Dagelijks Brood 10 t/m 15 september 2018

Dagelijks Brood is een klein boekje met de lezingen van de dagen door de week. Zodat u, ook wanneer u op doordeweekse dagen naar de H. Mis gaat, de lezingen, het Woord van God, goed kunt volgen. De titel is ontleend aan een Italiaanse uitgave (Pane Quotidiano) van de gemeenschap Paus Johannes XXIII, gesticht door de dienaar Gods Don Oreste Benzi.
Dat het Woord van God u extra mag raken en voeden op deze wijze!
Lezingen van maandag t/m zaterdag 10 – 15 september 2018 23e week door het jaar
U kunt hier deze week downloaden in PDF.
Maandag 10 september
Eerste lezing (1 Kor. 5, 1-8)
Broeders en zusters, men hoort algemeen spreken van ontucht onder u en wel van de soort, die zelfs bij de heidenen niet voorkomt: dat iemand leeft met de vrouw van zijn vader. En gij verheft u nog boven anderen? Waarom zijt gij niet in de rouw gegaan ? Dan zou de man, die zo iets heeft bedreven, uit uw midden verwijderd zijn. Ik voor mij, hoewel lichamelijk afwezig, maar in de geest aanwezig, heb reeds – als was ik bij u – het vonnis geveld over hem, die dat heeft durven doen. En het luidt: in de Naam van de Heer Jezus moeten wij bijeenkomen, gij en ik in de geest, samen met de kracht van onze Heer Jezus, en die man uitleveren aan de satan, tot ondergang van zijn lichaam, maar tot redding van zijn geest op de dag des Heren. Uw zelfvoldaanheid staat u niet fraai. Ge weet toch dat een beetje zuurdeeg genoeg is om het hele deeg zuur te maken? Doet het oude zuurdeeg weg om vers deeg te worden; ge moet immers zijn als ongezuurde paasbroden, want ook ons paaslam is geslacht: Christus zelf. Wij moeten ons feest niet vieren met het oude zuurdeeg, met het bederf van slechtheid en ontucht, maar met het zuivere brood van reinheid en waarheid.
Tussenzang (Ps. 5)
Refrein: Geleid mij langs veilige wegen, maak effen het pad dat ik ga.
Met aandrang wend ik mij, Heer, tot U, reeds vroeg in de morgen hoort Gij mijn stem, reeds vroeg mijn hoop en verlangen. Gij zijt toch geen God die onrecht verdraagt, bij U kan geen booswicht vertoeven.
Geen zondaar kan U in de ogen zien, Gij haat hen die onrecht bedrijven. Die leugentaal spreken vernietigt Gij, Gij gruwt van bloeddorst en wreedheid;
maar zegent hen, die zich wenden tot U en maakt hen voor altijd gelukkig. Wees Gij hun beschermer en schenk hen uw troost, omdat zij uw Naam beminnen.
Vers voor het evangelie (cf. Hand. 16, 14b)
Alleluia. Maak ons ontvankelijk, Heer, en dat wij ons richten naar het woord van uw Zoon. Alleluia.
Evangelie (Lc. 6, 6-11)
Het gebeurde op een sabbat, toen Jezus de synagoge binnenging om daar te onderrichten, dat er een man aanwezig was met een verschrompelde rechterhand. De schriftgeleerden en Farizeeën hielden Jezus in het oog of Hij op sabbat een genezing zou verrichten, om iets te vinden waarvan zij Hem zouden kunnen beschuldigen. Maar Hij wist wat ze dachten en Hij zei tot de man met de verschrompelde hand: “Sta op en kom in het midden.” De man stond op en trad naderbij. Daarop sprak Jezus tot de Farizeeën: “Ik vraag u: is het niet eerder geoorloofd op sabbat goed te doen dan kwaad, iemand te redden dan te laten omkomen?” Toen liet Hij zijn blik rondgaan over hen allen en zei tot de man: “Steek uw hand uit.” Hij deed het, en zijn hand was weer gezond. Toen waren ze buiten zichzelf van woede en ze bespraken met elkaar wat ze tegen Jezus konden doen.
