuntiante Christi Filii tui incarnationem cognovimus per passionem eius et crucem ad resurrectionis gloriam perducamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.
De Engel des Heren
℣.De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt
℟.En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest
Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.
℣.Zie de dienstmaagd des Heren
℟.Mij geschiede naar uw woord
Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.
℣.En het Woord is vlees geworden
℟.En Het heeft onder ons gewoond
Wees gegroet, Maria Vol van genade, de Heer is met U Gij zijt de gezegende onder de vrouwen En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God bid voor ons, zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.
℣.Bid voor ons, heilige Moeder van God, ℟.opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel de menswording van Christus, uw Zoon, leren kennen Wij bidden U stort uw genade in onze harten opdat wij door zijn lijden en kruis gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen.
Recommended Posts

Vriendenmagazine OLV ter Nood december 2023
december 08, 2023

Vriendenmagazine OLV ter Nood september 2023
september 21, 2023