Dinsdag 11 september
Eerste lezing (1 Kor. 6, 1-11)
Broeders en zusters, blijkbaar zijn er onder u, die, als zij een kwestie hebben met hun naaste, hun recht gaan zoeken bij de ongerechtigen en niet bij de heiligen. Weet gij niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als het oordeel over de wereld bij u berust, zoudt gij dan niet bevoegd zijn voor de meest onbeduidende rechtszaken? Weet gij niet, dat wij over engelen zullen oordelen ? Hoeveel te meer dan over alledaagse dingen. Voor dit soort geschillen moest gij hen, die in de gemeente niet in tel zijn, zitting laten houden. Dit zeg ik om u te beschamen. Er is onder u toch wel een verstandig man, die tussen broeders uitspraak kan doen? In plaats daarvan procedeert de ene broeder tegen de andere en dat nog wel ten overstaan van ongelovigen. Dat gij tegen elkaar processen voert is al treurig genoeg. Waarom lijdt gij niet liever onrecht? Waarom laat gij u niet benadelen? Maar gij pleegt zelf onrecht, zelf berokkent gij schade, en nog wel aan broeders. Weet gij niet, dat zij die onrecht plegen het koninkrijk Gods niet zullen erven? Maak uzelf niets wijs! Hoerenlopers, afgodendienaars, echtbrekers, schandknapen, knapenschenders, dieven, gierigaards, dronkaards, lasteraars, oplichters, zij zullen het koninkrijk Gods niet erven. En sommigen van u zijn dat wel geweest, maar nu hebt gij u rein gewassen: gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in de Naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.
Tussenzang (Ps. 149)
Refrein: Onze Heer, die zijn volk bemint, omkranst de verdrukte met zegekransen.
Of: Alleluia.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zijn lof weerklinke te midden der zijnen. Israël juiche zijn Schepper toe, laat Sions zonen hun koning begroeten.
Looft zijn Naam in een heilige dans, bespeelt voor Hem harp en citer. Want onze Heer, die zijn volk bemint, omkranst de verdrukte met zegekransen.
Jubelt dus, heiligen, om uw triomf, viert feest in uw legerplaatsen. Gaat met het lied van God in uw mond, een taak die zijn vromen tot eer strekt.
Vers voor het evangelie (2 Kor. 5, 19)
Alleluia. God was het, die in Christus de wereld met zich verzoende, en ons gaf Hij de boodschap van de verzoening mee. Alleluia.
Evangelie (Lc. 6, 12-19)
In die dagen ging Jezus naar het gebergte om te bidden en bracht daar de nacht door in gebed tot God. Bij het aanbreken van de dag riep Hij zijn leerlingen bij zich en koos er twaalf uit, aan wie Hij tevens de naam van apostel gaf: Simon, aan wie Hij de naam Petrus gaf, diens broer Andreas, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartolomeüs, Matteüs en Tomas, Jakobus de zoon van Alfeüs, Simon met de bijnaam ‘IJveraar’, Judas, de broer van Jakobus en Judas Iskariot, die een verrader werd. Samen met hen daalde Hij af, maar Hij bleef staan op een vlak terrein. Daar bevond zich een talrijke groep van zijn leerlingen en een grote volksmenigte uit heel het joodse land, uit Jeruzalem en uit het kustland Tyrus en Sidon. Zij waren gekomen om Hem te horen en om van hun kwalen genezen te worden. En die gekweld werden door onreine geesten vonden genezing. Heel die menigte deed pogingen Hem aan te raken, want er ging van Hem een kracht uit die allen genas.
Woensdag 12 september – De heilige naam van Maria
Eerste lezing (1 Kor. 7, 25-31)
Broeders en zusters, voor de ongehuwden heb ik geen gebod van de Heer, maar ik geef mijn mening aIs iemand, die door de ontferming des Heren betrouwbaar is. Ik meen dat het in onze zware tijden voor een mens het beste zou zijn te blijven wat hij is. Hebt gij een vrouw getrouwd? Zoek geen scheiding. Hebt gij uw vrouw verloren? Zoek geen andere. Maar als gij wel trouwt, zondigt gij niet, en ook het ongehuwde meisje doet geen zonde als zij wil trouwen. Alleen, zulke mensen halen zich kommer en zorg op de hals en dat zou ik u willen besparen. Ik bedoel dit, broeders en zusters: de tijd is kort geworden. Laten daarom zij die een vrouw hebben, zijn als hadden zij ze niet; zij die wenen als weenden zij niet; zij die zich verheugen als waren zij niet verheugd; zij die kopen als werden zij geen eigenaar. Kortom, zij die met het aardse ómgaan, moeten er niet in ópgaan; want de wereld die wij zien gaat voorbij.
Tussenzang (Ps. 45/44)
Refrein: Nu luister, dochter, wees aandachtig.
Nu luister, dochter, wees aandachtig, vergeet uw volk, vergeet uw vaderhuis. Uw schoonheid wekt de liefde van de koning, breng hem uw hulde, want hij is uw heer.
Daar treedt de koningsdochter binnen in haar schoonheid, haar klederen van goud-doorweven stof. In kleurenpracht gehuld leidt men haar tot de koning, met haar gevolg van maagden komt zij naderbij.
Men haalt hen in met blijdschap en gejuich, zij treden binnen in de koninklijke woning. Uw zonen nemen eens de plaats in van uw vader, zij zullen vorsten zijn in heel het land.
Vers voor het evangelie (cf. Ef. 1, 17-18)
Alleluia. De God van onze Heer Jezus Christus moge ons innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is, waartoe Hij ons roept. Alleluia.
Evangelie (Lc. 6, 20-26)
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen op, keek zijn leerlingen aan en sprak: “Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk Gods. Zalig die nu honger lijdt, want gij zult verzadigd worden. Zalig die nu weent, want gij zult lachen. Zalig zijt gij wanneer omwille van de Mensenzoon de mensen u haten, wanneer zij u uitstoten en u beschimpen en uw naam uit de samenleving bannen als iets verfoeilijks. Als die dag komt, springt dan op van blijdschap, want groot is uw loon in de hemel. Op dezelfde manier behandelden hun voorvaders de profeten. Maar wee u, rijken, want wat u vertroost hebt ge al ontvangen. Wee u, die nu verzadigd zijt, want ge zult honger lijden. Wee u, die nu lacht, want ge zult klagen en wenen. Wee u, wanneer alle mensen met lof over u spreken, want hun voorvaderen deden hetzelfde met de valse profeten.”
Donderdag 13 september – H. Johannes Chrysotomus, bisschop en kerkleraar
Eerste lezing (1 Kor. 8, 1b-7.10-13)
Broeders en zusters, kennis alleen leidt tot eigenwaan, het is de liefde die opbouwt. Als iemand kennis meent te bezitten, kent hij nog niet op de juiste wijze. Maar wie liefheeft, die is gekend. Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten dat er in de hele wereld geen afgod bestaat en dat er geen God is behalve Eén. Want al zijn er ook zogenaamde goden, hetzij in de hemel hetzij op aarde – en in deze zin zijn er ongetwijfeld goden en heren in menigte – toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit wie het al voortkomt en voor wie wij bestemd zijn, en één Heer: Jezus Christus door wie het al bestaat en wij in het bijzonder. Ondertussen bezitten niet allen die kennis. Sommigen, nog altijd gewoon de afgoden te vereren, kunnen het vlees dat aan de goden geofferd is, alleen maar als zodanig beschouwen en hun geweten – zwak als het is – wordt erdoor besmet. Als zo iemand u, met uw ‘kennis’ in een afgodstempel aan een maaltijd ziet deelnemen, zal dan die zwakke geen offervlees gaan eten en zijn geweten geweld aandoen? Dan gaat ten gevolge van uw ‘kennis’ de zwakke verloren, de broeder voor wie Christus is gestorven. Door te zondigen tegen de broeders en hun angstvallig geweten te kwetsen, zondigt gij tegen Christus. Daarom, als mijn eten aanstoot geeft aan mijn broeder zal ik in eeuwigheid geen vlees meer gebruiken, om mijn broeder geen aanstoot te geven.
Tussenzang (Ps. 139/138)
Refrein: Leid mij, Heer, langs beproefde paden.
Gij kent mij, Heer, en Gij doorschouwt mij, Gij ziet mij waar ik ga of sta. Van verre kent Gij mijn gedachten, Gij weet waarom ik bezig ben of rust.
Want wat er in mij is hebt Gij geschapen, Gij hebt mij als een weefsel in de moederschoot gevormd. Ik dank U voor het wonder van mijn leven, voor alle wonderwerken die Gij hebt gemaakt.
Doorzoek mij, God, en peil mijn hart, beproef mij en beoordeel mijn gezindheid. Zie of ik soms verkeerde wegen ga en leid mij langs beproefde paden.
Vers voor het evangelie (Fil. 2, 15-16)
Alleluia. Schittert als sterren in het heelal, en houdt vast het woord des levens. Alleluia.
Evangelie (Lc. 6, 27-38)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen. Als iemand u op de ene wang slaat, keer hem ook de andere toe; en als iemand uw bovenkleed van u afneemt, belet hem niet ook uw onderkleed te nemen. Geeft aan ieder die u iets vraagt, en als iemand wegneemt wat u toebehoort, eist het niet terug. Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij het hun doen. Als gij bemint wie u beminnen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben. Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Dat doen de zondaars ook. Als gij leent aan hen van wie ge hoopt terug te krijgen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars lenen aan zondaars met de bedoeling evenveel terug te krijgen. Neen, bemint uw vijanden, doet goed en leent uit zonder er op te rekenen iets terug te krijgen. Dan zal uw loon groot zijn, dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste, die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten. Weest barmhartig zoals uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet, dan zult ge niet geoordeeld worden. Veroordeelt niet, dan zult ge niet veroordeeld worden. Spreekt vrij en ge zult vrijgesproken worden. Geeft en u zal gegeven worden een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat zal men u in de schoot storten. De maat die gij gebruikt zal men ook voor u gebruiken.”
Vrijdag 14 september – Kruisverheffing, feest
Eerste lezing (Num. 21, 4-9)
Van de berg Hor trokken de Israëlieten in de richting van de Rietzee, want zij wilden om Edom heentrekken. Maar onderweg werd het volk ongeduldig. Het keerde zich tegen God en tegen Mozes: “Hebt gij ons uit Egypte gevoerd om te sterven in de woestijn?“Er is geen brood, er is geen water en dat minderwaardige eten staat ons tegen.” Toen zond de Heer giftige slangen op het volk af. Deze beten de Israëlieten en velen van hen vonden de dood. Nu kwam het volk naar Mozes en zei: “Wij hebben gezondigd, want wij hebben ons tegen de Heer en tegen u gekeerd. Bid de Heer, dat hij die slangen van ons wegneemt.” Toen bad Mozes voor het volk en de Heer zei tot hem: “Maak zo’n giftige slang en zet die op een paal. Iedereen die gebeten is en ernaar opziet, zal in leven blijven.” Mozes maakte een bronzen slang en zette die op een paal. Ieder die door een slang was gebeten en zijn ogen op de bronzen slang richtte, bleef in leven.
Tussenzang (78/77)
Refrein: Laten wij nooit vergeten wat God heeft gedaan.
Luister, mijn volk, naar mijn onderrichting, open uw oren voor wat Ik u zeg. Een wijze les zal Ik u verhalen die in het verleden verborgen ligt.
Zij zochten Hem enkel wanneer Hij hen sloeg, dan zochten zij Hem rouwmoedig; dan wisten ze weer dat de Heer hun rots was, de Allerhoogste hun redder.
Maar met hun mond bedrogen zij Hem, zij logen Hem voor met hun tong; want innerlijk waren zij niet oprecht, geloofden niet in zijn verbond.
Toch was Hij barmhartig, vergaf hun zonden en roeide hen niet geheel uit. Telkens opnieuw bedwong Hij zijn toorn en hield Hij zijn gramschap in toom.
Tweede lezing (Fil. 2, 6-11)
Broeders en zusters, Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood, tot de dood aan een kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam verleend, die boven alle namen is. Opdat bij het noemen van zijn naam, zich iedere knie zou buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde; en iedere tong zou belijden, tot eer van God de Vader Jezus Christus is de Heer.
Vers voor het evangelie
Alleluia. Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld hebt verlost. Alleluia.
Evangelie (Joh. 3, 13-17)
In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: “Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen, tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald, de Mensenzoon. En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven, zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben. Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan maar
eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.”
Zaterdag 15 september – Onze Lieve Vrouw van Smarten, gedachtenis
Eerste lezing (Hebr. 5, 7-9)
Broeders en zusters, in de dagen van zijn sterfelijk leven heeft Hij onder luid geroep en geween gebeden en smekingen opgedragen aan God, die Hem uit de dood kon redden. Om zijn vroomheid is Hij verhoord: hoewel Hij Gods Zoon was heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd, en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, oorzaak geworden van eeuwig heil.
Tussenzang (Ps. 31/30)
Refrein: Red mij, Heer, door uw genade.
Bij U, Heer, zoek ik mijn toevlucht, stel mij toch nimmer teleur. Rechtvaardige God, bevrijd mij, aanhoor mij en red mij met spoed.
Wees mij een rots waar ik vluchten kan, een sterke burcht waar ik veilig kan toeven. Want altijd zijt Gij mijn rots en mijn vesting, uw Naam is mijn leider en gids.
Het net dat de mensen mij heimelijk spannen ontkom ik door U, die mij altijd beschermt. Vertrouwvol leg ik mijn geest in uw handen, Gij zult mij beschermen, getrouwe God.
Toch blijf ik op U vertrouwen, Heer, steeds zeg ik: Gij zijt mijn God. Gij hebt mij lot in uw hand, bevrijd mij van mijn vervolgers.
Hoe groot zijn uw weldaden, Heer, die Gij hebt bestemd voor hen die U vrezen. Gij schenkt ze aan ieder, die tot U komt, voor alle mensen waarneembaar.
Vers voor het evangelie
Alleluia. Zalig zijt gij, Maria. Zonder te sterven hebt gij onder het kruis van de Heer de palm van de marteldood verdiend. Alleluia.
Evangelie (Joh. 19, 25-27)
In die tijd stonden bij Jezus’ kruis zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling, die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: “Vrouw, zie daar uw zoon.” Vervolgens zei Hij tot de leerling: “Zie daar uw moeder.” En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis.
Ofwel:
Evangelie (Lc. 2, 33-35)
In die tijd stonden de vader en moeder van Jezus verbaasd over wat van Hem gezegd werd. Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit en hij zei tot Maria, zijn moeder: “Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden, en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord.”
“Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad”
(Psalm 119)
Dagelijks Brood is een uitgave van het heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood
Giften voor het heiligdom zijn van harte welkom
via Ideal op onze doneerpagina
of IBAN NL42 RABO 0120 5023 99
t.n.v. Dioc. Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood.
Hartelijk dank voor uw gave.
Verdere info: www.olvternood.nl
Recommended Posts

Wijziging dagelijkse gebedstijden per 1 mei 2023
maart 31, 2023

Vriendenmagazine OLV ter Nood maart 2023
maart 22, 2023